Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


Hij zou met Howard, Etienne en Cor wandelen; Eline en Otto voegden zich bij hen en de kinderen, zelfs Memée en Kitty, bestormden, onder de hoede der drie meisjes, den reeds aangespannen tentwagen. Door de eetkamer scheen een orkaan gewoed te hebben. De stoelen stonden schots en scheef.

De vijver lag als een ronde spiegel midden in het frissche groen der gazons, bespikkeld door eene witte, fladderende vlucht duiven. Wat een alleraardigst uitzicht, sprak Eline verrukt. Maar kijk, wie wuift daar? O, dat zullen grootmama en de tantes zijn! riep Cor uit.

Etienne, Cor, schei toch uit, Cor! riep zij aan den arm van Otto, Etienne en Cor toe, die een droefgeestig boe! tegen de koe bauwden, om haar bang te maken.

"Nou zitten d'r nog drie in 't zakje." "Nee, Jetje, ik wil d'r geen meer hebben." "Toe, mevrouw, 't is nog zoo'n lekkere." "Die 's voor jou Cor. Zoo, de boel is op." "Tante, daar is de prinses weer." "Wat blijft ze lang an 't strand, vin u niet?" "Ze heeft u gegroet. Heb u gezien? Wat 'n lieve vrouw." "Ja, die is nou heelemaal niet trotsch." "Hoera! Hoera! Oom zit in 't water!" "Hendrik!"

Ook de "jongens": Howard, Otto, Etienne en Cor, dreef zij de deuren in; zij was al angstig genoeg over wie daar buiten waren, en het hielp niets of zij uitkeken.... als ze soms dachten, dat de kinderen er eerder om zouden komen!

Ach, wel neen! riep Eline, maar Cathérine, Cor de adelborst en de meisjes, Henriette en Marianne, beweerden, dat zij het nu niet wilde erkennen en zij maakten zulk een luidruchtige vroolijkheid om Eline, die zich verweerde, dat Etienne er door werd medegesleept en hen allen weldra overschreeuwde.

't Was dus geen wonder, dat Bob er weldra een getikt had. Dezen keer was Cor Valk de zoeker. En nu gelukte het Bob een plaatsje te vinden, waar men hem, naar hij dacht, stellig nooit zoeken zou. 't Was wel eene gewaagde, ja, zelfs zeer gewaagde onderneming van hem, maar het gevaar dat hem dreigde van den kant van den schoenmaker was hij nu al geheel vergeten.

Wij waren nu nog met ons zessen overgeschoten, in deze volgorde: 1. Jan van der Vliet. 2. Tines Wobbe. 3. Dorus Volmaar. 4. Bob de Wild. 5. Cor Valk. 6. Karel Buurs. Jan en Tines waren nu dus het eerst aan de beurt, en wij durfden gerust voorspellen, dat Jan het verliezen zou. Hij was wel een goed steltlooper, maar Tines was de vlugste van ons allen.

"Helaas!" zei de gewaande monnik; "cor meum eruclavit, dat wil zeggen, ik was bijna van schrik gebarsten! Maar mij dunkt, er zullen schutters en boeren bij elkander, ten minste vijfhonderd man bijeen zijn." "Hoe!" zei de Tempelier, die op dit oogenblik binnentrad, "zijn de wespen zoo groot in aantal? Het is tijd, om zulk een kwaadaardig geslacht uit te roeien."

"Kijk 's, daar gaat een jacht. Hoe eng om 's avonds te zeilen." "! Haast met 't zeil in 't water. Vreeselijk angstig! Oe! Oe!" "Oe, oe!" "Oe!" Tante en Cor en Jet springen met angstige gilletjes op. De vloed is in eens met zoo'n kracht op komen zetten, dat 't water tot aan de verlakte laarsjes spat. Maar 't loopt dadelijk weer terug. "Zouen we nou maar niet gaan verzitten?" ", nee, tante!"

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek