Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Eene wijl daarna keerde hij weder met eenen man, die wel in blauw linnen gekleed was, doch geenen baard droeg. Zoohaast Landfried zich weder had verwijderd, zeide Disdir Vos: "Gij zijt Lambrecht Ploegijzer, een vrijlaat van Bethferkerke, niet waar? Ik herken u. Zijt gij niet eens met mher Burchard Knap en met mij ter jacht geweest in het Merleijtebosch, bij Bekeghem?"
Een somber gegrol van wanhoop ontsnapte Disdir; hij stak de hand in zijn kleed en neep zich de borst ten bloede, terwijl een traan van afgunst of van smart in zijne oogen blikkerde. "Gij hebt mij niet begrepen, Disdir", zeide Robrecht, door medelijden ontroerd. "Aldus gij bemint haar niet?" kreet mher Vos. "Ik heb haar inderdaad bemind ..." "O, hemel! En nu?"
Welke rechtvaardigheid mocht een Kerel toch verwachten in eene vierschaar die slechts samengesteld was uit de heetste Isegrims, en voorgezeten door Karel van Denemarken, den huichelenden en valschen vijand der Kerels en der Erembalds? Disdir Vos scheen in gedachten verslonden en bemoeide zich met de samenspraak niet.
"Dit gaat u, mher Gheldorf van Stalhille", antwoordde Disdir zijnen beker verheffende. "Ik drink insgelijks ter eere van ..." "Van mher Hugo Van Rolleghem, mijnen vriend en wapenmakker" De bekers nedergezet zijnde, vroeg Gheldorf met eenigen twijfel in de stem: "Het zou dus inderdaad waar zijn, mher Vos, dat gij ons de stad Brugge leveren gaat?" "Gij zult het zien." "Maar gij zijt een Kerel.
Burchard Knap is genaderd en heeft hem met eenen enkelen slag het hoofd gekloofd. Ingelram Van Eessen heeft den hofraadsheer Tancmar den schouder afgehakt; Isaac Van Eeninghe heeft den hofbottelier bij de poort der kerk vermoord...." "IJselijk, ijselijk!" morde Robrecht, de handen met wanhoop wringende. "Kent gij niet mher Disdir Vos?" vroeg hij. "Zeker, heer, ik ken hem wel."
Kent gij dien gelukkigen sterveling, Robrecht?" "Kom, kom, mijn vriend Disdir", antwoordde mher Sneloghe, treurig glimlachende, "waarom dus met linksche omwegen mij ondervragen? Wees openhartig. Gij wilt zeggen dat ik bet beletsel ben tot uw geluk? Heeft jonkver Dakerlia dit verklaard?" "Ho, neen, maar ik meende het uit hare woorden te verstaan. Zij bemint u wel zeker. Beken het mij, ik smeek u!"
Na onze woordenwisseling over deze zaak hebt gij, in schijn ten minste, als vriend afscheid van mij genomen. Waarom veinst gij nu te vergeten wat ik u heb gezegd?" "Is het om dus hoonend mij te ondervragen dat gij mij alleen moest onderhouden?" gromde Disdir. "Ik ben onbedreven in het oplossen van raadsels." "Welnu, ja, laat ons klaar zijn.
Maar dewijl hij bemerkte dat Robrecht naderde om hen te groeten, bedwong hij zijne ontsteltenis en zag mher Sneloghe stil glimlachende te gemoet. Nadat zij eenige woorden hadden gewisseld over het zoele weder en over den toestand van Segher Wulf, zeide Disdir Vos: "Mag ik mher Snelogde vragen, hoe het met zijne verloofde gaat? Wat moet toch die arme Dakerlia lijden!"
Segher Wulf heeft dus, door zijne overwinning, Kerlingaland voor groote bloedstorting behoed." "Gij meent het, mher Willem?" wedervoer Disdir Vos. "Alhoewel ik ziek ben geweest, weet ik misschien beter dan gij wat er omgaat.
Disdir Vos scheen eene wijl te overwegen. "Het is pijnlijk zulk iets te moeten denken, Burchard", zeide hij, "maar het zou mij niet verwonderen indien sommige Erembalds u op het oogenblik van gevaar verzaakten en verlieten, om zich aan de zijde uwer vijanden te schikken." "Neen, neen, dit toch niet!" kreet Burchard, "uwe vrees is overdreven."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek