Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Dakerlia zette zich neder en liet hare blikken, vrij en helder, rondom deze kamer dwalen, elk voorwerp glimlachend aanziende, als begroette zij oude, zeer oude vrienden, tusschen welke zij in reeds verre afzijnde tijden had geleefd.
Zijn hart verkrampte, terwijl hij den blik op Dakerlia hield gevestigd en zien moest met welke onverborgene teederheid zij hem gelukwenschte en God dankte om zijn behoud. Dakerlia, zoo op de borst van Robrecht tranen van liefde stortende? Het deed hem sterven van minnenijd en haat.
Zij was toch zoo schoon en zoo ontzagwekkend, zijne verloofde, die daar op den rand van den waggelenden toren lag te slapen als een onnoozel kind dat sluimerd op de kruin van eenen vulkaan. Waren Robrecht en zijne gezellen bleek, vermagerd, gekwetst, vuil en gescheurd, Dakerlia had geheel het voorkomen der gezondheid van den zielevrede en der zindelijkheid behouden.
Dakerlia wilde antwoorden; maar de spraak verstikte in hare keel en zij begon overvloedig te weenen. Deze onverwachte vraag had haar zoodanig ontsteld, dat zij wankelend tot haren zetel liep en met de handen voor de oogen er zich op liet nedervallen. Maar de stilte die haar omringde riep haar tot bewustzijn terug. "Ach, Robrecht, Witta, vergeeft het mij!" kreet zij.
Maar Robrecht greep haar den arm en trok haar naar de deur, terwijl hij haastig zeide: "Kom, kom, zuster: Dakerlia moet het weten." Het meisje weerstond hem eensklaps. "Dakerlia?" morde zij, "o, neen, nog niet!" "Zij is droef, zij lijdt, Witta." "Ja maar, die onverwachte tijding ..." "Welnu?" "Die onverwachte tijding zou haar kunnen ziek maken, haar kunnen doen sterven.
Dakerlia ging op de punten harer voeten binnen; zij sloeg nog eenen blik op haren vader, wiens oogen weder gesloten waren ... Dan vatte zij Robrecht de hand, leidde hem tot in het diepe der kamer, toonde hem sprakeloos de knielbank voor het groote kruisbeeld dat aan den muur hing en liet zich er op nedergaan. De jongeling zette zich nevens haar; beiden bogen het hoofd in een vurig gebed.
Onder den druk zulker bedroevende overwegingen stapte hij langzaam voort, zich op voorhand geweld aandoende om zijne treurigheid voor Dakerlia te kunnen verbergen. Ook, toen hij zijne woning had bereikt en in de zaal trad waar zijne dochter met Robrecht en zijne zuster zich nog bevonden, speelde hem een glimlach op de lippen, en hij beantwoordde hunnen blijden groet, alsof niets hem bekommerde.
Tot dan had hij zonder strijden over zijne zuster en Dakerlia van nabij gewaakt; maar deze pijnlijke gedachten ontrukten hem eenen schreeuw van wanhoop. Hij hief zijn zwaard in de hoogte, sprong vooruit aan het hoofd zijner mannen en ontvlamde hunnen moed en hunne krachten door zijn voorbeeld en door zijn vurig woord. De vijanden werden teruggedreven, omvergeworpen en verstrooid.
Gisteren heb ik u van den gansenen dag niet gezien, en nu is het reeds middag!" "Veel bezigheid ... een onverwacht geval hield mij terug, Dakerlia", antwoordde jonkver Sneloghe, als aarzelde zij om eene klaardere uitlegging te geven. "Maar laat ons nederzitten en spreken wij van u, vriendinne. Hoe gaat het heden met u?" "Wel genoeg, gij ziet het." "Nog zoo bleek!
Ik zag er die er wel zeven of acht rondom zich hadden." "En gingen die kinderen ter begrafenis, Dakerlia?" "Het is eene wonderlijke gewoonte, ginder, Witta. Waar het niet volstrekt onmogelijk is, heeft de Kerel altijd zijne vrouw bij zich, en zijne kinderen zelven verlaten hem zelden. Wat eerbied en wat genegenheid een Kerel zijne vrouw betuigt, is bijna niet begrijpelijk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek