Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Hij geeft onder andere één trouwe nabootsing van Franc Gontier: "En retournant d'une court souveraine Où j'avoie longuement sejourné, En un bosquet, dessus une fontaine Trouvay Robin le franc, enchapelé, Chapeauls de flours avoit cilz afublé Dessus son chief, et Marion sa drue...." Hij breidt het thema uit met de bespotting van krijgsmansleven en ridderschap.
Daarop kwam het voorshands op aan. Dat begrepen zij. Bij afwezigheid van den Commodore Dupont, vervulde de kolonel Gardner, een oud beproefd krijgsman, de functie van plaatselijken militairen commandant der stad. Deze was ook aangewezen om den zetel van voorzitter te bekleeden in den Krijgsraad, die geroepen was recht over Texar in een der zalen van het fort Marion te spreken.
Voor Mevr. Holst bewijst deze daad slechts, hoe klein de "zedelijke kracht is in den jongeling;" voor mij: hoe zij 't ook is gebleven in den man. Want had deze in zijn geheele leven geen poging moeten doen, Marion terug te vinden, om zooveel mogelijk goed te maken, wat hij bedorven had? "Qui sait?" Hij had moeten weten. Goed! èven aangenomen, dat hij, gelijk hij beweert, inderdaad de kracht miste, de daad ooit aan een vriend, zelfs aan Mad. de Warens te biechten, dan nog had hij kunnen en moeten pogen háár te vinden. Daarvoor had hij de kracht en de deugd moeten hebben. Hij had ze niet. Dáár ligt de zedelijke depravatie van den man. Indien Mevr. Holst zegt, dat uit zijn katholiek worden blijkt, "dat de zedelijke gloeden van het kind zijn ondergegaan in den knaap" en er dan aan toevoegt: "eens zullen zij weer opleven: het kind is vader van den man," dan is dat wel een mooie psychologische ... gemeenplaats, maar de toepasselijkheid op het geval-Rousseau let wel: wat de daden en vooral de gevoelens der lagere persoonlijkheid betreft! laat zich zoeken en het meest in de zaak Marion. Deze man, die zègt nauwelijks een dag zonder wroeging te zijn geweest, schrijft aan Mad. d'Epinay: "Moi qui ne fis jamais de mal
Hij hield zich toch onledig met de toegangs-vaarwaters tot de kust, die voor den sluikhandel in oorlogsbenoodigdheden gesloten moesten blijven, te blokkeeren. De troepen, die hij evenwel na de overgave van het fort Marion ontscheept had, waren sterk genoeg om de stad nadrukkelijk in bedwang te houden.
Het was evenals in de dagen, dat Rousseau opgang maakte, goede toon, dat men zich de ijdelheid van het hofleven moe bekende, en een wijze hofvlucht affecteerde, om zich te vergenoegen met het bruine brood en de zorgelooze liefde van Robin en Marion.
Ptolemaeus heeft van zijne werken dikwijls gebruik gemaakt. Herodotus en Strabo meenden, dat het een zijtak was van den Donau. Marium, Marion, stad op de NW. kust van Cyprus, waarschijnlijk het latere Arsinoe. Marmarica, Marmarike, thans Barca, landstreek op de Noordkust van Afrika tusschen Aegypte en Cyrenaïca. Hierin ligt het Ammonium. Gewoonlijk wordt Marmarica tot Cyrenaïca gerekend.
"Ik zie het van hier. Marius is een nevel en hij zal een damp hebben ontmoet. Marius behoort tot het dichterlijk geslacht. Wie dichter zegt, zegt dwaas. Thymbraeus Apollo. 't Moet een raar paartje zijn, Marius met zijn Marie, of zijn Maria, of zijn Mariëtte, of zijn Marion. Ik kan 't mij verbeelden wat het is. Een verrukking, waarin men het kussen vergeet.
Hij kon evenwel niet verder, want de Spanjaard vervolgde onverstoorbaar: »Laten wij aannemen, kolonel Gardner, als u dat bevredigen kan, dat ik thans in het fort Marion, waar ik wederrechtelijk opgesloten ben en van mijne vrijheid beroofd word, gedomicilieerd ben. Dat is dus uitgemaakt, niet waar?" De voorzitter van den krijgsraad trok de schouders ongeduldig op, maar antwoordde niet.
