Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Zy zijn afgeleid van de mansnamen Alte, Benno, Dammo; beteekenen dus: zoon van Alto, Benne, Damme, Deze namen zijn heden ten dage in Nederland als mansvóórnamen nagenoeg geheel buiten gebruik geraakt. In Friesland kan men nu en dan nog eenen man ontmoeten, die Alte heet; de Benno's echter, vooral ook in den gewyzigden form Binne, zijn daar niet zeldzaam.
En als de meidekens van Damme u zagen, zouden allen achter u loopen, om u uw herte te vragen; maar gij moogt het slechts geven aan mij, Hansken". Hij sprak: "Tracht te weten te komen wie de rijksten zijn, haar fortuin is voor u". Toen vertrok hij, na mij verboden te hebben hem te volgen of te vergezelschappen.
In dien tijd kwamen eenige vrouwlieden en meidekens van Damme vragen aan Nele of zij meibruid wilde zijn en zich wilde verbergen in het struikgewas, met den bruidegom dien men voor haar vinden zou; want, zeiden de vrouwen, niet zonder afgunst, geen jongeling van Damme en 't ronde zou u versmaden; allen zouden willen trouwen met u, die zoo schoon en zoo braaf, zoo jong en zoo frisch blijft: gave van toovernij, gewis.
Eene aanzienlike vrou, te Damme ten jare 1286 wonende, wordt in eene oorkonde van dat jaar, vermeld in de Annales du Comité flamand de France, 1853, bl. 245, genoemd: Ver Gheile van den Dauwe. Dit zelfde woordje ver maakt nog deel uit van eenige hedendaagsche geslachtsnamen, Veraechtens, Vreven, Vertruyen, Vergrietens, Verheyllesone, Verjans, Verjutten en Vernaleken.
Onmiddellijk na de verlossing, en terwijl het volk de wijn der vrolijkheid in al de straten dronk, had Deconinck een bode naar het leger te Damme gestuurd, om de overige ambachtslieden in de stad te roepen.
Toen sprongen al de joden bij, en zij openden het zakje. Als zij zagen wat er in stak, liepen zij in woede naar de jaarmarkt om Uilenspiegel te vinden, maar deze had niet op hen gewacht. Een man van Damme, die aan Klaas zijne kolen niet kon betalen, had hem het schoonste van zijn kateil gegeven, zijnde een handboog met twaalf goed aangezette pijlen.
'k Zie in den bloei der jeugd my lust en hoop ontvlugten, En angstig worstel ik met kommer en verdriet Is 't myn bestemming, God, altoos altoos te zuchten. Hoort gy myn weeklacht niet? Jan Breydel had zich met zijn zevenhonderd beenhouwers in de nabijheid der stad Damme op een mijl van Brugge neergeslagen.
Hij beet er het laatste vleesch af, gaf toen het been aan den hond, die er zijn pooten op stelde en het trachtte te kraken. Toen keek de man naar Uilenspiegel. Deze herkende Lamme Goedzak, van Damme. Lamme, vroeg hij, waarom zit gij hier te eten, te drinken en te jammeren? Heeft een soldaat u misschien eene schudding gegeven? Laas! mijne vrouw! sprak Lamme.
Eenigen verdienden wel dien naam, daarom ook schrijven wij hem hier dankbaar neer. Filips van Elzaten, graaf van Vlaanderen, breidde de voorrechten uit, die Gent, Brugge, Veurne, Oudenaarde reeds bezaten en gaf nieuwe keuren aan Damme, Aalst, Duinkerken. Meest al deze keuren zijn in het Dietsch of Nederlandsen opgesteld.
Als een meester-schilder te Damme kwam om de broeders van een of ander gilde geknield op het doek te malen, bekroop Uilenspiegel de lust te zien hoe hij werkte; daarom vroeg hij om zijne verf te mogen wrijven, en als loon wilde hij slechts eene snee brood, drie duiten en eene pint kuite aanveerden. Terwijl hij de verf fijn wreef, ging hij de doenwijze zijns meesters na.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek