Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


In 't midden der zaal staan nog tafelen en stoelen, waarop huiken, dat zijn vrouwenkappen, gulden gordelriemen, fluweelen steltschoenen, doedelzakken, pijpen en schalmeien liggen. In den hoek is eene ladder, die naar boven leidt. Een kale bultenaar speelt op eene klavecimbel, die op glazen pooten staat, om 't geluid van het speeltuig te vermeerderen. Dans, dikzak.

De derde maal zei hij: "Nou, hm," en daarna blies hij ieder maal slechts geweldig, krabde zich het hoofd, en keek naar zijn weegschaal met een tot hier toe nooit gevoeld wantrouwen. Iedereen kwam naar het "Groote Kind" kijken zoo werd het algemeen genoemd en de meesten zeiden: "'t is een dikzak, hoor!"

Hier is hij een vette, vroolijke dikzak, die het liefst met zijne kinderen speelt. De wijsgeer in hem raakt hier heelemaal op den achtergrond. De tweede belangrijke tempel dien wij bezochten was de tempel der vijf genieën. Hier waren maar vijf mannetjes, maar 't waren de vijf, die op rammen door de lucht waren komen vliegen en in Canton waren neergedaald.

Uilenspiegel stond het geerne toe; doch uit vreeze, dat zijn vriend in eenen aanval der ziekte overboord zou vallen, deed hij hem stevig binden op zijn bed. Zoodra Lamme een oogenblik bij zijn verstand was, vroeg hij of men den monnik niet vergat; en hij stak zijne tong naar hem uit. En de monnik zei: Gij beleedigt mij, dikzak. Toch niet, zeide Lamme, ik wil u vetmesten.

En hij hield hun de volgende rede: Messire kapitein en gij, maats, wij hebben daar vele specerijen geërfd, en Lamme, onze dikzak, hier tegenwoordig, vond steeds dat de arme doode, die dáár ligt, God hebbe zijne ziel, niet ervaren genoeg was in de konsten van zieden en braden. Zoo gij hem als kok wildet aanstellen, zou hij u hemelsche stoverije en goddelijke soezels bereiden.

Zalig van geluk, hield hij ze vast, zonder van heur te kunnen scheiden, totdat zij, moede en als waanzinnig, op eenen stoel nederviel; en zonder verlegenheid zeide zij: Thijl! Thijl! mijn geliefde, ge zijt dus terug! Lamme stond nog steeds nabij de deur; toen Nele's aandoening een weinig gestild was, bemerkte zij hem en sprak zij: Waar heb ik dien dikzak nog gezien?

Wij moeten het kot uitbreken; de kapoen is gemest, zeide hij. De monnik kwam er toen uit, keek met groote, verdwaasde oogen in het rond, hield met de beide handen zijn buik op, en viel op zijn achterste, ter oorzake van een hevige baar, die het schip ophief. En Lamme zei tot den monnik: Zult ge mij nog dikzak heeten? gij zijt dikker dan ik! Wie diende u zeven eetmalen daags vóór? Ik!

En Ben draaide zich op Ange's schoot om en herhaalde met zijn langzaam stemmetje: Oom Paul... oom Paul heeft bij ons koffie gedronken. Zoo, vond je dat prettig, kleine dikzak? gichelde Ange, die het zoete, stille kind zonderling vond. Het gesprek kwam op Paul en de Eekhofjes informeerden naar Bodegraven en hoe lang het nog zou duren, eer Paul geplaatst kon worden.

Hoe komt het, schreeuwer, dat gij nu zachtmoediger zijt jegens de arme Geuzen? En, zijne rede vervolgend: Als gij nog een jaar in uwe kooi blijft, kunt gij er niet meer uit: bij de minste beweging lillen uwe kaken als verkensgelei; gij schreeuwt al niet meer; weldra zult gij niet meer kunnen blazen. Zwijg, dikzak, zeide de monnik.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek