Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Dezelfde sergeant, die Bouke gevangen had, stond in het midden van den weg en gaf zijn bevelen, toen er opeens een boer door de menigte kwam dringen en zich met luider stem bij hem beklaagde, dat de soldaten, die bij hem gehuisvest hadden, zijn ossen hadden medegevoerd en hem, op zijn beklag hierover, met slagen en scheldwoorden hadden betaald, schoon hij stellig wist, dat de Overste dergelijke plunderingen verboden had.
Heer Baron! wie een hond wil slaan, vindt licht een stok: maar ik begin waarachtig te gelooven, dat UEd. lust hebt, een stok te vinden." "Zwijg Bouke!.... weet je wat, morgen komt Zijne Hoogheid hier; dan zal ik, dat beloof ik u, over Joan spreken: en heeft hij geen schuld, dan zal hem alles dubbel en dwars vergoed worden."
"Zoo!" zeide Bouke: "nogal fijn van jou bedacht: weet je wel, Geert! dat het erg met jou staat! dat was weer een Menist antwoord! Geert! Geert! doch verder!" "Toen zei hij: ja maar dat zoontje is immers dood, daar je van spreekt?" "Welnu," hernam Bouke: "al had je nu eens neen gezeid, een leugen om bestwil is geen zonde."
"Zou het slootje nu niet goed te pas komen?" vroeg Bouke: "dadelijk weer oververtellen; maar 't zal oele zijn. Dominee en zijn vrouw en 't gansche dorp weten het al." "Weten het al! En ik niet?" hernam de oude vrouw, hoogstens gebelgd: "en ik niet, aan wie Mevrouw zaliger al haar vertrouwen schonk: ik, die altijd de nieuwtjes wist, zelfs vóór Mijnheer."
In dit oogenblik werd de Predikant, die door Reede ontboden was, aangediend: hij trad binnen met een gelaat, dat zoo treurig en strak stond, als had hij de mis in zijn kerk hooren lezen: hij boog, zonder een trek van zijn aangezicht te verroeren, voor den Baron, knikte even stemmig Joan en de Freule toe en zette zich onder het loozen van diepe zuchten in den stoel neder, welken Bouke hem bijschoof.
Terwijl de Ritmeester de noodige bevelen gaf om de gewonden te bezorgen en de gevangenen te binden, kwam Bouke op eens naar hem toeloopen. "Heer Baron!" riep hij toornig uit: "zij vermoorden den weerloozen Overste." "Dat zal hun de duivel!" schreeuwde Reede, driftig naar de boerenwoning loopende: "willen zij, spijt mijn last en dien zijner Excellentie, de Spaansche gruwelen nabootsen?"
"Hij zal wat zijn gaan kuieren om zijn leed te verzetten," zeide Reede: "welnu! men spore hem op en verzoeke hem, terstond hier te komen: wij zullen dan beginnen, met den gevangene nog eens te ondervragen. Dienaars! brengt hem binnen!" De gerechtsdienaars, door Bouke geleid, begaven zich naar Eugenio's kerker, die wel met grendels, bouten en kettingen voorzien en gesloten was.
Staroogend zag Ulrica hem aan, greep zijn breede hand tusschen haar kleine poezele handjes en sprak: "En waarom zoudt gij het niet doen? Ei toch, Bouke! gij moest meegaan: dan zal ik veel geruster wezen, en vader ook, dat verzeker ik u."
"Ja, dat is wel mogelijk; maar als gij dien vent den weg gewezen hebt hier naar toe, kunt gij ook blijven om te zien waar hij verder naar toe zal gaan. Wacht dus maar in de keuken, tot ik u roepen laat. Bouke!" Bouke verscheen en de Baron gelastte hem, al de boeren wel te onthalen en goede wacht voor de gevangenis van den Jezuïet te laten houden.
"Wie weet of hij wel eens vertrekt," zeide Bouke, en haar zachtjes van zich afzettende, ging hij slotwaarts. Aan de brug stond Joan en naast hem Veltman, die aanstonds op Bouke aansnelde en vroolijk blaffende tegen hem opsprong. "Terug! marsch!" zeide Bouke op een verdrietigen toon: "ik heb vandaag geen spelenstrek."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek