Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


"En dan," herneemt Gösta, "zegt de predikant tegen den dief, ge moogt niet stelen," en tegen den booze "ge moogt uw vrouw niet slaan," en tot den bijgeloovige: "ge moet aan God gelooven en niet aan den duivel en de booze geesten." Maar dan antwoordt de dief: "Geef mij brood," en de booze zegt: "maak ons rijk, dan zullen we niet meer twisten," en de bijgeloovige: "leer mij wat beters."

Wonderlijk scheen zij den oude toe, toen zij beminlijk en stralend in haar liefelijke schoonheid in den lichtkring van 't vuur trad. Zij vertelde hun, dat Gösta Berling sinds den dood van kapitein Lennart niet meer op Ekeby gezien was. Zij en haar dienstmeisje hadden in 't bosch heen en weer geloopen en hem dien heelen middag gezocht.

"Wat zie je er uit," zei ze. "Ik had niet meer onder je oogen willen komen," antwoordde hij. "Ben ik dan je vrouw niet? Heb ik dan geen recht te verwachten, dat je bij mij zult komen met je verdriet? Met bittre angst heb ik deze twee dagen op je gewacht." "Ik heb immers kapitein Lennart ongelukkig gemaakt. Hoe zou ik bij je durven komen. Hoe kon ik dat?" "Je bent nooit bang geweest, Gösta."

Dit tooneel is door velen gehoord en gezien. Allen geven de gravin gelijk. De ondankbaarheid en harteloosheid van de kavaliers tegenover de Majoorske heeft de algemeene verontwaardiging gewekt. Maar Gösta Berling is in die dagen gevaarlijker dan een wild dier in het bosch. Sinds hij van de jacht is thuis gekomen en Marianne niet meer op Ekeby vond, is zijn hart één open wonde.

Of heb je hem in zijn hol geschoten?" "Hij is in Bro geschoten." "Ja, zoo groot als de beer van Gurlita was hij toch niet," zegt Gösta; "maar 't was een mooi dier." "Als hij één oog had gehad," zegt Kevenhüller, "dan zou ik denken, dat het de oude zelf was, zóó groot is hij; maar deze is aan de oogen niet gewond geweest dus 't is de oude niet."

"Dat beteekent, dat de bisschop zich twee keer bedenken moet, eer hij weer bij Gösta Berling op kerkvisitatie komt," antwoordt kapitein Kristiaan, en dien zin heeft hij vooruit bedacht en van buiten geleerd, om niet in de war te komen bij 't uitspreken. "Nu, groet dan Gösta Berling," zegt de bisschop, "en zeg hem, dat bij hem noch ik, noch een ander bisschop ooit meer komen zal."

Zij zou anders waanzinnig kunnen worden. Zij gelooft, dat het haar kind schaden zal, als ze zijn vader niet noemen kan. Zij heeft een heel teer geweten." "Maar ik weet, dat ik haar ongelukkig zal maken," barstte Gösta uit. "Dat mag je volstrekt niet, Gösta! Nu moet je zien een verstandig man te worden nu je vrouw en kind hebt om voor te zorgen."

In de vestibule kwam hij Sintram tegen. "Een verduiveld vermakelijke historie!" riep Sintram en wreef zich in de handen. "Je bent toch een kranige kerel, Gösta, dat je dat klaar gekregen hebt." "'t Wordt nog vermakelijker over een poosje," fluisterde Gösta. "De predikant van Broby is hier met een slee vol geld. Men zegt, dat hij 't heele Björne koopen wil en contant betalen.

Och! hij laat alles gaan zonder er behoorlijk geld voor te krijgen!" Gösta werd boos. Daar zat die vrouw nu op haar groote keukentafel en had geen hart voor iets anders, dan voor haar spiegels en porcelein. "U moest u schamen!" barstte hij uit. "U laat uw dochter in de sneeuw liggen en dan meent u, dat 't uit pure boosaardigheid is, dat ze niet thuiskomt.

Ze wist dat als ze maar zelf diep en scherp gevoeld had, ze hem weer had kunnen winnen. En ze probeerde de rol van de hartstochtelijke te spelen. De ijsoogen lachten hoonend; maar ze probeerde het toch. Ze wilde hem niet verliezen. "Ga niet heen, Gösta, ga niet boos heen. Denk er aan hoe leelijk ik geworden ben. Niemand kan me meer liefhebben." "Dat doe ik ook niet," antwoordde hij.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek