United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


De band tusschen moeder en zoon, tusschen broeder en zuster wordt in die liederen, waarin de Russische Kozak, als met een soort van voorgevoel, zijn dood op het slagveld bezingt, als een dikwijls wederkeerend onderwerp, zeer treffend geschilderd: Toen stormen loeiden en 't gras zich bewoog, Lag stervend en bleek een Kozak op den grond, Met zijn hoofd geleund op een struikje, dat boog, Met zijn oog gericht op de heide in 't rond.

Eén onderwerp vooral kwelde, met steeds wederkeerend en vermeerderend ongeduld haar kleine hersens, n.l. 't verlangen om #ons Prinsesje in Amsterdam# te hebben. Als Dora daarover begon, kwam er niet spoedig een eind aan. En op Apeldoorn ging het ook al zoo.

~Afwennen~ en ~ontwennen~, beide overgankelijk en wederkeerend gebruikt en dus met hebben vervoegd, verschillen hierin, dat ~afwennen~ aanwijst, dat men opzettelijk zijn gewoonte of hebbelijkheid tracht af te leggen, terwijl ~ontwennen~ dit als meer toevallig, onwillekeurig voorstelt, als gevolg van veranderde omstandigheden.

Ik luisterde, en hoorde verder een geklank alsof er geld werd geteld, maar eindelijk kwam alles tot rust. Wel een uur bleef ik luisteren, telkens mijn plan willende volvoeren, en dan weder vol vreeze van ontdekt en verhinderd te zullen worden. Het minste geluid trof mijne ooren. In 't einde kon een telkens wederkeerend gebrom.... niets anders dan het geronk van vader zijn. Hij sliep dus.

Het groote hoofd lichtte en vlamde, nu deinzend, dan weêr wederkeerend, als een helsch visioen dat elk spoor van orde en regelmaat scheen verloren te hebben. Vreesaanjagend met de beklemming van een nachtmerrie zat het daar, schommelend op de gekruiste beenen, zijn arme geslachtlooze naaktheid uitplooiend in het rauwe, tergende licht.

Ook hier weer de verwantschap van dood en huwelijk als het telkens wederkeerend refrein. De dood wordt door het volk beschouwd als een overgang, niet als een einde: vandaar een heele reeks van scheidingsgebruiken uit de wereld, die den mensch omringt, zoowel bij het sterven, als na den dood, tot hij veilig en wel geborgen is in het graf.