Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


Zoo vindt men in dit Joeltijdperk dan ook de meeste smuldagen en de meest verscheiden gebaksvormen; zoo worden dan in deze periode de kinderen op allerlei snuisterijen onthaald, voorgesteld als hemelgaven, door de godheid verleend, naderhand nemen Sint Maarten, Sinterklaas, het Kerstkind, de Driekoningen enz. de plaats der chthonische godheden in: ekonomische en religieuze motieven gaan hier hand in hand.

Zoo leidt men ook sympathetisch uit het weer van de eerste 12 dagen van het jaar, dus de dagen tusschen Kerstmis en Driekoningen, het weer van alle volgende maanden af.

Wil men te Venloo zeggen: "wanneer de wind uit het Westen waait", dan luidt dit in den volksmond: "wanneer men de klokken van Blerik hoort". Boven de formuleering: "als het met Lichtmis helder weer is", verkiest men: "als met Lichtmis de zon op het misboek schijnt". En zoo verder: "als 't Kind Jezus geboren is"; "als een balk voor de zon ligt"; "als de zon in een nest ligt"; "als de lucht nog geen warmte kan verdragen". Van het tijdperk na Driekoningen heet het, dat dan de dagen "een hanengeschrei lengen"; en van Apriltje, dat zich het epitethon "zoet" ter wille van het rijm moet laten welgevallen, zegt men teekenend, dat het "nog wel een vilten hoed geeft". Het volk spreekt ook graag van "schaapjeswolken": Schaapjes aan de hemelbaan Duiden wind en regen aan.

Men meende, dat, daar de winden het hevigst bliezen in herfst en winter, Odin het liefst in dat seizoen op jacht ging, vooral in den tijd tusschen Kerstmis en Driekoningen, en de boeren zorgden er altijd voor de laatste schoof of maat graan op de velden achter te laten als voedsel voor zijn ros.

In den jaare 1221, omtrent Driekoningen Dag, zyn door eenen watervloed wederom eenige duizenden menschen en beesten in Friesland om 't leeven geraakt. En den 24ste van February volgde een derde vloed: daar na een zeer groote droogte zonder regen, die de landen de teelkragt, om iets voort te brengen, deed verliezen. Hier op volgde, daags na St.

Te Zwolle was het kaarsjespringen dan ook op oudejaarsavond gebruikelijk: naar men ziet, hangt het noch met den H. Martinus, noch met de Driekoningen samen, maar is het een rudimentaire vorm van de aloude feest- en offervuren. Op Driekoningendag kent men het nog te Breda, Huissen enz.; eertijds was het algemeen in het Noorden van ons land. Zóo was het gebruik eenigermate gekerstend.

's Anderen morgens, als de blaas droog geworden is, kan men er op slaan als op een tamboerijn en zoo men met het rietje wrijft, bromt het schooner dan de viool. En Uilenspiegel ging met zijn rommelpot, die het geblaf van wachthonden nabootste, aan de deur van de huizen kerstliederen zingen, in gezelschap van kinderen, waarvan een, op Driekoningen, een blinkende papieren ster droeg.

Zijn dramatisch element ontleent het geestelijk lied meestal aan het feit, dat het stoelt op de dramatische vertooningen in de kerken, met name tusschen Kerstmis en Driekoningen; zie hierover vooral de beschouwingen van Knuttel in zijn uitnemend werk over het Geestelijk Lied enz., bl. 88 vlg.; Kronenburg, Maria's heerlijkheid V, bl. 434 vlg.

Gegeven nu, dat het eerste winterfeest een vrij groote reeks van dagen in beslag nam, en dat het Joelfeest meestal tusschen Kerstmis en Driekoningen, plaatselijk echter ook vroeger of later kon vallen, dan krijgen we een bijna aaneengesloten feesttijdperk, dat zich van omstreeks het begin van November tot het midden van Januari uitstrekte.

Hierbij zij opgemerkt, dat inderdaad in sommige streken in het buitenland de Vastenavond beschouwd wordt als een verlengstuk van het Joeltijdperk, en de periode tusschen Driekoningen en Aschwoensdag vult.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek