Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 oktober 2025


Toen wij daar aankwamen was er in de heele plaats slechts één huis meer beschikbaar, en in dat huis slechts ééne kamer, met één bed. Ik boog en glimlachte. Absoluut geen bezwaar van mijn kant. Ik vond het best. Maar horizonnen over het verleden leven van meneer Cathoen gingen eensklaps als ondeugende openbaringen voor mij open.

De Duitschers hebben onze neutraliteit geschonden, meneer Cathoen, wij moeten onze onafhankelijkheid verdedigen, trachtte ik in 't midden te brengen. Maar hij sneed mij heftig het woord af en riep uit: Onze neutraliteit! Onze onafhankelijkheid! Tuttuttut... dat zijn dingen die wij niet kennen, die wij niet hebben! Wat kunnen wij, onnoozele dwergen, tegen die reuzen op! Als ik nu bijvoorbeeld tegen Fietriene 1) (Fietriene was zijn nieuwe meid, sinds een paar maanden in zijn dienst gekomen); als ik nu tegen Fietriene zei: "Fietriene, doe die deur eens open," en Fietriene zou weigeren, gelooft gij dat ik, die de sterkste ben, daarom zou laten die deur te openen? Tuttutut... ze zijn allemaal zot geworden in België, d

Ik drukte de hand van Fietriene, wenschte haar tot wederzien, zoo gauw mogelijk, in Vlaanderen, op haar huwelijksfeest. Zij lachte schel en keek mij even aan, met vurige koonen en oogen die eensklaps wild blonken. 't Was of ik iets verschrikkelijk-ondeugends had gezegd. Mijn groeten aan de juffrouwen, zei ik nog. En buigend onder de deurlijst stapte ik met meneer Cathoen naar buiten.

Pardon, meneer, pas aangekomen, verzekerde de man. Wat! riep meneer Cathoen, opgewonden tot het stalletje naderend. Waarachtig, het waren de couranten, die anders slechts een uur later bij hem werden bezorgd en waar hij dan verder gansch den avond in te lezen zat, steeds hopend er 't bericht te vinden van de groote overwinning, die den gehaten vijand uit 't geliefde land verjagen zou.

Meneer Cathoen, die nooit reisde, in een vreemd land, dát alleen trok mij reeds machtig aan. Ja, ik wou, ik móést hem zien! Ik wilde hem zien en hem hooren; ik wilde weten hoe hij, de eigenaardige bij uitnemendheid, op de schrikwekkende tijdsomstandigheden en gebeurtenissen reageerde.

Ik zei het aan meneer Cathoen, die even een zucht loosde. Ach, als men maar altijd een landgenoot en vriend bij zich had! klaagde hij. Tuttuttut, ge moet geduld en courage hebben, meende Fietriene. Ik was opgestaan. Ik glimlachte bemoedigend en strekte de hand uit tot afscheid. 'k Ga met u mee tot aan de statie, besloot eensklaps meneer Cathoen.

Wij ontmoetten slechts enkele vage schimmen van menschen, die met gesmoorde stem groetten en den politie-diender, die nog steeds op 't pleintje stond en vriendelijk-beleefd meneer Cathoen bij den naam noemde. Hier en daar, achter de nog niet dichtgeluikte ramen, begon een zwak lichtje te pinken.

Maar meneer Cathoen werd zenuwachtig-gejaagd. Het kon niet anders, herhaalde hij, als om zich te verontschuldigen; het kon niet anders, want te veel menschen uit het dorp, die gelijk met ons vluchtten, hadden ons hier samen gezien en wisten dat wij dezelfde kamer bewoonden. Ik wil later toch weer als een degelijk man voor mijn medeburgers verschijnen. Nogmaals boog ik, een en al goedkeuring.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek