Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Ge waart door een stralenkrans omgeven en om u zweefden allerlei hemelsche gedaanten." Hij hief zijn blik op tot het kruisbeeld. "Maar," vervolgde zij, "zeg mij nu waar Cosette is? Waarom haar niet bij mij op 't bed gelegd, tegen 't oogenblik dat ik ontwaken zou?" Hij antwoordde werktuiglijk iets, dat hij zich later nimmer meer kon herinneren.

In dat schrikkelijk riool heeft hij mij op zijn rug gedragen. Ach! ik ben een gedrochtelijke ondankbare. Cosette, na uwe voorzienigheid te zijn geweest, is hij de mijne geworden. Verbeeld u een schrikkelijken modderpoel, waarin men honderd malen kon verdrinken, in het slijk verdrinken. Cosette, hij heeft er mij doorgeworsteld.

Dit was een oud wiegelied, waarmede zij eertijds haar kleine Cosette in slaap zong, en 't welk haar nu in de vijf jaren, gedurende welke zij haar kind niet meer had, niet in den geest was gekomen. Zij zong het met zulk een treurige stem en op zulk een zachten toon, dat zij zelfs den ongevoeligste zou hebben doen weenen.

Voor het eerst, sedert zij met elkander leefden, was de wil van Cosette met dien van Jean Valjean in tegenspraak, en waren beiden, zoo niet in botsing, ten minste in wrijving met elkander geweest. Aan de eene zijde had zich tegenwerping, aan de andere onwrikbaarheid bevonden.

Hij ging voort; de woorden vloeiden hem uit den mond, 't geen aan de hemelsche opgetogenheid der vreugd eigen is. "Hoe verblijd ben ik u te zien! Zoo ge wist, hoe gij hier gisteren ontbroken hebt. Goeden dag, vader; hoe gaat het met uw hand? Beter, niet waar?" En voldaan met het gunstig antwoord dat hij zich zelven gaf, vervolgde hij: "Wij hebben veel over u gesproken, Cosette en ik.

Cosette was, hoewel op andere wijze, niet minder ontsteld. Zij begreep niet, de adem ontbrak haar; wat zij zag scheen haar onmogelijk, eindelijk riep zij: "Vader, wat is er toch op deze wagens?" Jean Valjean antwoordde: "Tuchtelingen." "Waar gaan zij heen?" "Naar het bagno."

Ik zou wel door de achterdeur willen komen, die voor de dienstboden is, maar dit zou misschien verwondering wekken. 't Is misschien beter, geloof ik, dat ik door de voordeur ga, zooals iedereen. Waarlijk, mijnheer, ik zou Cosette nog wel eens willen zien. Zoo zelden als 't u zal behagen. Stel u in mijne plaats, ik heb niets meer dan dat. En men moet ook voorzichtig zijn.

Ge weet, dat hij mij een brief aan Thénardier liet teekenen, om haar terug te eischen. Zij zullen immers geen tegenwerpingen maken, niet waar? Zij zullen Cosette wedergeven? Zij zijn immers betaald. De overheid zou 't immers niet veroorloven, dat men een kind behield, wanneer men betaald is. Lieve zuster, wenk mij niet, dat ik zwijgen moet.

Zij kon geen tegenwerpingen maken, maar beet zich op de lip en haar gezicht nam een uitdrukking van haat aan. Intusschen beefde Cosette. Zij waagde toch te vragen: "Is 't waar, madame? mag ik spelen?" "Speel," zei vrouw Thénardier met vreeselijke stem. "Dank u, madame," zei Cosette. En terwijl haar mond vrouw Thénardier dankte, dankte haar ziel den reiziger.

Eindelijk zou hij de schim van den kolonel van dezen schandelijken schuldeischer verlossen, en 't was hem alsof hij de gedachtenis zijns vaders uit de gijzeling ging bevrijden. Behalve dezen plicht rustte een andere op hem, namelijk, zoo mogelijk, de bron des fortuins van Cosette op te sporen. Daartoe scheen zich de gelegenheid aan te bieden. Misschien wist Thénardier iets.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek