Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
»Een kleine mijl, Heer Ridder,« antwoordde de fee. En zich tot hare gezellinnen wendende, zeide zij: »Zusters, dit schijnt de jongeling te zijn, dien wij reeds zoo lang verwacht hebben; hij is moedig en standvastig; zullen wij hem de wondergave schenken?«
Lezen, Schrijven, Rekenen, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Fransch, Duitsch, Engelsch, Spaansch, Italiaansch ...." "En vertellen," fluisterde de prinses. "Neen," zei de fee, "vertellen stond niet op de lijst." "Arme prins!" zei de prinses. "Luister," zei de fee. "Een sprookje mocht den prins nooit verteld worden. 'Sprookjes! onzin! zei de koning. 'Sprookjes zijn als de bloemen op een korenveld.
Ik wil niets meer houden van wat zij voor mij verkregen heeft. Ik moet vuil zijn, ik moet buiten slapen, dat heb ik verdiend. Ik wil naar de fee, om haar alles terug te brengen en zij moet 't weer aan moeder geven!" Nog had hij niet uitgesproken, toen Marianne door een groote hand bij 't middel gegrepen en met een sierlijken zwaai op de stoep neergezet werd.
't Was een klein, wit huisje, rondom met klimop begroeid. Een dwergje deed de deur open. Ze werden in eene kamer gelaten vol zonneschijn en bloemengeur. De fee kwam binnen. Och, wat eene lieve oude fee was het: een gezicht, zoo vriendelijk, een wit kanten mutsje op, daaruit kwamen de aardigste grijze krulletjes kijken.
De gelukkige moeder wist maar niet hoe zij de fee, die ze haar weldoenster noemde, genoeg zou kunnen bedanken. Grauwbaard, die niet voor niet in dienst bij fee Goed-Hart was, schreide van ontroering. De fee zelf was ook zeer getroffen. Zij kon zich niet langer inhouden en liep naar haar toe, op 't oogenblik dat zij de laatste trede van 't bordes afdaalde, om haar op 't voorhoofd te kussen.
"Is er soms iets, dat ik voor jullie kan doen?" "Och," zei Bobo, "die arme Baba heeft zoo'n trek!" "Ja, maar dat is 't niet alleen," voegde Baba er aan toe; "die arme Bobo is ook zoo moe. We zijn verdwaald en kunnen den weg naar huis maar niet weer terugvinden." De goede fee keek de kinderen oplettend aan en bemerkte toen wel waar de schoen wrong.
Nu dan: met niets meer en niets minder dan dat ze veranderd werd in eene koe. Gelukkig niet voor altijd, maar 't was toch heel moeilijk, om weer eene fee te worden; want wat moest de koe eerst doen? Ze moest van een ondeugenden jongen een goeden jongen maken. Ja, en nog wat!
"Och," riep nu de fee, "laat haar nog even blijven, de knecht is nog niet komen waarschuwen, dat het rijtuig vóór is. Het voornaamste zou ik bijna vergeten." Meteen haalde ze uit haar zak een aardig doosje, en uit dat doosje kwam te voorschijn een snoeperig klein, keurig bewerkt gouden horloge aan een fijnen gouden ketting!
En nu, lieve kind, de fee gaat weg; maar wat ze je geleerd heeft: de netheid, de orde, die blijft, dat weet ik." Nog een kus van de fee en Ida was alleen. En 't gebeurde alles, zooals de goede fee gezegd had. De Ida van vroeger kwam nooit terug; de Ida van nu bleef, en dat was eene nette, ordelijke, gelukkige, tevredene Ida.
Nooit liet ze dan ook iemand wachten; maar ze kon evenmin verdragen, dat iemand haar wachten liet. Daarom noemden de menschen haar voor de aardigheid "Mevrouw Op Tijd." En nu zal ik je eens vertellen, wat de fee eindelijk deed, toen ze vond, dat het toch wel wat al te erg met Hilda werd. Op een goeien dag kreeg Hilda een briefje, en daar stond niets anders in dan: "Lieve Hilda!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek