Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 mei 2025


De Hollandsche Graaf WILLEM II, door den invloed van den Paus tot Keizer van Duitschland verkozen, moest dáár tot Roomsch-Koning gekroond worden; doch de vroeger verkoren Koning KOENRAAD hield de stad bezet voor zijnen vader, den in den ban gedanen Keizer FREDERIK II, en weigerde haar over te geven.

"Och, kom, vader!" antwoordde zijne vrouw: "ge hebt hem immers gedurig omhelsd en hem "je lieve zoon" genoemd, en Frederik hebt ge veel geld beloofd, zoodra je eerst een rijk man zoudt wezen, en dat zou niet heel lang meer duren." "Moeder, dan heb ik al heel gekke praat gepraat." "Dat heb ik je gisteren avond al gezegd; maar toen wou je dat niet bekennen."

Frederik dacht bij zich zelven: Wat? Dit schijnt wel weêr een gerechtsdag te worden, en daar hij die vraag met "ja" beantwoorden moest, zette hij zich dadelijk in postuur en wachtte af wat er van komen zou. "Ja, mijnheer," zeide hij. "Weet ge dan ook wel, dat gij den molenaar in groote verlegenheid gebracht hebt?" "Verlegenheid?

In dit zelve jaar, den 24ste van May, is op Oranjewoud, in Friesland, overleden Albertina Agnes, moeder van den overledenen Stadhouder, en dochter van Frederik Hendrik, Prins van Oranje, in den ouderdom van 62 jaaren. En in de maand van Augusty, is Amelia, weduwe van Hendrik Kasimier, Erfstadhouder van Friesland, enz., te Leeuwarden van eene Prinsesse bevallen.

Eindelijk bleef hij voor Frederik staan en zag hem met een beteekenisvollen blik in de oogen, zeggende: "Frederik Schult, kontant geld is tegenwoordig schaarsch, en ik weet plaatsen, waar de huisvader zich daarom de handen aan stuk wringt, en vrouw en kind in tranen nederzitten."

In den jaare 1665, in January, als Prins Johan Maurits, wederkeerende van Leeuwarden van de begraaffenis van Prins Willem Frederik, Stadhouder van Friesland, en door Franeker reed, zo schoot hy met zyn paard, op een oude valbrug zynde, in 't water ter neder; doch, schoon in gevaar van zyn leeven te verliezen, wierd hy echter noch onbezeert gereddet.

Het is onmogelyk meerder yver te betoonen, dan gemelde Capitain FREDERIK, en de Capitain VAN GUERIKE, adjudant van den Colonel, geduurende deezen geheelen tocht betoonden. Zy waren altyd op de been, of hunne gezondheid het toeliet, of niet.

Frederik gaat verder. De oude schout Besserdich kijkt over de onderdeur. "Schout, hebt gij hier van morgen geen Fransoos zien loopen? "Een Fransoos?" vraagt de schout. "Wel, dat volk is hier tegenwoordig juist zoo vreemd niet; maar, van morgen, zeg je?" Nu, begint gij nu ook al te vragen?" zegt Frederik. "'k Wil u liever de historie vertellen, dat zal beter wezen." Hij vertelde nu zóó en zóó.

"Dat weet ik," zegt Frederik, "ik heb gisterenavond nog op 't Stemhager slot bij haar gezeten, en ik kan wel zeggen, ze is me zoo goed bevallen, dat ik in staat zou wezen, om ten haren gevalle te gaan trouwen." "Nou! hoor eens aan, die is niet kwaad!" zegt de schout, en kijkt Frederik van boven tot onder aan.

"Hebt ge mijne dochter al gekheden in 't hoofd gepraat?" schreeuwt de oude schout hem toe en licht zijn stok tegen hem op. "Halt, schout!" zegt Frederik. "Dien stok weg! Wat zouden de menschen zeggen als er verteld werd dat ik met mijn schoonvader al vóór de bruiloft, op den landweg gevochten had." De schout liet den stok vallen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek