Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 oktober 2025
Dat was een kolfje naar Jan's hand. Hij vergat zijn heele machinerie en ging met Karel naar buiten. Samen hielden zij de fiets vast. "Ik het eerst, Jan," zei Karel. "Natuurlijk," was het antwoord. "Zeg, hij ziet er nog mooi uit, al is het een oudje, hè?" "Dat geloof ik," zei Jan. "'k wou, dat het de mijne was. Toe, hier kunnen we wel beginnen. Stap jij er maar op, dan zal ik hem vasthouden."
Weldra brandde de lantaren helder, en Rob wou juist wegrijden toen hij op de bank een metalen voorwerp zag liggen, dat de stralen van het lantarenlicht scherp weerkaatste. Dadelijk was zijn nieuwsgierigheid geprikkeld; hij nam het voorwerp, dat een stalen doos of kistje bleek te zijn, op zijn fiets mee, en besloot het thuis eens op zijn gemak te bekijken.
Jan en Louis,« roept een hunner vrindjes, die juist vernomen heeft, hoe ons Prinsesje van morgen niet naar het Vondelpark rijdt en op weg is naar Artis. »Gauw, jongens! gauw op de fiets dwars door de Jodenbuurt zijn wij er nog eer!« Heelemaal lukte dit niet, maar toch zat Haar Hoogheid pas in den witten wagen, toen de knapen hun fiets stalden; doch H. M. die Zelve Haar Dochtertje bracht, Die hadden ze niet herkend in de eenvoudig gekleede dame, die naast den wagen ging.
"Vooruit, Jan, trappen. O, wat hang je schuin nog veel erger dan ik. Ik kan je niet " "Bom!" Daar lag Jan onder de fiets, maar hij sprong dadelijk overeind en stapte opnieuw op. "Je moet me beter vasthouden, Karel, je laat me ook maar dadelijk vallen." Daar ging het weer. Jan trapte nu uit alle macht, want hij was in 't geheel niet bang uitgevallen, en inderdaad ging het een eindje goed.
Per fiets zelfs reden wij volle twee uur lang op dien weg, die door overoude boomen van wel 30 M. hoogte overschaduwd wordt, terwijl tusschen de zware stammen telkens kijkjes werden geopend op een zonnig berglandschap, niet ongelijk aan dat der italiaansche Apennijnen. 't Bergstadje zelf ligt langgerekt aan een schuimende rivier, door dennenbosch omgeven.
Indien hun verklaring juist is, volgt daaruit, dat wij tegelijkertijd kunnen vaststellen, dat ook niet langs dezen kant de vluchtelingen zijn gekomen, ergo dat zij in het geheel geen gebruik hebben gemaakt van den weg." "Maar de fiets?" bracht ik in het midden. "Juist zoo. Wij zullen dadelijk tot de fiets komen.
"Berg je, menschen, berg je!" spotte Dries. Maar hij ging toch een beetje op zijde, om Jan te laten passeeren. 't Hielp echter niet. Nauwelijks was Dries van plaats veranderd, of Jan merkte, dat de fiets daar rekening meê hield en weer regelrecht koers hield naar Dries. "Op zij! Op zij!" schreeuwde Jan. Maar op 't volgende oogenblik bonsde hij tegen Dries aan.
Nauwelijks heeft hij 't hollend paard gezien, of vlug stapt hij af, zet zijn fiets tegen de brugleuning, stelt zich in positie. Daar komt het beest donderend op hem afgestormd. Wij zien hem de handen uitstrekken, grijpen, in verwarring, hals over kop, met het paard neerstorten.... Is hij dood? Gewond? Ligt het paard met gebroken beenen boven op hem? Gelukkig niet!
Karel durfde niet. Hij was bang, dat hij vallen zou. "Trap dan toch! Als je niet trapt, leer je het nooit!" Karel drukte zijn rechtervoet naar beneden. Voort ging de fiets, met het gevolg, dat Jan haar alweer niet houden kon, en Kareltje op den weg terecht kwam. "Au!" zei hij. "Dat kwam wel een beetje hard aan." "Hindert niet!" riep Jan. "Stap maar weer op, maar niet zoo schuin hangen.
Hij was er maar even, om 'n boek terug te brengen." "Wat zouën we nu doen? Weet niemand van 't corps iets?" "Neerwinden is bij al z'n intiemere vrienden geweest." Go luisterde naar de juffrouw. "Hij was 's 'n nacht om drie uur met z'n fiets uitgegaan, en om zeven vreeselijk bemodderd teruggekomen. Toen had-ie aldoor gefietst. Hij zei, dat 't dan zoo mooi was buiten."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek