Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Nu weet, lace, de Koning, nog niet en ietwat van deze droeve Aventure! En uzelve, zoo jong en teeder, wage ik niet te vragen alleen te gaan tot Camelot en ook vreeze ik des Konings gramschap voor u, zoo gij hem meldt, dat twee zijner dierbaarste ridderen keytieven waren, verholen voor aller oogen en nu dood liggen, begraven op kerkhove bij de kapelle.
Tegen het krieken van den morgen maakten Lanceloet en Lavaine zich gereed om den tocht naar Camelot te ondernemen. In de grijze ochtendschemering betraden zij het slotplein, waar de stalknechts van Graaf Bernard hunne paarden bij den teugel op en neer leidden.
Toen Gawein bedankt had voor zoo algemeene deelneming in zijn verlies, hernam hij: Mijn heere Koning, dat ik heden voor u waag te verschijnen is om geen andere reden dan dat ik wederom op queste ben van een Zwevende Tooverscaec en dat ik dit dacht bij u te vinden, maar het Scaec, dat ik op deze tafel zie en waaraan gij speeldet met uwen zoon den prins, dien ik bemin, wellieven Alidrisonder, is niet het Scaec, dat in vroegzomer binnen zweefde in de Ronde Zale van Camelot.
Uit zijn gepeins ontwakend, besloot Lanceloet, zoo spoedig mogelijk een onderkomen voor den nacht te zoeken en daar hij wist, dat hij zich in de nabijheid van het kasteel Astolat moest bevinden, dat op eenigen afstand van Camelot aan de Theems was gelegen, stuurde hij zijn ros in de richting der rivier.
Maar sedert heeft Merlijn het geheim ontdekt tooverbedden te maken, waar de gewonde ridder in minder dan zes uren van zijne wonden geneest: zoo een hebben wij te Camelot en daarom is Koning Wonder onvroô te moede. En Gawein toonde Amadijs het bedde.
In het strijdperk te Camelot verdiepte men zich intusschen in gissingen omtrent het plotseling verdwijnen van den vreemden ridder. Sommigen beweerden, dat zij hem in gezelschap van een jongeling het bosch hadden zien inrijden, anderen weer hielden vol, dat hij het veld niet had verlaten.
Zij zetten zich allen ter neêr, de machtige beenen wijd, met nu en dan nog eens een geeuw. Bi caritate, het wordt wel van groote noye tot Camelot! meende Galehot en gaapte: tien jaar geleden had hij drie draken verslagen en twee jonkvrouwen bevrijd uit betooverde kasteelen, maar als hij niet gaapte, glimlachte hij steeds gracielijk als men van de jonkvrouwen en draken sprak.
Tot uwe moeie, tot mijne schoone dochter, die heette Ysabele als gij heet, en hij, die wigant, hij voerde haar weg, hij schaakte haar, hij bracht haar verre naar Camelot en, lace, zij stierf, van den kinde in haren schoot en van den vloek haars vaders; zij stierf!
Niet lange zoû hij marren te Endi, bedacht Gawein, terwijl hij met groote schreden burchtwaarts keerde: zoo spoedig mogelijk zoû hij keeren tot Camelot maar het liefst zoû hij keeren met het Scaec èn met Ysabele, als zijne zoete bruid!
Weet, riep luide Merlijn; dat Clarioen van Noordhumberland vertoornd is op ons allen van Camelot, omdat gij, mijne gezellen, Endi hebt ontzet en wel groote mortorië hebt aangericht onder zijne wiganten!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek