Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Gauw dan wat, jongen!... Pas op!... Dat was d'r haast naast... Nou Marie nog"... "Stilte... Hou even jullie monden!" "Hoor je buiten de stoombooten?" "Wat een lawaai." "Stil dan toch!" "Die klok deugt niet... hij wil niet slaan!" "Hè wat een schot! wat hebben die menschen er an om te schieten!" "Stil! Stil! Hoera!... Hij gaat slaan!" Zachtjes bromt de klok. Ze zitten allemaal stil. Tik... Tik...
Ik staar, geniet, gevoel... Wat is die berg toch heerlijk! Hoe spreidt de stad zich vóor mij uit! Daar rijzen, boven haar, de torens van haar kerken; En 't lang bekende klokgelui Bromt in mijn oor. De markt, waar 'k in mijn kindsheid speelde, Praalt daar, vooraan, met keurgen bouw; De school, waar mijne jeugd aan wetenschap zich voedde, Rijst ginder in 't verschiet... En hier,
's Anderen morgens, als de blaas droog geworden is, kan men er op slaan als op een tamboerijn en zoo men met het rietje wrijft, bromt het schooner dan de viool. En Uilenspiegel ging met zijn rommelpot, die het geblaf van wachthonden nabootste, aan de deur van de huizen kerstliederen zingen, in gezelschap van kinderen, waarvan een, op Driekoningen, een blinkende papieren ster droeg.
Slechts weinige schreden voorbij dien muur, ziet hij links in de vaart weer de trekschuit die men straks is voorbijgereden en waarvan de voerman heeft gezegd dat het de nachtschuit op Amsterdam was. Om twaalf uren, ruim, voer ze af. De groote Domklok bromt twaalf.
"Och, spreek daar niet van, tante!" bad Liesje vriendelijk en zag haar door hare tranen heen lachend in het gelaat; "ik zal niet weder zoo dwaas weenen; maar hoor! dan bromt gij ook niet meer. Ik ga nu met u naar beneden, en zal u helpen de duiven klaar te maken en ze zóó braden, als vader ze graag lust? En hebt gij reeds radijs uit den tuin gehaald of zal ik het doen?"
Bijna dagelijks komt Miranda de lieve Virginia bezoeken; vindt natuurlijk de laatste nog niet gereed, en brengt eenigen tijd door voor den spiegel in het boudoir, waar zij zich nog eens bedient uit Virginia's poederdoos, bromt over het slechte licht, en zorgvuldig elk onderdeel van haar toilet de revue laat passeeren.
Fuchs bromt en Beerencreutz vloekt; maar Gösta doet niets dan lachen. Hoe kunnen ze toch willen, dat een mensch, zoo gelukkig als hij, één van Gods schepselen kwaad zal doen? De groote beer van Gurlita Klätt kwam er dus levend af. Uit zijn winterslaap is hij gewekt, dat zullen de boeren gewaar worden.
Dan is het toch te huis geheel anders. Men wordt wakker op zijn gemak en men heeft geen haast: men ergert zich over een of ander, men bromt een beetje, bezint zich dan eerst ordentelijk, overlegt alles rijpelijk en men overijlt zich niet!" "Tijd is geld! Dat vergeet u," zeide de overste. "Welke tijd?
Parijs toont altijd de tanden; als het niet bromt, lacht het. Zoo is Parijs. De rook zijner schoorsteenen vormt de denkbeelden der wereld. 't Is, zoo men wil, een hoop steenen en slijk, maar bovenal een zedelijk wezen. 't Is meer dan groot, 't is onmetelijk. Waarom? Wijl het durft. Durven is de prijs van den vooruitgang. Alle grootsche veroveringen zijn min of meer de prijs der stoutmoedigheid.
Ieder, wien men zou vragen het geluid, dat de bij maakt, te beschrijven, zou waarschijnlijk zeggen, dat zij gonst of bromt, of zoemt, en daarmee uit. Maar voor den bijenvader is dat jammerlijke vaagheid. Het geluid, dat de bij maakt, is niet één stem; maar een geheel koor; en zij beschikt over een omvang van wel 1 1/2 oktaaf.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek