Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
't Zou dus geen wonder zijn, als dit kleine zwakke kindje, dat bij haar geweest was in schande en zwaren arbeid, haar hart zóó vervuld had, dat er misschien niet precies evenveel plaats was overgebleven voor den kleinen dikzak, die zoo lang daarna kwam.
De mannen, vrouwlieden, arbeiders, die van den oever het gevecht nagingen, zeiden: Wie had gedacht dat die dikzak zooveel kracht had? En zij klapten in de handen, terwijl Lamme sloeg gelijk de duivel op Geeraard. Maar de schipper nam geen andere voorzorg dan zijn aangezicht te beschutten.
't Doet, zei Uilenspiegel. En Lamme slaakte eenen zucht van verlichting. En ze reden samen voort. De ezel, met hangende ooren, trok traagzaam de kar. Lamme, sprak Uilenspiegel, wij zijn gevieren: de ezel, die op goed geluk naar distelen zoekt; gij, dikzak, die uwe wederhelft achternazit; zij, de teedere en zoete geliefde, die iemand vindt, harer onweerdig, 't is te zeggen mij, den vierde.
"Die smerige ouwe vent is gek!" riep de meid, terwijl zij Sancho de teugels van haar muilezel met geweld uit de handen rukte. "Laat los, leelijke dikzak, en houd ons niet langer op met je dol gezanik." Sancho Panza week op zij, en de boerendeernen zetten het nu dadelijk op een draf. Zij waren echter niet ver, of daar kwam Dulcinea's ezel te struikelen en wierp zijne berijdster af.
Ik ben Thijl Uilenspiegel, zoon van Klaas, die verbrand werd om het geloof. En hij floot als de leeuwerik en de heer kraaide als de haan. Ik ben admiraal Treslong, sprak hij; wat wilt gij van mij? Uilenspiegel vertelde hem zijne lotgevallen en langde hem vijfhonderd karolussen. Wie is die dikzak? vroeg Treslong, naar Lamme wijzend.
Moeder, die door hare liefde voor den kleinen dikzak niet zoo verblind was, om te meenen, dat zijne kromme beentjes geschikt waren om zijne schoonheid te verhoogen, had, om ze wat rechter te doen schijnen, de pijpen heel wijd gemaakt, zoo wijd, dat een Volendammer visscher er mede in zijn schik zou zijn geweest.
"Vertel u nou van die eene grootmoeder," zei Bart. "Ja. Toen waren je vader en moeder nog heel klein. Zoo'n lieve, kleine dikzak, je vader; zoo lief en gezeggelijk. Hij speelde altijd in het tuintje voor het huis, daar kon hij de zee zien en de scheepjes; dan zocht hij schelpjes of kruide zand.
Hij is ongeveer 40 jaar oud, al de jongere lui noemden hem mr. Chair, een verkorting van Chairman. Hij begon met ons uit te noodigen voor het verdere van den dag zijne gasten te zijn, onze gids en draagstoelen weg te zenden en verder op hem te vertrouwen. Wij namen volgaarne die uitnoodiging aan. Hij was zoo'n aardige, goedige dikzak, die onmiddellijk onze sympathie en ons vertrouwen won.
Daarna mat hij zich zelven en sprak: Vier voet en half. En hij scheen weemoedig. Maar den achtsten Zaterdag, van den monnik sprekend, zeide hij vol blijdschap: Vier voet en drij kwart. En als hij den monnik de maat nam, zeide deze grammoedig tot Lamme: Wat wilt ge van mij, dikzak? Maar Lamme stak zijne tong uit naar hem en zeide geen woord.
Neen, 't was eene buurvrouw, die eens even naar den kleine kwam zien. De baker nam hem uit de wieg en hield hem de buurvrouw voor. Doch nauwelijks zag deze hem, of zij sloeg van verbazing hare handen in elkander, en riep uit: "Wel, wel, wat een driedubbeldikke jongen is dat! Zoo 'n dikzak heb ik nog nooit gezien! 't Is zoo waar een natuurwonder! Welke bolle wangen, en zie me die beenen eens aan!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek