Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
«Nu zullen we eens zien, wat je hier van nacht droomt!» zei de jongste broer en wees haar haar slaapkamer. «Moge de Hemel geven, dat ik droom, hoe ik je kan verlossen!» zeide zij. En deze gedachte hield haar geheel en al bezig; zij bad innig tot God om Zijn hulp; ja, zelfs in den slaap ging zij met bidden voort.
Knox wist niet meer wat hij zeggen zou. Tegen de scherpzinnigheid van dezen man was hij niet opgewassen. Zooals het met zulke lieden in dergelijke gevallen doorgaans gaat, ging het ook met hem: Hij nam ten laatste zijn toevlucht tot grofheden. "Sir! ik heb veel van u gehoord, en u voor een gansch ander mensch gehouden," zei hij. "Gij redeneert als iemand, die droomt.
Oer-aandriften leven in den mensch die nimmer vergaan, begeerte om los te komen van alle spangen en breidels van het maatschappelijk leven, om te zwerven en te zwelgen in vrijheid, stemmen uit een lang ondergegaan verleden, dat hij hoort roepen door zijn bloed. Dan droomt hij van den natuurstaat en van terugkeeren tot de natuur.
De stervende soldaat op het slagveld denkt aan zijn moeder, verlangt naar haar, niet naar zijn vader. De reiziger en banneling droomt van zijn moeders zorgen, zijn moeders versnaperingen. De pathos der volkssprookjes gaat heden reeds zoover dat men "den verloren zoon" naar zijn moeder terugbrengt, niet naar zijn vader.
Verga nogtans, zullen anderen beweren, verga de man, die, na de wieken zijner ziel in deze wateren gedoopt te hebben, voortaan hunne frischheid lastert, en moge de Hemel zich over de dochter Eva's ontfermen, die van betere idealen droomt! Doch dit is eene gemakkelijke verwensching, en schraal ware hier beneden de oogst des Duivels, ook al ging zij in vervulling.
De familie, waar ze vroeger juist niet zoo heel veel van gesproken had, was meegevallen....! "Nietwaar, de types van Geldersche gulheid? En weet je, fortuin; ja.... fortuin!" "Allerliest-lieve menschen!" besluit de echtvriend en geeuwt, en sluit de oogen, en droomt van den berg in Luilekkerland.
133 Wanneer ik bemerkte dat hij in toorn tot mij sprak, wendde ik mij tot hem met zulk een schaamte, dat het mij nog door het geheugen wielt. 136 En gelijk degene is die van zijn eigen schade droomt dat hij, droomende, begeert te droomen, zoodat hij dat, wat is, begeert, als ware het niet;
Van uit de Steenstraat kwam, zonder dat hij het bemerkte, een ander ridder hem te gemoet. Deze, hem bereikt hebbende, klopte hem gemeenzaam op den schouder en zeide: "Nu, mijn vriend Disdir, wat benevelt toch uw gemoed zoo uitermate, dat gij bij dage dwaalt en droomt als een slaapwandelaar?" "Ha, wees gegroet, mher Willem Van Wervick", antwoordde Disdir.
Zoo, papa? Ja, Pompile. De juffrouw heeft hem gezegd dat mama den heelen nacht gedroomd heeft! Dat is zeker nogal heel akelig, papa! Ze heeft gistr'avend kreeftensla gegeten, weetje? Zoo, papa? En daar droomt ze zoo van. De juffrouw heeft aan Gerrit gezegd dat ze heel zenuwachtig is, byzonder erg zenuwachtig. Dat is wel verdrietig, papa! Niet waar? Héél verdrietig!
Hij droomt als een tweede Josef van macht en heerschappij: hij wil de uitdeeler zijn van weldaden, handhaver van het recht. Pijnlijk voelt hij de benauwende tegenstelling tusschen deze gedroomde heerlijkheid en het leven thuis en op school met al zijn beperkingen en voorschriften, waarin hij niet alleen een zeer onbelangrijk, maar ook een alles behalve volmaakt jongetje is.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek