Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Maar Keye hoorde al niet meer; hij luisterde aan de wenteltrap naar de kreten der angstige vrouwen boven en hij meende, naderde vernietiging voor Camelot en dood voor alle burchtzaten, bij God van Hemelrijk, hij zou niet dat onridderlijke leven betreuren maar het gaarne verwisselen voor goede plaatse in Paradijs, waar hij zeker seneschalk zoû worden bij een der heiligen, Sint Michiel, Sint Jan, als vergoeding voor alles wat hem op aarde onthouden was.
Mistroostig luisterde hij naar de opgewonden gesprekken om hem heen, tot eindelijk Walewein, de teleurstelling van zijn vorst bemerkend, aanbood om den vreemdeling te gaan zoeken. Zijne naspeuringen waren echter tevergeefs! na eenige dagen keerde hij onverrichter zake in Camelot terug.
En waar gaat gij henen, Gawein, alleen en loopende blootshoofds in het stof van den langen weg, geen ridder gelijk maar een banneling, die niet weet waar zijne schreden hem voeren? Lace, Morgueine, weet ik waar henen ik ga? Zal ik tot Camelot keeren om Keye, voor wien ik vrees, zijn schere met mij drijven te doen? Ik ga, ik ga, ik en weet niet waar henen; ik ga, ik ga voor mij uit!
Velen, die anders zeker tegen de moeite en kosten, aan den langen tocht naar Camelot verbonden, zouden hebben opgezien, besloten thans toch de reis te ondernemen, ten einde dit belangwekkende schouwspel bij te wonen. Ook in het paleis van koning Arthur sprak men weken van te voren over niets anders dan over de komende feesten te Camelot.
Dat zij dan! zeide hij, opstaande, de rimpels nog diep gefronst. De jaren zijn gewenteld, de straf is voltrokken: mijn arme kind, heb ik, wil ik eerlijk zeggen, nie ende nooit gevloekt hoewel ik zeide, dat ik het deed; zij heeft er, Gawein, de vrucht van haren schoot bij in geboet, zeg ik; gijzelve, Gawein, gij zijt een dapper wigant, hoewel gij een roofridder zijt van damoselen en van scaecspelen.... Bij mijne trouwe, ik bedenk mij, o roze: weet gij ook iets van een zwevende scaec niet het eerste, van tien jaren her, dat uw heere oom met zijne bruid mede naar Camelot voerde maar van een
Tegen den avond voelde zij zich dan weer moe en slap en de wijze artsen schudden hunne geleerde hoofden en spraken van geduld en langzamen vooruitgang. Nu de algeheele beterschap der koningin zoo lang op zich liet wachten, kon er geen sprake van zijn, dat zij den koning naar het tournooi te Camelot zou kunnen vergezellen. De vermoeienissen van een dergelijken tocht zouden haar te veel aangrijpen.
Mijn Gawein, dien ik zoo minne, zijt gij gewond?! Gawein, los latende zwaard en schild, voelde onder zijn hart, waar het door de maliën bloedde... En Ysabele begreep, dat hare handen en schoot rood waren van het bloed van Gwinebant en van Gawein beiden. Gawein en Gwinebant zijn beiden gewond! riepen de ridders tot den Koning Artur. Maar Camelot is ontzet! Noordhumberland is op de vlucht!
Het snorde boven Camelot; de fenix vloog aan. Legt Gawein en Gwinebant dadelijk op het wonderbed! riep Merlijn, nog in de lucht, en daalde in het vergier. Terwijl Guenever, met hare vrouwen, van den toren gedaald, naar buiten stortte...... En Lancelot ziende, uit riep: Lancelot! Lancelot! Zijt gij behouden?! En zij kuste en omarmde Lancelot en Koning Artur, zoo krank, deed of hij niet zag.
Lanceloet voldeed aan dit verzoek en vertelde zijn vriendelijken gastheer, dat hij tot de ridders der Tafel Ronde behoorde en op weg was naar Camelot om aldaar aan het tournooi deel te nemen. Tevens verzocht hij hem, van het noemen van zijn naam verschoond te mogen blijven, daar hij als onbekende aan den strijd wenschte deel te nemen.
Dan kwamen de verhalen los over de groote tournooien, over de gastmalen en hoffeesten, welke in het paleis te Camelot gegeven werden en nu was het Gareth, die gretig toehoorde en niet ophield met vragen. Soms gingen die vragen boven het bereik zijner eenvoudige vertellers en kreeg hij dus geen bevredigend antwoord. Zoo leerde Gareth van uit zijn nederigen schuilhoek de hofwereld kennen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek