Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Capitán Tinong wist niet wat hij zou antwoorden. Capitana Tintjang, niet tevreden met deze overwinning, wilde hem geheel vernietigen, en met gebalde vuisten op hem toetredend, voer ze tegen hem uit: "Heb ik daarvoor jaar in jaar uit gezwoegd en gesloofd en gespaard, dat jij met stommiteiten de vrucht van mijn inspanning zult wegsmijten?

Om twee uur 's middags hield een kar, door twee ossen getrokken, stil voor het gemeentehuis. De kar werd omringd door de menigte, die hem wilde uitspannen en vernielen. "Dat moet je niet doen," zei Capitana Maria, "wou je dat ze te voet gingen?" Dit weerhield de menschen. Twintig soldaten traden naar buiten, en omringden het voertuig. Daarna verschenen de gevangenen.

Ik zou je bijna aanraden je testament te maken... Vae illis! Ubi est fumus est ignis! Simili gaudet atqui Ibarra ahorcatur, ergo ahorcaberis." En misnoegd schudde hij het hoofd. "Saturnino, wat scheelt je?!" kreet Capitana Tintjang vol ontzetting. "Och lieve God! Hij is dood! "Een dokter! Tinong, Tinongoy!" De beide dochters kwamen toegeschoten en alle drie begonnen te jammeren.

"Nu", zei Capitana Maria ernstig, "als ik rijk was zooals u, dan zou ik mijn zoons vrij laten reizen: 't zijn jongelieden, en 't zullen eenmaal mannen moeten wezen...Ik heb wel niet lang meer te leven...we zouden elkaar in 't andere leven terugzien. Zoons moeten er naar streven, wat meer te zijn dan hun ouders, en als we ze aan den leiband houden, leeren we ze alleen kind zijn?."

Als ik een dochter had, dan woû ik dat hij mijn schoonzoon werd: iemand die een goed zoon is, zal zeker een goed echtgenoot zijn en een goed vader ook, gelooft u dat maar, zuster Rufa!" "Nu, ik denk er anders over. U mag zeggen wat u wilt: al schijnt het ook dat u gelijk heeft, ik blijf den pastoor gelooven. Voor alles zorg ik voor 't heil van mijn ziel. Wat zegt u, Capitana Finay?"

"In allen gevalle," voegde zuster Roefa erbij, "moet men nooit vergeten, dat het een groote zonde is, de hand op te heffen tegen een gewijd persoon, een heilig man." "De nagedachtenis van iemands ouders is nog heiliger," hervatte Capitana Maria. "Niemand, zelfs de Paus niet, en nog minder Padre Dámaso, mag zoo'n heilige nagedachtenis ontwijden!"

Maar inplaats van te kunnen bijdragen tot deze overwinning, was ik zoo ongelukkig gevangen genomen te worden bij het gevecht. Nadat Rehali, de vermetele zeeroover en Koning van Algiers, de galei Capitana van Malta genomen had, kwam het schip van Andrea Doria, waarop ik dienst deed, de bemanning te hulp.

"Och, wat 'n vreemde ideën heeft u!" riep Capitana Finay ontsteld uit, en sloeg weer de handen in elkaar. "'t Is net of u geen pijn geleden heeft, toen u uw tweelingen kreeg!" "Juist omdat ik ze met pijn ter wereld heb gebracht, en ze behoorlijk heb opgevoed, al zijn we nog zoo arm, wil ik niet, dat na al de moeiten en zorgen die ze ons gekost hebben het maar halve mannen werden..."

't Was zuster Roefa. "Maar..." "Mijn zegen niet meer geven, dat nooit!" viel de goedige Capitana Finay in, "een moeder mag zoo iets niet zeggen ...maar ik weet niet, wat ik doen zou ... ik weet niet.., ik geloof dat ik 't besterven zou...ik zou hem...nee! Lieve God! maar ik zou hem niet meer willen zien...maar wat komt 't er toch bij u op aan, Capitana Maria?"

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek