Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Eponine ging naar de straat Plumet, vond het hek en den tuin, nam het huis in oogenschouw, bespiedde, loerde, en bracht eenige dagen later aan Magnon, die in de straat Cloche-Perce woonde, een beschuit, welke Magnon aan de minnares van Babet in de Salpetrière bezorgde. Een beschuit beteekent in de duistere beeldspraak der gevangenissen: "niets te doen."

Een gevolg hiervan was, dat haar oudste dochtertje Eponine heette; en het jongste zou Gulnare geheeten hebben, maar zij had het aan een of andere gelukkige afleiding, door een roman van Ducray-Duminil bewerkt, te danken, dat zij slechts Azelma genoemd werd.

Geef mij toch eenig bericht van moeder." Thénardier antwoordde: "Zij is wel; ik weet niet; laat mij met rust; ik zeg u dat ge moet heengaan." "Nu wil ik niet gaan," zei Eponine met het gebaar van een bedorven kind; "ge zendt mij weg, hoewel 't vier maanden geleden is dat ik u niet gezien heb en ik nauwelijks den tijd heb gehad u te kussen." "O, 't is waarachtig dom," zei Babet.

Eponine, de oudste, bakerde de kleine kat, in weerwil van haar gemiauw en gespartel, in een menigte roode en blauwe lappen. Terwijl zij dit ernstig en moeielijk werk verrichtte, zeide zij tot haar zuster, in die lieve bekoorlijke kindertaal, wier bevalligheid, evenals de kleurenpracht der kapel, verdwijnt, wanneer men ze vatten wil: "Ziet ge, zusje, deze pop is pleizieriger dan de andere.

Den geheelen dag was dit wonder van verbazing voor de jeugd uitgestald geweest, zonder dat te Montfermeil een moeder was gevonden, rijk of scheutig genoeg om ze voor haar kind te koopen. Eponine en Azelma hadden uren in haar beschouwing doorbracht, en zelfs Cosette had, hoewel steelsgewijze, ze durven begluren.

Eponine had den brief in haar zak gestoken. Den volgenden dag, den 5 Juni, was zij naar Courfeyrac gegaan, en had naar Marius gevraagd, niet om hem dezen brief ter hand te stellen, maar om iets te doen, 't welk ieder jaloersch en beminnend hart zal begrijpen, om "te zien." Daar had zij Marius, of ten minste Courfeyrac, gewacht altijd om te zien.

Zoo onschuldig was deze liefde, dat Marius zelfs Cosettes handschrift niet kende. Wat gebeurd was, kan in weinige woorden verhaald worden. Eponine had alles gedaan. Na den avond van den 3 Juni had zij een tweevoudige gedachte: de plannen van haar vader en de bandieten op het huis in de straat Plumet te verijdelen, en Marius van Cosette te scheiden.

"Mijnheer Marius, zijt ge hier?" "Ja." "Mijnheer Marius," hernam de stem, "uw vrienden wachten u aan de barricade der straat de la Chanvrerie." Deze stem was hem niet geheel onbekend. Zij geleek de heesche, schorre stem van Eponine. Marius ijlde naar het hek, nam de losse tralie weg, stak zijn hoofd er door, en zag iemand, die hem een jongeling scheen, in de schemering ijlings wegloopen.

Vrouw Thénardier, Eponine, Azelma waren als zoovele beelden. Zelfs de drinkers hielden een oogenblik op. Er heerschte een plechtige stilte in de herberg. Vrouw Thénardier, versteend en sprakeloos, begon weder gissingen te maken: Wie is deze oude? is hij arm? is hij millionair? Misschien beiden, namelijk een dief.

Dit rosé verlichte been, dat uit de schaduw kwam, trof plotseling den blik van Azelma, die tot Eponine zeide: Zie eens, zusje! De twee meisjes staarden verstomd. Cosette had de pop durven nemen. Eponine stond op en zonder de kat los te laten, ging zij naar haar moeder en trok haar bij haar kleed. "Laat mij toch met rust," zei de moeder. "Wat wilt ge?" "Moeder," zei het kind, "zie eens."

Woord Van De Dag

uitgekregen

Anderen Op Zoek