Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
Toen nu den volgenden dag het mannetje kwam, begon zij: Albert, Gerard, Christiaan, en achtereenvolgens alle namen, die zij wist, maar bij ieder zei het mannetje: »zoo heet ik niet.« Den tweeden dag liet zij bij alle menschen rondvragen, en toen het mannetje kwam noemde zij de allervreemdste en wonderlijkste: «Rattevel, Beerekuit, Sparrebeen,» maar het bleef er bij: «zoo heet ik niet.» Den derden dag kwam de bode terug en vertelde: «Nieuwe namen heb ik niet meer kunnen vinden; maar toen ik van een hoogen berg kwam aan den hoek van het bosch, waar haas en vos elkaâr goeden nacht zeggen, zag ik een klein huisje en voor het huisje brandde een vuur, en om dat vuur sprong een raar mannetje rond op één been, en hij riep: Heden bakker, morgen brouwer, Overmorgen 't koningskind; O wat vreugd, dat niemand weet, Dat ik »Rompelsteeltje« heet.
Den 17en 's morgens bleef hij te Fleurus, beval een revue over de troepen, zond slechts een cavaleriedivisie den straatweg op naar Luik, waarheen de Pruisen afgetrokken heetten, reed daarop naar 't slagveld, sprak met de gekwetsten, bleef geruimen tijd met Grouchy, dien hij kort te voren tot maarschalk had verheven en met generaal Gerard praten over Parijs en de toestanden aldaar, gaf eerst in den namiddag aan dezen maarschalk last met een deel van zijn macht de vervolging te beginnen en de zegepraal te voltooien; daarna reed hij per rijtuig naar Ney, die tegen zijn verwachting bij Quatre-Bras nog altijd vijandelijke afdeelingen voor zich had.
Evenals in het lied van Gerard van Velzen is ook hier het bijzondere: de strijd der partijen, tenauwernood zichtbaar; het algemeen menschelijke: gekrenkt eergevoel en liefde, staat op den voorgrond . Heeft de volksdichter zijne voorstelling geheel verzonnen? Wie zal dat uitmaken?
Niemand wist, waarover de heer peinsde, als hij met gefronst voorhoofd bij de tafel zat. Het bouwen der hoeve ging voort. Eindelijk kwam de dag, dat ze gereed was. Slechter dan ooit speelde Gerard. Met ongeduld beidde hij den avond. Toen hij om tien uur bij de boerderij stond, bemerkte hij tot zijn verwondering, dat ze verlaten was. Hij lag lang uit bij de rivier, hij hoorde zijn hart bonzen.
Langzamerhand kon hij evengoed spelen als magere Hein, en niemand kon zeggen, wie 't minst en wie 't meest verloor. Daarom was magere Hein ten zeerste vertoornd, want hij had al den tijd als de beste zes-en-zestiger van den omtrek gegolden. Binnen een maand was hij zijn roem al kwijt. Hij zon op nieuwe middelen, om Gerard te grieven.
Daar vloog opeens de deur open en stormden twee kinderen, een jongen en een meisje, de kamer in. "Mama, mama!" riepen ze tegelijk. "Papa vraagt of u beneden komt, neef Gerard is er en of wij even mochten blijven kijken naar de comedie!" "Sst.... stil, stil!" zei mevrouw van Rensen, half lachend.
Die tafel daar ziet er aanlokkelijk uit.... juffrouw Herderts zal bepaald na dezen maaltijd nog hooger idee van den smaak van ons dispuut krijgen." "Goed.... komen jullie?" riep Gerard tegen Herderts en Else, die, dicht naast elkaar de geïllustreerde "Rêve" stonden te bekijken, en opschrikten bij de luide stem. "Mag ik 't doen?" vroeg Go, toen ze Gerard het broodmes zag nemen.
"Nu kun-je toch 's zien, hoe verworden we zijn. We zijn zoo aan vork en lepel gewend, dat we niet eens meer zonder kunnen eten. Hoe deden de ouden 't nou?" "Ik denk niet, dat die verzakte taarten met room en confituren aten." "De algemeene invoering van de vork is nog niet eens zoo heel lang geleden," leeraarde Gerard; maar Coba juichte: "Ik weet 't.
Deze was een gevolg, deels van de schaarschheid van geld, door de kruistogten veroorzaakt, deels door de veepest en de slechte oogsten, maar ook door het bevel des Munsterschen Bisschops, Gerard, om geene jaarmarkten te houden en allen handel te staken, zoodat niemand van de Friezen vee, boter en kaas wilde koopen; daarenboven kwam er van den overvloed van granen uit de Oostzee niets over, daar ook de uitvoer zwaar belast werd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek