Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 oktober 2025


De Philistijnen willen ons nog dieper dan den grond doen buigen; zij spuwen ons in 't gelaat, want God heeft onze bogen ontspannen en de teugels losgelaten. Heere, God van Abraham, van Isaäc en van Jacob, hoelang nog moet het kwaad ons geworden, terwijl wij het goede verbeiden; hoelang moeten de duisternissen heerschen, terwijl wij het licht verwachten?

Nog golft de weerschijn, op het meer, der zwanen, Waar de avondster met medelij in staart; En met het wolkje, dat er over vaart, Vloeit heen het scheemrend diep in lange banen. De wind, die afscheid neemt, kust de platanen, En rept de wiek, nu hij de kim ontwaart, Die zich aan blauwe duisternissen paart, En berg en bosch en zonneglans ziet tanen.

Daarmede, dit weet ik ook wel, zijn volstrekt niet alle vragen voor ons beantwoord. In geenen deele alle moeilijkheden weg, alle duisternissen verdwenen. Neen, dat niet. Maar wel is het benauwende, het verwarrende, het schrikaanjagende er uit weg. Wij voelen: Er is een hand, die mij leidt; er is een oog, dat mij volgt; er is een zwaard, dat voor mij strijdt.

Jondrette Thénardier, lage schurk, dat u dit tot les strekke, verkooper van geheimen, zwendelaar in verborgenheden, ellendeling, die in de duisternissen wroet. Neem deze vijfhonderd francs en scheer u weg! Waterloo beschermt u." "Waterloo!" mompelde Thénardier, terwijl hij de vijfhonderd francs met de duizend in zijn zak stak. "Ja, moordenaar! ge hebt er het leven van een kolonel gered...."

Wij komen uit het duister en gaan naar het duister. Tusschen deze twee duisternissen ligt het vluchtige menschenleven. Niemand, die het van waar of het waarheen kent. Zoo zegt men. Doch zoo spreekt een Christen niet. Hij behoeft althans zoo niet te spreken. Want indien wij ons door de H. S. laten voorlichten, kunnen wij het doel van den levensstrijd vinden.

Dit is een vreeselijke plaats. Wij hebben haar de derde mijn genoemd. Het is de galerij der duisternissen, de kolder der blinden. Inferi. Deze grenst aan den afgrond. Hier verdwijnt de onbaatzuchtigheid. De duivel komt onduidelijk te voorschijn; 't is daar ieder voor zich. Het ik zonder oogen brult, zoekt, tast en knaagt. De maatschappelijke Ugolino is in dien poel.

"Wacht toetda 't gedaan is!" en Pallieter roerde niet meer. "Dan geun 'k allien voert," zei Charlot en kwaadweg nam ze den stoop aan den arm, en scheefgebogen door 't botermelkgewicht ging ze de kronkelende wegelkes in.... De aarde draaide vóór de zon, en als er in het Westen nog wat vlammen hadden geflakkerd, hing het Oosten al vol blauwe duisternissen met één witte ster.

82 En zie daar tot ons komen te scheep een oude, wit door het oude haar, schreeuwende: "Wee u! slechte zielen: 85 hoopt niet ooit den hemel te zien: ik kom om u te brengen naar den anderen oever, in de eeuwige duisternissen, in het heete en in het koude: 88 en gij die hier zijt, levende ziel, scheid u af van dezen, die dood zijn." Maar toen hij zag dat ik mij niet afscheidde,

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek