United States or Panama ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dat is gemakkelijk gezeid," merkte Bouke aan: "maar waar vinden wij hem? want alle muiske heeft zijn kluiske." "Waar? wel wis is hij naar Tiel toe, den weg op, waar hij vandaan kwam." "Naar het veer dan," zeide Bouke: "daar hooren wij zeker wat van hem: want vaart men over een sloot, men laat er een brood; vaart men over een veer, men laat er nog meer."

Ik moet onder een vreemden naam een vreemd land opzoeken, en dáár mijn bevordering aan mijzelven dank weten." "De Dominee en Bouke hebben u recht beoordeeld, mijn zoon!" zeide de Baron: "ik zal over uwen voorslag nadenken; staken wij thans dit gesprek en laten wij ons niet als kinderen aan onze droefheid overgeven. De etensbel roept ons aan tafel.

Denkt gij er over na of gij met Joan mede zult gaan of niet? Och! doe het toch, ik zal u ook liefhebben: en dan kunt gij hem helpen onthouden op toch dikwijls te schrijven: want als ik niets van hem hoor, ga ik vast en zeker dood." "Nu Freule, wij zullen zien! Ik wil er wel over denken, maar...." "Geen maren, Bouke! gij moet het vast doen; ik laat u niet los, voordat gij het mij beloofd hebt."

Op het einde dezer alleenspraak, welke de Luitenant zich wel gewacht had te storen, daar hij er niets van begreep, en het praten over het hemd van Zijne Excellentie en den te vangen Jezuïet daar aan toeschreef, dat Reede nog door den slaap bevangen was, verscheen Bouke met de paarden voor de tent.

"Wel kijk!" zeide Bouke: "geen jager zoo vroeg in 't veld, of de strooper was er nog vroeger. Moet je al zoo vroeg er op uit, Jonker?" "Laat mij gaan," zeide Joan: "laat mij gaan Bouke! ik heb haast." "Hei! hei! die haast wordt, haast ontwordt," hernam de oude dienaar: "'t zijn goê spillekens, die zacht draaien en lang loopen. Weet je wat, Jonker?

De mensch loopt de fortuin na en deze komt hem dikwijls in zijn bed opzoeken: dit spreekwoord, dat Bouke dikwijls bezigde, werd kort na het gesprek, dat de Graaf met Reede gevoerd had, aan dezen laatsten bevestigd.

"Ja, zeg hem, dat ik hoop, dat hij op de bruiloft.... maar hij zal toch niet willen!.... hij denkt immers dat ik zijn vader vermoord heb! Hoor Bouke! bedui hem toch, hoe dat in zijn werk is gegaan: en zeg hem, dat ik hoop, dat hij zich van alle schuld vrij zal pleiten, en als hij een Advocaat noodig heeft, hier staat de man, die 't wel betalen zal." "Ik zal 't alles overbrengen, zooals UEd.

Met het inpakken, het uithalen der karren en het maken der verdere toebereidselen tot het vertrek verliep nog een geruime tijd, tot groote vreugde voor Bouke, die, als wij reeds aanmerkten, niets ergers duchtte, dan dat men te ras vertrekken zoude.

Alleen laat ik je niet gaan; dat is eens vooral bij mij bepaald; want je hebt nu zoo lang op je eigen beenen rondgezwalkt, Jonker! dat ik voor den tijd, dat je hier zijt, je kameraad wel weder wezen mag." "En ik herhaal nogmaals ernstig, Bouke! dat ik u verzoeken moet, mij te verlaten, ik moet iemand alleen gaan spreken."

"Die arme Graaf!" zeide Bouke: "doch wat kon hij anders van zulke schelmen verwachten? 't zijn allen fielten en rabauwen: heugt het UEd. nog van die Satansche Jezuïeten? Ja, gelijke monniken, gelijke kappen! De Graaf had zich nooit met hen in moeten laten, want geef je den duim, ze nemen je de heele hand."