United States or Ukraine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Enfin nous nous expliquâmes: elle me fit en pleurant l'aveu d'une faute unique au sortir de l'enfance, fruit de son ignorance [p.181] et de l'adresse d'un séducteur. Sitôt que je la compris, je fis un cri de joie: Pucelage! m'écriai je: c'est bien

Voor Mevr. Holst bewijst deze daad slechts, hoe klein de "zedelijke kracht is in den jongeling;" voor mij: hoe zij 't ook is gebleven in den man. Want had deze in zijn geheele leven geen poging moeten doen, Marion terug te vinden, om zooveel mogelijk goed te maken, wat hij bedorven had? "Qui sait?" Hij had moeten weten. Goed! èven aangenomen, dat hij, gelijk hij beweert, inderdaad de kracht miste, de daad ooit aan een vriend, zelfs aan Mad. de Warens te biechten, dan nog had hij kunnen en moeten pogen háár te vinden. Daarvoor had hij de kracht en de deugd moeten hebben. Hij had ze niet. Dáár ligt de zedelijke depravatie van den man. Indien Mevr. Holst zegt, dat uit zijn katholiek worden blijkt, "dat de zedelijke gloeden van het kind zijn ondergegaan in den knaap" en er dan aan toevoegt: "eens zullen zij weer opleven: het kind is vader van den man," dan is dat wel een mooie psychologische ... gemeenplaats, maar de toepasselijkheid op het geval-Rousseau let wel: wat de daden en vooral de gevoelens der lagere persoonlijkheid betreft! laat zich zoeken en het meest in de zaak Marion. Deze man, die zègt nauwelijks een dag zonder wroeging te zijn geweest, schrijft aan Mad. d'Epinay: "Moi qui ne fis jamais de mal

Er was geen grooter blasphemie mogelijk dan de verzen, waarin hij het woord van Genesis: toen berouwde het den Heere, dat Hij den mensch op de aarde gemaakt had, met omgekeerden zin in den mond legde van Nature, die bij hem volkomen als demiurg optreedt: "Si m'aïst Diex li crucefis, Moult me repens dont homme fis."

Wat Reinout betrof, in stede van zijn weerpartij den overtocht van het fis d'or te beletten, had hij met opzet de vaart van zijn paard vertraagd, en reed nu, de lans in de hoogte houdende, den Ridder van den Rooden Arend te gemoet, zoodra deze het koord was overgesprongen. De onbekende, dit bespeurende, hield zijn ros staande.

"Madame Angélique promena sur toute ma personne le même regard connaisseur, que mon maître le marquillier. Je me souviens, que mentalement je fis ce rapprochement, mais sans y mettre d'autre importance.... "Mme Angélique en vint même

Sint-Odulf! dat zal een verwarring geven." "Men zal heden naar een nieuwe kampwijze strijden, welke in Vlaanderen en Henegouwen meer bekend is dan hier, en: la defence du fis d'or genoemd wordt: 't welk zooveel wil zeggen als: de verwering van den gouden draad. Zie slechts: daar komen de knapen aan, om hem te spannen."