Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


Waarom zou ze Gösta Berling niet noodigen? Ze weet immers niet, dat de laster er over begint te fluisteren, dat Gösta Berling zoo dikwijls naar den overkant gaat om de gravin te ontmoeten. Misschien komt hij ook wel om met Sintram te spelen en te drinken; maar daar wordt niet over gesproken. Ieder weet, dat zijn lichaam van ijzer is, maar met zijn hart is 't wat anders.

Zij was spoedig goede vrienden met de babbelende vrouwen en vroeg om de kleinste kinderen te mogen zien. Een uur later kwamen de mannen terug. Zij brachten Gösta Berling gebonden in de kamer. Op den vloer voor het vuur legden zij hem neer. Zijn kleeren waren gescheurd en vuil, zijn gezicht uitgeteerd en zijn oogen woest. Vreeslijke dagen had hij gehad.

"Zie nu eens hier," zegt Sintram en buigt zich over den slapenden Gösta, "zie eens naar zijn pink. Dat wondje geneest nooit. Daar namen wij bloed uit, waarmeê we 't contract onderteekenden. Hij behoort mij. Er is groote kracht in bloed. Hij behoort mij. Alleen liefde kan hem redden; maar als ik hem maar behouden mag, zal ik wel wat van hem maken."

De predikant van Broby zit aan den kant, oud en vervallen. Hij zit aan de dorre takjes te plukken en legt ze aan rijen en op hoopjes, er meê spelende als een kind. Gösta wordt bedroefd om zijn ellendigen toestand. "Wat doet u daar?" vraagt hij en springt snel uit zijn wagen. "Ach, ik zit maar te plukken, ik doe eigenlijk niets."

Een schok voer Marianne door de leden, en zij wilde vluchten; maar Gösta hield haar vast en fluisterde: "sta stil, ze denken dat dit bij het tableau hoort." Hij voelde haar beven van angst en de gloed der kussen sterven op haar lippen. "Wees niet bang," fluisterde hij, "schoone lippen hebben recht tot kussen."

En Gösta ziet hem zooals hij is: een arm, vervolgd dier, dat hij niet van 't leven berooven wil, 't eenige, wat hij nog over heeft, sinds de menschen hem alles ontnamen, "Hij mag mij dooden," denkt Gösta, "maar ik schiet niet." En terwijl de beer op hem aankomt, blijft hij stil staan, precies als op een parade. En als de woudkoning vlak voor hem staat, presenteert hij 't geweer en gaat op zij.

In slapelooze nachten kan zij misschien over hem schreien en bezorgd voor hem zijn; maar zij heeft geen bloemen, om op den weg van den verstootene te strooien, geen droppel water, om den dorstende te reiken, geen lichten handdruk, die hem van den rand van den afgrond terug kan voeren. Gösta Berling geeft er niet om of zijn bruid met zijde en sieraden getooid is.

Als hij haar niet langer liefhad, was 't toch een gruwelijke vernedering om zijn liefde te smeeken. Nu en dan sprak ook haar verstand een woord meê en zei, dat ze er blij om moest zijn, dat ze aan die verbintenis met Gösta Berling en al de droevige gevolgen daarvan, ontsnapt was. Maar de pijn in haar hart was zóó vreeselijk, dat het gevoel ten slotte de overhand behield.

Toen ging Gösta dicht bij hem staan en hield zijn armen vast. "Alles wil ik er voor geven als u die kist niet aanraakt," zei hij. "Doe wat je wilt!" zei de krankzinnige, "en roep wie je wilt! Ik zal toch nog wel iets gedaan krijgen eer de leensman hier is. Vecht maar met me als je lust hebt. 't Zal mooi staan als we hier bij de kerk vechten.

In die dagen woonde een jonge graaf Dohna op Borg; hij was pas getrouwd en had een jonge, schoone vrouw. 't Zou vroolijk toegaan op het oude grafelijke goed. Ook naar Ekeby was een uitnoodiging gezonden; maar het bleek, dat van allen, die er dit jaar 't Kerstfeest vierden, Gösta Berling, "de dichter," zooals ze hem noemden, de eenige was, die lust had er heen te gaan.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek