United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij nemen het zeezout op, verzamelen als het ware de vaste bestanddeelen van het water, en worden daardoor de wezenlijke vervaardigers van kalkgrond, zij maken koralen en zeesterren.

De vrouw wordt er bestendig achterlijk door gehouden; de man in mindere mate, omdat hij door zijn normale maatschappelijke werkzaamheden tegelijkertijd meer ontwikkelende invloeden ondervindt. Maar toch wordt ook hij nog in groote mate daardoor benadeeld, terwijl onze geheele beschaving er door belemmerd en in verkeerde richting gedreven wordt.

In dergelijke »Sprüche" en »Bîspeln" geeft Walther gewoonlik zijn politieke journalistiek ten beste en heft daardoor ook zijn schimpdichten en zijn bedelpoëzie boven die van het ogenblik tot de waardigheid van werkelik diepere dichtkunst op, een poësie soms satiries, filosoferend of moraliserend.

Welnu dan, luister: Het was betrekkelijk korten tijd voor Tak's dood en ik vraag u meteen: kent gij, jonge vrienden, behalve zijn naam, ook zijn werk? Hoevelen uwer, die toch waarlijk wel wat geld kunt missen, bezitten die keur daaruit: Herdrukken uit de Kroniek? dat hij mij opdroeg twee werken te recenseeren in De Kroniek. Een daarvan was Geertje. "... en," zei hij, terwijl ik al bij de deur van zijn kamer was, het was bij hem thuis, "dat boek," op Geertje wijzend, "en de schrijver zijn mij heel lief." Nu weet ik niet, of gij onmiddellijk begrijpt, dat ik toen voelde, dat de Tijd mij toelachte [p.298] èn dat die glimlach wel degelijk voor mij was bestèmd, misschien vindt ge dat gevoel wel "overdreven" en zeer zeker begrijpt ge niet, waarom ik toen zelfs meende Zijn hand te kunnen grijpen, waarvan de aanraking op wonderbaarlijke wijze voor langen tijd zekerheid in 't gaan: zelfvertrouwen geeft. Toch was dit niet overdreven. Als gij Tak hadt gekend en daarvoor is het nog niet te laat, want is het werk van zóó'n man ten slotte niet zijn allerbeste kenbaar deel? èn gij wist als ik dat Geertje een van de allerbeste, innigst gevoelde en soberst gegeven werken der heele hollandsche literatuur is en dit zult gij weldra inzien dan zoudt gij begrijpen hoe gelukkig een jong auteur zich moest gevoelen die van dièn man diè opdracht kreeg. Dat was een verfrisschende opfleuring van den geest, een sterke aanmoediging, precies wat die waarlijk-zachtmoedige geboren-Leider van menschen er dan ook mee bedoelde, waar hij altijd en altijd mee bezig was: jonge menschen, die het geluk hadden zijn weg te kruisen en in wie hij, zij 't veel, zij 't weinig, talent vermoedde, te steunen, te sterken en vriendelijk tegen hen te zijn, met héél zijn hart ... ja, dat was nog eens een ménsch.... Maar hij stierf.... Toen had de Tijd zijn hand teruggetrokken.. Ik las Geertje ten einde, maar maakte verder geen aanteekeningen; die welke ik gemaakt had, reikten niet verder dan tot over de helft van het eerste deel.... Ik zette het boek bij het andere werk, dat hij mij toen gegeven had, vooraan in mijn kast, dat het mij, o ja ik wist het wel: een weemoedige, maar vooral toch een heerlijke herinnering zou zijn, mijn heele leven. Erover schrijven en bij een andere redactie om opname vragen ... nee, wel bedankt, dat wilde ik niet.... Bovendien, ik voel heel diep de beteekenis van het stil en als-onaangedaan wachten in het leven.... Ik voelde ook wel, dat ook deze bewegingsfiguur eens zou terugkeeren in dien grooten en plechtigen ommegang van den Tijd, de Lotgevallen en de menschen en dat zij dan, zooals ik reeds zei, beteekenis-voller zou zijn en mìj rijper zou vinden. Het eerste en het tweede zijn nu gebeurd, want zou het inderdaad niet van veel grooter beteekenis zijn, dat ik nu het geluk mag hebben, duizenden [p.299] en duizenden ouderen en jongeren in dit voortreffelijke werk in te leiden, dan dat ik toen een opstel erover had geschreven in De Kroniek, d.w.z. voor een uitgelezen maar zeer kleine schare lezers, waarvan het meerendeel, vermoedelijk, literair even sterk voelde als ik-zelf?! En wat het derde betreft ... moge daarvan dit opstel getuigenis afleggen! Want doet het dit niet, neen dan zou het toch zijn, alsof de Tijd mij ook ditmaal de hand niet hadde gereikt, want sterkt hij door die aanraking een mensch, deze sterke dan ook hem, opdat hij weer anderen sterken kunne. Geeft hij dan de gelegenheid, de ander geve hem de daardoor mogelijk geworden, juist voltrokken daad.... Doch hoe d

En daardoor klaagden zachte herinneringen aan vroeger samenzijn, en woorden waren er warm als rood bloed, zonnige verzekering van weêr oplevende vriendschap, want 't was een brief van vertrouwen, na veel lang over en weêr gekijf. Niemand was gekomen; boven zijn hoofd, op het eerste bordes rommelde de meid die de kamers daar deed; overigens was het stil.

Het Delische systeem is, ten slotte, het koloniale systeem in het klein; en de toestanden op Deli op kleinere schaal en behoudens de verschillen veroorzaakt daardoor dat zooveel koelies niet-Inlanders zijn, vrijwel dezelfde als die in de geheele kolonie.

Ik weet niet, hoe het kwam; maar het scheen mij toe, als of hij daardoor afleiding aan het gesprek wilde geven: en het was of een geheime stem mij influisterde, dat, zoo die diefstallen al niet op rekening van Zwarten Piet moesten geschoven worden, Andries althans daar meer van af wist dan hij zeggen wilde.

Noodzakelijk was dit koude uitstapje geenszins geweest, doch ik werd tot het ondernemen van den tocht geprikkeld juist door de strenge maatregelen, die men genomen had om mij aan boord te houden. Het gevaar, dat ik daardoor geloopen had, werd dan ook geenszins opgewogen door de genoegens van den wal. Alleen smaakte ik het genot mij een korten tijd vrij te gevoelen.

Begrijpelijkerwijze is de oppervlakkige leeken-critiek van den rap oordeelenden schouwburgbezoeker daardoor in de war geraakt. Deze meende dat Goethe symbolen, voorbeelden wilde geven. Er is ook al weer iets van aan: iedere ziel, tot op haar kern doorschouwd, opent den toegang tot vele gelijkgestemde zielen. Verder treden in het treurspel nog op "de secretaris", "de graaf", "de koning" enz.

De nomaden noemen deze jagers onrein. Zij bedekken zich het lichaam met de huid van een dezer dieren; zij steken hun rechterarm in den hals, en bewegen dien op zoodanige wijze, dat zij de bewegingen van den vogel zelven nabootsen; met hunne linkerhand nemen zij graankorrels uit een broodkorf, die aan hunne zijde hangt, en strooien die vóór zich heen; de vogels worden daardoor naar kuilen gelokt, waar jagers zijn gesteld, die hen met stokken doodslaan.