Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


In 't heerlijk zonnenveld, dat donker wordt omhooge, en langzaam donkerder en dieper, staan ten tooge , geschreven, zwart op goud, een bende reuzen groot: het eindloos boomenvolk, in 't eindloos avondrood. Beziet mij haastig nu die schoonheid!

God leeft, Hy, eindloos goed, ook hun die Eden derven! Hy weegt ons noodlot met zijn vaderlijke hand: Hem drage ik me op, en hoop, hoe streng Hy vierschaar spant. Hoe wilt gy 't droef vergrijp verdubblen van onze Ouderen?

HELENA. Laat gij me in 't duister hier? o, ga niet heen! DEMETRIUS. 't Is u geraden, blijf! ik ga alleen. HELENA. O ademloos maakt mij deze ijdle jacht! Hoe meer ik smeek, hoe meer hij mij veracht, 't Geluk is een trawant van Hermia, Haar oog trekt aan, waar ze ook haar blik op sla. Hoe kreeg haar oog dien glans? Door tranen niet, Daar ik er eindloos meer dan zij vergiet.

En de mannen beperkt, en al de gaven beperkt tot de armen, beenen en vuisten, en nog wat anders waaraan men niet denkt. Er gonsde een grijze scheemring om haar heen, en 't leek zoo of zoo was de eeuwigheid. "Als wij samen zijn, o allen te zamen, mannen en vrouwen proletariërs, zijn wij meester van 't al. Dat is de taak eindloos voor mij, maar er moet aan begonnen."

En spint den vlok tot draad, en weeft den draad Tot doek, waarop zy, eindloos voortbordurend, Den loop van al wat is, te aanschouwen geeft. En wie 't verband ontkent, is schuldig blind, Ter nauwernood onschuldig wie 't niet kent! Van dit alles wist Wouter niets. Z'n onkunde mag wel een der oorzaken geweest zyn van de rilling die hem bekroop, toen-i met juffrouw Laps de trap van haar woning opging.

Zij is het weenend hemelwelf, ik de aard; Zoo moet mijn zee wel van haar zuchten zwalpen; Zoo moet mijn aarde van haar eindloos weenen Een zondvloed worden, overstroomd, bedolven. Mijn ingewand kan al dit wee niet bergen; Ik spuw het uit, gelijk een dronkaard doet. Vergunt mij dit; vergund wordt den verliezer, Dat hij met bitt're tong zich lucht verschaff'.

Ik kon niet wachten toen, maar moest u geven U, boos om stoornis, tegen wil en dank Den kus van een zeer verlangend hart. Wij stonden op een heuvel, hoog, en de aarde Lag ziedend in het gloeiend zonlicht neer, En strekte zich, een eindloos lichtend meer Van bloeiend groen naar blauwe bosschen waar de Gewelfde hemel, parelmoerig teer, Op verre kim zijn groot geheim bewaarde.

Mijns vaders groef Ligt ginder droef, De waat'ren neuren In eindloos treuren, Toch blauwt mijn boot Door zeeën groot, Door buien zwoegend, De golven ploegend Zal verder gaan, Op, af en aan; Wees mij voor 't leven Tot woon gegeven, Wees graf voor mij O zee, zoo vrij. Tegnér, Frithiof-sage. Frithiof als balling.

Mijn warmen kus op uw koudbleeke lippen, Op uw bebloede wang mijn weemoedsdruppels, Als laatste trouwe hulde van uw zoon. MARCUS. O traan voor traan en liefdekus voor kus Biedt hier uw broeder Marcus aan uw lippen; O waar' hun som, die ik betalen moest, Ontelbaar, eindloos, toch betaalde ik die! LUCIUS. Kom, knaap, kom hier, en leer van ons, hoe liefde In tranen smelt.

De Menschheid, die staêg groeit en bloeit, en bladen Na bladen vallen laat in 't kerkhof-zand, Maar nieuwe komen weer aan allen kant. De onpeilbre Kern des Zijns leeft, diep geladen, En eindloos, door der eeuwigheden tal, 't Al-zijn zich wiegt zoo, stijgende na val. Maar is er dan geen Troost?

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek