Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Wij kunnen wel behoeften doen ontwaken door onzen zonen te leeren dat zij mogen toegeven aan opkomende neigingen; door hun in te prenten dat het onderdrukken van de geslachtsdrift noodlottig voor hen is; door hen op allerlei wijzen geringschatting voor vrouwen in te boezemen en als wij dan zoodoende slappe, krachtelooze, ontzenuwde, zieke mannen hebben gevormd, dan zal het hun zeer zeker moeielijk vallen weerstand te bieden aan ziekelijk verhoogde prikkelbaarheid, dan zal er bij hen geen sprake meer zijn van wilskracht, zedelijke grootheid zal dezulken een glimlach ontlokken en de eisch der vrouw om haar rechten te eerbiedigen zullen zij aanmerken als een ongepaste aanmatiging.
Want, ook naar den geest gesproken, is armoed 'n scherp zwaard, en 't ligt in de rede dat dezulken geen besef hebben van hun gebrek aan ebenbürtigkeit. Maar 't lezend Publiek moest niet zonder protest gedoogen dat ik zoo straatjongensachtig wordt aangevallen. Wat hebben de Van Vlotens e.d. ooit verricht, dat hun 't recht geven zou de mond tegen my te openen?
Hun geloof berustte op de teekenen, gegeven door Hem, dien wij als Vader hebben leeren kennen, en zij behoorden tot dezulken voor wie zijne beloften zoo algenoegzaam zijn, dat naar niets anders gevraagd wordt. Er waren slechts weinigen, die het teeken gezien en de belofte vernomen hadden de Moeder en Jozef, de herders en zijzelven, en die alle geloofden met een volkomen hart.
Overigens was hij niet zeer bevreesd voor de sterkten, allerwege door bijgeloof, despotisme en vooroordeel gebouwd. Hij behoorde tot dezulken, die meenen, dat de wetenschap den toestand zal omkeeren. Enjolras was opperhoofd, Combeferre gids. Met den een zou men hebben willen strijden, met den ander willen gaan.
Van Cambyzes' vroegste jeugd was elke zijner wenschen vervuld geworden, iedere zijner oogwenken als een bevel gehoorzaamd. Vandaar dat hij geene tegenspraak kon dulden, en zich geheel aan zijn snel opbruisenden toorn overgaf, wanneer een zijner onderdanen, en hij kende geene andere menschen dan dezulken, het waagde hem tegen te spreken.
Ik gewaagde daar van den "genialen zelfbeluisteraar, die waarheid sprak, als zijn artisticiteit hem daartoe drong." Zeker, ik bedoelde: als dit niet het geval is, dan.... Want het blijkt wel duidelijk, dat hij betreffende die drijfveeren, die hij niet als artist in zich-zelf ontdekt, maar die zoo zijn, dat hun aard voor zijn gewone menschelijkheid klaar open ligt, meestal de waarheid niet zegt. Een treffend voorbeeld daarvan is alles wat hij beweert omtrent het te-vondeling-brengen zijner drie laatste kinderen. Ook is er nog een groep daden, waarvan het twijfelachtig moet genoemd worden, of hun drijfveeren tot de laatstgenoemde soort behooren, of dat hij inderdaad de waarheid omtrent hen niet heeft gekend, omdat ook zijn artistiek-psychologisch vermogen erop is afgeketst. Van dezulken zegt hij dan soms, dat zij ontspringen uit zijn "délire inconcevable." Dat Mevr. Holst dit "délire" niet psychologisch doorlicht heeft, mag ongetwijfeld een ernstige leemte in haar werk worden geacht. Is zij ook daarvan instinktief en door haar verfraaiïngstendenzen geleid afgebleven? Ik waag het, die vraag bevestigend te beantwoorden. Want hebben wij nu [p.160] reeds gezien, dat die tendenzen in werking treden, zoodra er iets minderwaardigs in Rousseau valt te boekstaven en de Confessions-zelf hen niet krachteloos maakt, wij zullen allereerst bij het beschouwen der gebeurtenissen, voortspruitend uit, of in verband staande met het "délire," hun invloed op onze schrijfster als zoo sterk-beheerschend kunnen bewijzen, dat zij haar met een totaal gebrek aan psychologisch inzicht doen heenijlen in een paar onbeteekenende woorden over voorvallen, welke voor den objectieven psycholoog, die voortschrijdt, zonder de waarschuwende stompen van een hem bewakend en vervolgend dogma telkens in den rug te krijgen, van het hoogste belang zijn. Zoo geeft de ontzettende daad jegens het kamermeisje Marion, na den dood van Mad. de Vercelli hij was toen ongeveer 19 jaar Mevr. Holst slechts aanleiding te spreken van een "nietig voorval op zich-zelf." Wel, wel, als dat eens Voltaire, "die kleine, minne ziel, geel en uitgedroogd door afgunst", of Grimm, de "baron van het heilige Duitsche Rijk" gedaan hadde! Ge zegt: jawel, maar die zouden niet groot en edel genoeg zijn geweest om de daad te biechten. Maar ik antwoord: Rousseau evenmin, indien hij niet in het schrijven der "Confessions" het vormen van een verpletterend wapen tegen het "Complot" zou hebben gezien. Doch om de Confessions tot dat wapen te maken mocht hij dan ook geen feit, dat hem in een ongunstig daglicht stelde, weglaten. Want kwam dan zoo'n feit later voor den dag, waar toch altijd kans op is, dan ware de geheele Confessions waarde- en krachteloos. Aan de drijfveeren mocht hier en daar een beetje gemorreld en gewrongen worden, de feiten moesten verhaald worden. Dáár was niets aan te verhelpen! Wat voor gevolgen overigens dit "nietige voorval" waarschijnlijk gehad heeft en uiteraard moest hebben laat 't hem-zelf hier verhalen: [p.161] Je ne regarde pas même la misère et l'abandon comme le plus grand danger auquel je l'aie exposée. Qui sait,
Zóó eentonig is myn verhaal. Maar ik zal niet spreken van mieren, welker vreugde of leed door de grofheid onzer zintuigen aan onze waarneming ontsnapt. Ik zal verhalen van menschen, van wezens die gelyke beweging hebben als wy. 't Is waar, wie aandoening schuwt en vermoeiend mede-lyden ontgaan wil, zal zeggen dat die menschen geel zyn, of bruin velen noemen ze zwart en voor dezulken is 't verschil van kleur beweegreden genoeg om hun oog aftekeeren van die ellende, of ten-minste
De vrouwelijke zoowel als de mannelijke sybariet verlangt iets, wat maar eenmaal en door één kan genoten worden. Hun begeerte haakt naar niets zoo sterk als naar het nog ongerepte. En voor dezulken is de maagdelijkheid niet iets, wat met heiligen eerbied vervult, maar als het kostelijkste gerecht dat voor den genotmensch bestaat.
Voor al dezulken zijn de Nieuwe-Hebriden het beloofde land; ze vinden er geen wetten, geen gezag en geen regeering; gendarmen en politie zijn er nog niet ingevoerd; ieder leeft er zooals het hem behaagt, regelt zelf zijn zaken zooals hij wil, en behoeft zich nooit te ergeren over de langzaamheid van de rechtsspraak.
Onze vrienden behoorden niet tot dezulken; zij toonden dit, door op de plaats, waar zij haar zagen, als vastgenageld te blijven staan, en vonden geen termen om hunne verrukking uit te drukken. Gelukkig was voor hen de duisternis, waarin zij zich bevonden, en het heldere licht, dat de schoone omgaf; anders twijfelen wij, of zij wel zoo lang ongestoord zouden hebben genoten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek