United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wie in dat oogenblik aandachtig op Makatit gelet had, zou hem een leelijk gezicht hebben zien trekken, en hem de zaal hebben zien verlaten om op een drafje naar zijne hut te snellen.

Zij zag telkens iets, dat haar aandacht afleidde en deed ontelbare vragen en ... toen we weer buiten waren en nog even rond wandelden, liep zij opeens op een drafje van ons weg naar een heel eenvoudige, Schotsche vrouw met een alleraardigst, klein, dik jongetje van een paar jaar aan de hand.

Mattia drukte herhaaldelijk een kus op haar snuit, dat zij zeer prettig scheen te vinden, want bij elken kus stak zij haar tong uit. Wij bevonden ons thans weder op den grooten weg, met onzen ransel op den rug en Capi naast ons. Wij liepen met haastigen tred, of liever, van tijd tot tijd zonder te weten wat ik deed, zette ik het op een drafje, zoo groot was mijn verlangen om Parijs te bereiken.

"Dag mama, dag mama!" riep een welluidende stem en een slank meisje met prachtige donkere oogen en krullend bruin haar, kwam op een drafje de gang inloopen. Zij droeg een jurk van goudbruin fluweel, dat haar warme, donkere tint op haar voordeeligst deed uitkomen en bewoog zich met een gemakkelijke gratie, die hare bevalligheid zeer verhoogde. "Snoesje, snoesje, loop niet zoo hard!

Maar zij gehoorzaamden; zij keerden zich kleintjes om, verlieten het Tribunaal en werden, boven aan de trappenvlucht, gescholden door den janitor, dat zij zoo op een drafje, éer hij het verhinderen kon, de keizerlijke trappen òp, de keizerlijke loge waren in geloopen!! En door de ronde gang, de præcinctio, kwamen zij langs de parascæna bewaarplaats van requizieten door een zijpoort op het proscænium.

De omstanders sprongen verschrikt op zijde, en een oogenblik later was de wagen uit het gezicht verdwenen. Hij vloog als het ware langs den weg, de menschen in een wolk van stof achterlatende. Jan stond het vreemde voertuig met open mond na te staren. En toen hij het niet meer kon zien, riep hij zijn makkers toe: "Dag! Ik ga naar huis!" Op een drafje liep hij weg.

De paarden hebben een drafje aangenomen, en de bewegingen, die ze aan het voertuig bijzetten, zijn zoo gesaccadeerd, dat het haast onmogelijk is, een hapje naar den mond te brengen; glazen en flesschen, borden en messen dansen in de kist van het rijtuig een dollen rondedans, en het is een waar kunststuk, een slok te drinken, zonder bijna al het vocht over zich heen te storten.

Zouden we toch te lang weggebleven zijn? Ja; ze wenken ons toe, om spoed te maken en nu we dichter bij komen, hooren we hen schreeuwen in alle talen »haast je wat«; »schneller«; »allons viteWe zetten het op een drafje, klauteren hijgend de treeplank op. »Waar blijven jullie in godsnaam? Zijn jullie gek?« »Bijna een half uur te laat.

Eindelijk echter steeg hij in het zadel, zijn handen en zijn borst flonkerden van juweelen en goud, zóó dat zij even verbaasd tot hem opzag, maar dan reden zij op een drafje voort. In de verte rees hoog in den hemel de geweldige burcht, zij wezen elkander de vonkjes der blinkende helmen die op de wallen bewogen.

Zij zweeg een oogenblik in nadenken verdiept en zuchtte; daarop hervatte zij, mij met zekere vastheid in den blik aanziende, alsof zij mijne innigste gedachten wilde peilen: "Gij schijnt een ernstig man te zijn; gij hebt karakter, zoo ik mij niet bedrieg; het is zeldzaam genoeg om gewaardeerd te worden, waar men het vindt; nu dan, ik zal u vertellen, hoe ik begonnen ben, maar.... nu niet, want daar ligt het kasteel voor ons en de dorpsklok slaat één uur. Ik vrees dat men mij met ongeduld zal gewacht hebben, en dat het halve garnizoen al op het voorplein post heeft gevat om naar mij uit te zien. 't Is lang niet zeker, dat ik met krijgseer zal worden verwelkomd. , dat doet er niet toe; volg mij, deze brug over, die poort door; gij ziet, de brug is niet ongenaakbaar, wij zouden geen beleg kunnen uithouden." Al sprekende had zij mijn arm losgelaten, en liep vooruit met zoo'n snellen stap, dat het bijkans een drafje geleek. Ik, wat langzaam haar na, eene feodale ophaalbrug over die blijkbaar sinds lang tot onbewegelijkheid was veroordeeld; in gelijken toestand verkeerde de groote poort; de zware geheel met ijzeren bouten en scherpe pinnen bezette deur hing in de verroestte hengsels, zonder dat men zich de moeite getroost had haar weg te nemen, om dit teeken van verval te verbergen. Waartoe ook? De dikke, bijkans in puin vallende ringmuur, was al niet meer aan de poort verbonden, en de voormalige schietgaten waren tot wijde spleten opengesperd, waardoor een reus kon binnengaan. Tijd om verder rond te zien was er niet, maar het voorplein optredende, viel mij terstond het hoofdgebouw in het oog, dat ondanks zekere merkteekenen van verwaarloozing nog een grootschen indruk maakte. Het moet vernieuwd zijn in de dagen van onzen stadhouder Willem