Ik gewaagde daar van den "genialen zelfbeluisteraar, die waarheid sprak, als zijn artisticiteit hem daartoe drong." Zeker, ik bedoelde: als dit niet het geval is, dan.... Want het blijkt wel duidelijk, dat hij betreffende die drijfveeren, die hij niet als artist in zich-zelf ontdekt, maar die zoo zijn, dat hun aard voor zijn gewone menschelijkheid klaar open ligt, meestal de waarheid niet zegt. Een treffend voorbeeld daarvan is alles wat hij beweert omtrent het te-vondeling-brengen zijner drie laatste kinderen. Ook is er nog een groep daden, waarvan het twijfelachtig moet genoemd worden, of hun drijfveeren tot de laatstgenoemde soort behooren, of dat hij inderdaad de waarheid omtrent hen niet heeft gekend, omdat ook zijn artistiek-psychologisch vermogen erop is afgeketst. Van dezulken zegt hij dan soms, dat zij ontspringen uit zijn "délire inconcevable." Dat Mevr. Holst dit "délire" niet psychologisch doorlicht heeft, mag ongetwijfeld een ernstige leemte in haar werk worden geacht. Is zij ook daarvan instinktief en door haar verfraaiïngstendenzen geleid afgebleven? Ik waag het, die vraag bevestigend te beantwoorden. Want hebben wij nu [p.160] reeds gezien, dat die tendenzen in werking treden, zoodra er iets minderwaardigs in Rousseau valt te boekstaven en de Confessions-zelf hen niet krachteloos maakt, wij zullen allereerst bij het beschouwen der gebeurtenissen, voortspruitend uit, of in verband staande met het "délire," hun invloed op onze schrijfster als zoo sterk-beheerschend kunnen bewijzen, dat zij haar met een totaal gebrek aan psychologisch inzicht doen heenijlen in een paar onbeteekenende woorden over voorvallen, welke voor den objectieven psycholoog, die voortschrijdt, zonder de waarschuwende stompen van een hem bewakend en vervolgend dogma telkens in den rug te krijgen, van het hoogste belang zijn. Zoo geeft de ontzettende daad jegens het kamermeisje Marion, na den dood van Mad. de Vercelli hij was toen ongeveer 19 jaar Mevr. Holst slechts aanleiding te spreken van een "nietig voorval op zich-zelf." Wel, wel, als dat eens Voltaire, "die kleine, minne ziel, geel en uitgedroogd door afgunst", of Grimm, de "baron van het heilige Duitsche Rijk" gedaan hadde! Ge zegt: jawel, maar die zouden niet groot en edel genoeg zijn geweest om de daad te biechten. Maar ik antwoord: Rousseau evenmin, indien hij niet in het schrijven der "Confessions" het vormen van een verpletterend wapen tegen het "Complot" zou hebben gezien. Doch om de Confessions tot dat wapen te maken mocht hij dan ook geen feit, dat hem in een ongunstig daglicht stelde, weglaten. Want kwam dan zoo'n feit later voor den dag, waar toch altijd kans op is, dan ware de geheele Confessions waarde- en krachteloos. Aan de drijfveeren mocht hier en daar een beetje gemorreld en gewrongen worden, de feiten moesten verhaald worden. Dáár was niets aan te verhelpen! Wat voor gevolgen overigens dit "nietige voorval" waarschijnlijk gehad heeft en uiteraard moest hebben laat 't hem-zelf hier verhalen: [p.161] Je ne regarde pas même la misère et l'abandon comme le plus grand danger auquel je l'aie exposée. Qui sait,
En ook uit de ruwheid, de baatzucht en de maatschappelijke zonden van het liefdeleven der werkelijkheid. Een gemakkelijk bevredigde, eenvoudige liefde, temidden van onschuldig natuurgenot. Dat scheen het deel van Robin en Marion, van Gontier en Helayne. Zij waren de gelukkigen, de benijdbaren; de veelgesmade dorper wordt op zijn beurt het ideaal.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek