Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Eén onderwerp vooral kwelde, met steeds wederkeerend en vermeerderend ongeduld haar kleine hersens, n.l. 't verlangen om #ons Prinsesje in Amsterdam# te hebben. Als Dora daarover begon, kwam er niet spoedig een eind aan. En op Apeldoorn ging het ook al zoo.
»Dora, kindje, wat scheelt er aan?« vroeg haar Papa; »je eet niet en je kijkt telkens naar de ramen, waar denk je zoo bedrukt over, kleintje?« »Neen Papa, mij scheelt niets, maar.... maar.... De Koningin is weg, de Prins is weg, Koningin Emma ging van daag weg en het duurt een heel, heel jaar voor ik ons lief Prinsesje, de snoeperige Juliaantje weer zien kan.«
Zulke en dergelijke uitroepen hoort men niet alleen van onze Dora maar van menig ander kind en als H. M. en de Prins naar de aanspraak van Jhr. Op ten Noort luisteren, is er ademlooze stilte om toch, als H. M. antwoorden gaat, geen woord te missen. De heer Goedkoop, directeur der Ned. Scheepsbouwmaatschappij noodigt H. M. uit het schip te willen doopen en te water laten.
Inderdaad, in een post-scriptum heette 't onder meer: "Ge hebt ook gevraagd, waar het adres van uw nicht Dora is, voor het erfdeel.
Maar niettegenstaande het diep ongelukkige gezichtje van Frits kon Door toch haar lachen niet bedwingen, toen Frits tusschen het schreien door riep: "Ik ik wil geen kippetje zijn, Dora, ik wil geen kippetje zijn." Toen Door met het snikkende Fritsje beneden kwam en met vragen bestormd werd, zei ze lachend: "Wij vertellen niets, dat is nu ons geheimpje, wat zeg jij, kleine man?"
Mevrouw de prinses Dora d'Istria, die van de zeden en gewoonten der slavische volksstammen eene bijzondere studie gemaakt heeft, heeft in de Revue des deux Mondes, in een artikel over de servische poëzie, een lied aangehaald, waaruit blijkt welken machtigen invloed de kollo op het gemoed dezer volken kan uitoefenen.
»Marietje, Betsy, Willy, ik ga je allemaal voor het raam zetten, Anton is met den kruier bezig de vlag uit te steken, er is bericht uit Den Haag gekomen; het lieve kind is in het paleis,« zoo spreekt Dora en plaatst haar zestal op stoelen en stoeltjes voor de groote ramen in de voorkamer in haar ouders huis.
Em was erg kwaad geworden, omdat Dora eens had gezegd: "Daar heb je Bovenkerk". "Vrij jij met den IJseldijk", had ze gezegd en bijna had ze er bij gezegd: "Ouwe kneut." Dora was een jaar ouder. Maar haar opvoeding was haar gelukkig de baas gebleven. Dora had erg gekleurd en niets teruggezegd. "Zou ze in één van m'n schriften hebben gekeken? Ik laat er toch nooit één zwerven."
»O, ja, heel goed, het wordt weggeborgen in de brandkast en Papa teekent het op in een boekje en dan wordt het altijd meer en meer. Lach me niet uit Jan, Papa heeft het zoo gezegd, en als ik dan groot ben en ga trouwen, evenals Jet, dan ga ik voor al dat geld met mijn man op reis.« Niemand kon nu zijn lachen inhouden, tot Mijnheer vroeg: »Hoe kom je aan zoo'n plan Dora?«
Zij sprak meestal tot het meisje met iets in haar stem, alsof zij tot eene volwassen dochter sprak, en Dora hielp haar dikwijls, gestreeld, dat moes haar al zoo bruikbaar vond. Zich aldus heffende uit hare weeke traagheid, ging Jeanne naar beneden, naar haar huis- en eetkamer, en ze zocht naar de mand, toen Frans binnenkwam.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek