Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
Toch telkens wanneer je zoo stond, schouder aan schouder, lichaam naast lichaam, eigen gedachten-bewegen naast dat van 'n ander, hoofden ontelbaar rondom, dee je niks meer afzonderlijk. Gelijk de adem uit die koppen in de vaal-grauwe winterlucht zoog, de harten klopten, de oogen staarden, de longen wiegden werd je driftig met de andren, vroolijk met de andren, neerslagtig met de andren.
"...Poddy, Poddy hoe hei-'k 't met je?", brabbelde Eleazar, woordjes zoekend, schuw en triestig. Z'n gezonde stem leek hard bij 't gebroken, stervend lichaam. Al wat je zei werd van 'n hinderlijke grofheid, stiet af op de felle wanhoop van 't ellendig bed met z'n etterplassen en bloedstollingen. Bij tijjen dee zwijgen je zeer, vond je de zekerheid van je stem die pr
Het stond den volgenden morgen uitvoerig in het plaatselijk blad, doch de détails, de ware oorzaak zou niemand te weten komen. Details èn oorzaak bleven in Chris' hart begraven. Dien avond, nog ganschelijk niet genezen van de beruchte nachtmerrie, huiverig en angstig, had ze bij de kaars zitten soezen tot meneer de buitendeur grendelde. Dat dee meneer altijd zelf.
Kijk! ik werd zoo kwaad menheer! dat ik docht een beroerte te krijgen; en ik docht: wacht, dikke! hou jij maar reis 'en oogenblikkie op, dan zel ik reis-meepraten want weetje wat? ik meende ze vierkant te zeggen dat ik 't niet en dee.
Dan duikelde hij nog eens onder, als om de ziel van het water meê te nemen en liep dan blinkend, roos als een roos in de witte nevelen naar de Reynaert en hij zong: Zoo dee Adam Zoo dee Adam Zoo dee Adam's zonen. Adam had zeve zone, zeve zonen had Adam.
Endeliek stund de trein stille en zee men: Grönningen, en de hoezaor sprung overende, dee zien verschrikkeliek slagzweerd umme, slueg an en vrueg: »heeft er ook nog iemand wat te reclameeren?" Ik dachte an de worst en zee: »dat is te zeggen vrindschap..."
Soms blies ze op d'r verkleumde handen en dee dan zoo machteloos dat ik maar tegen d'r zat te gillen: Hoû je vast! Hoû je vast! Nou ze hield zich vast, maar daar kwammen we niet verder mee. De zee begon dan toch wel weer zoo barbaarsch te doen, dat ik op 'n gegeven oogenblik dacht: Jonge, Koos, zoo kon je wel eens alleen op dien lichtopstand blijven zitten.
Nou lag-ie weer, nijdig, klaarwakker, niet meer in staat te slapen van moeheid. 't Daglicht begon door de gordijnen te schemeren. Dat was de vierde nacht. 't Zou morgen ook wel zoo zijn, overmorgen ook. 't Was om uit je vel te springen. Je dee net zoo wijs om je te verdrinken as te trouwen. ..."Dollef!"... "Wat is d'r nou weer!" "Zal ik 'm morgen maar laten trekken?" "Mot je zelf weten!"
"Heb je 't?" "Ja gromoe." Uit z'n warmen broekzak haalde het ventje een medicijnflesch, half-gevuld. Met d'r bevende skelet-handen nam ze het aan, dee de kurk er af, rook even, dee 't weer dicht en moffelde het weg in haar zak. "Hoeveel geld heb je over?" "Vijftien cent." Netjes telde hij de warme centen uit op de vensterbank. "Die zijn voor jou, Sjors. Zal je niks zeggen?" "Nee, gromoe."
Het was echter op een zonnigen Septemberdag dat zulk een voorval werkelijk plaats had, juist toen enkele onderwijzeressen, waaronder ook Hedwig, thuis kwamen van een middagwandeling langs de schilderachtige rivier de Dee, waarop plezierbootjes en zeilschepen tot een frisch watertochtje schenen uit te noodigen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek