Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


De dame lachte Uilenspiegel toe en sprak: Kunt ge mij zeggen, doedelzakspeler, of de weg, die van Damme naar Dudzele leidt, niet veranderd is? Uilenspiegel bleef voortblazen, schudde den kop en bezag de edelvrouwe. Maar waarom ziet ge mij zoo strak aan? vroeg zij. Doch hij speelde voort en sperde de oogen open, alsof hij voor heur in bewondering stond.

En te Damme bond Klaas zijne mutsaards en verkocht zijne kolen; en menigwerf werd hij droefgeestig als hij dacht aan Uilenspiegel, den banneling, die nog in langen tijd niet zou mogen terugkeeren naar de ouderlijke stulp. Soetkin zat heele dagen aan het venster te kijken of zij heuren zoon niet zag aankomen. Deze was nu bij Keulen en kreeg lust in 't hovenieren.

Uilenspiegel antwoordde: Ik ben de zoon van Klaas, die te Damme verbrand werd; de assche van den doode klopt op mijne borst: ik wil Spelle den moordenaar dooden. Is 't Boelkin, die u zendt? vroeg de weerd. Boelkin zendt mij bij u, antwoordde Uilenspiegel. Ik zal Spelle dooden en gij zult mij helpen. -Ik wil, zegde de baas. Wat moet ik doen?

Dat zij niet langer wachten en haastiglijk met alle mogelijke bijstand bij Deconinck te Damme komen zouden. De jonge Gwyde werd, als de naaste bloedverwant van Robrecht, tot Opperveldheer van het leger benoemd, dewijl Willem van Gulik deze waardigheid uit hoofde zijns priesterschaps niet wilde aannemen.

Thijl, zie eens of gij soms een hammetje vindt in de weitasch? Een half, antwoordde Uilenspiegel. Uilenspiegel gaf het hem en Lamme at het heel op. Dat hammetje deed mij deugd, sprak Uilenspiegel, als Lamme gedaan had. Mij ook, sprak deze. Maar nooit zal ik mijn liefste terugzien, zij is weggeloopen uit Damme. Rijdt gij mede om ze te zoeken? Ik wil wel, antwoordde Uilenspiegel.

Moeder en zoon gingen toen naar het huis van Nele, naast hunne woonstee, vóór dewelke zij een der landsknechten zagen, die men uit Brugge ontboden had, uit vreeze voor de onlusten, die tijdens de uitspraak en gedurende de lijfstraf konden uitbreken. Want Klaas werd geerne gezien door de burgers van Damme. De soldenier zat vóór de deur, en zoog de laatste droppelen uit eene bottel brandewijn.

Overwegende, dat de weerwolf een beest is dat leeft van bloed, doch geenszins de dooden besteelt, meende de baljuw van Damme, dat het ondier zekerlijk moest gevolgd zijn door diepers, die, voor hun snood gewin, rondzwierven langs het strand.

Maar zij verbergt eenen schat, die, als ik het goed voorheb, het erfdeel van Klaas is, den ketter, die te Damme levend verbrand werd: zevenhonderd karolussen, waar verbeurdverklaring op rust; doch de goede koning Philippus, die zoovele zijner onderdanen deed verbranden om te erven van hen, kon dien lieven schat in zijne klauwen niet krijgen.

Een gelukkig toeval heeft ons wonderlijk gediend: de Deken der beenhouwers het slot Male vernield hebbende, heeft Mijnheer De Mortenay al de Klauwaards uit Brugge doen vertrekken, en nu bevinden zich de ambachtsgezellen boven de vijfduizend sterk te Damme. Zevenhonderd beenhouwers hebben zich bij ons gevoegd.

Klaas werd vóór hen geleid en hij zag onder het verhemelte den Baljuw van Damme zitten; aan zijne zijden waren de drossaard, de schepenen en de griffier. Op het geluid van de klokke kwam het gemeen in groote menigte toegeloopen, en het sprak: Vele onder de rechters zitten daar niet om naar recht te vonnissen, maar als slaven in dienst van den Keizer.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek