United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen werd hij met geweld meêgetrokken. »Brrr brrrrilde hij. »Lh-ha-ha-haat me lho-hoszei hij smeekend. »Ik verdrink!» »Geen nood, Pieter, we zullen je wel vasthoudenzei Bob. En toen zij midden in de beek waren, vervolgde hij tot Karel, met een geheimzinnig knipoogje: »Nu moet hij gedoopt worden, Karel. Eén, twee drie, daar gaat Pieter!» »O nh he heen!

Pieter stak opnieuw zijn voet in het water, en toen eenmaal zijn eene been tot aan de knie verdwenen was, volgde schoorvoetend zijn andere. »Brrrzei hij. »Wat is het koudHij beefde inderdaad over zijn geheele lichaam. Karel en Bob besloten aan zijn weifelen een kort einde te maken. Snel liepen zij op hem toe en grepen hem, vóór hij de vlucht had kunnen nemen, ieder bij een arm.

Ha-ha-ha-ha! Wat vermakelijk! Kijk dat ding eens dobberen! Ha-ha-ha!» »'t Bevalt hem er nietriep een ander. »Brrr! Help toch, menschen, help! Brrr! Brrr!» »Toe man, haal er den jongen nu uit! 't Is nu mooi genoeg, toe!» »Nu, vooruit dan maarzei de schoenmaker, die het nu ook tijd begon te vinden, om er een einde aan te maken.

Als je, zooals ik, een lijk dat twintig dagen oud was, had opgegraven 's nachts, in 't donker, bij regen, mijn lantaren ging uit...." De ander huiverde. "De doodkist raakte los, de dooie kwam er half uit, hij rook... en als jij hem dan dragen moest.. nou, en 't regende en we waren beiden druipnat, en..," "Brrr! En waarom heb je 'm opgegraven?" De doodgraver keek hem met verwondering aan. "Waarom?

Maar je kon er wat van leeren as je om die steenkolenmijn denkt; , wat een ellendig leven hebben die mijnwerkers; honderden ellen onder den grond en dan lees je zoo dikwijls van ontploffingen en overstroomingen in zoo'n mijn; 'n mensch moet er niet aan denken, als je de kachel opstookt, brrr

"De Koning van Bohemen" zeide de officier met een spotachtigen lach: "pshaw! brrr! als hij hier komt, wordt hij er nog bij geprest ook, de arme man!

De Jonker is niet bang voor schepsels van vleesch en bloed, maar voor zulke wezens, die men met zijn zwaard wel driemaal doormidden kan hakken en dan toch niet gewond zijn. Brrr, 't is om te rillen!" "Dwaasheid!" mompelde Heer Gijsbrecht. "Wees toch niet zoo kinderachtig, Jonker. Zulke wezens bestaan immers niet?"

Ik hoor niets verder, want ik trek aan 't touwtje naast mij en ik krijg mijn douche. Brrr! wat is die koud van daag. De reactie is voorbij, mijn huid begint te gloeien, ik grijp mijn badlaken en wikkel er mij in; ik wrijf, ik schuur, ik zaag met de ruwe oppervlakte langs mijn rug en ik word droog. Buiten is 't des te natter. Ik kom terug in mijn kamer, en ga curgemäss weer te bed.

"Brrr, wat een weêr!" mompelde hij, zijne handen diep in de jaszakken stekende en het water van zijne lippen blazende. "Brrr, echt hondenweer! Wacht, nu komt de regen er ook nog bij, en de sneeuwjacht wordt er niet minder op. Weet je wat, ik moest maar even bij de heks gaan schuilen, anders word ik nog doornat." Dik versnelde zijn pas, en bereikte weldra het hutje.

Hawèl-e-wel-e-wel! Hawèl-e-wel-e-wel!" riep Belzemien, die door geen andere woorden zijn stormachtige gevoelens scheen te kunnen uiten. Coben stond als 't ware stom ten gronde vastgegroeid, het halfgepelde wilgenstokje trillend in zijn zenuwachtig-sidderende handen. Kom, zei Standje. En met plotselingen moed liet hij zich van den oever glijden. Brrr! rilde hij, ondanks het water haast lauw was.