Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Maar de hond blafte nog harder. "Wat is er dan?" vroeg Cyrus Smith. En allen snelden in haast gekleed naar de vensters van hun kamer, die zij openden. Voor zich hadden zij een dikke laag sneeuw, nauwelijks zichtbaar in dezen stikdonkeren nacht. De kolonisten zagen niets, maar zij hoorden een zonderling gehuil in de duisternis.
«Dat is een ongelukkige ziekte voor een sneeuwman,» zei de kettinghond. «Ik heb ook aan die ziekte geleden; maar ik ben er doorheen geworsteld. Weg, weg!» blafte hij. «We zullen ander weer krijgen!» voegde hij er bij. Het weer veranderde ook; het begon te dooien. De dooi nam toe; de sneeuwman nam af. Hij zeide niets, hij klaagde niet. Op zekeren morgen zakte hij ineen.
100 Waarop hij tot mij: "Omdat gij mij onthaart, daarom zal ik u toch niet zeggen wie ik ben, noch zal ik het u openbaren, al valt ge mij ook duizend malen op het hoofd." 103 Ik had reeds zijne haren in mijn hand geplukt, en ik had er hem meer dan eene lok uitgetrokken, terwijl hij blafte met de oogen naar beneden afgewend gehouden,
«Weg, weg!» blafte de oude kettinghond; hij was een beetje schor en kon het echte «waf, waf!» niet meer uitbrengen; die schorheid had hij gekregen, toen hij nog een kamerhond was en achter de kachel lag. «De zon zal je wel leeren loopen! Dat heb ik verleden winter aan je voorganger en nog vroeger aan diens voorgangers gezien. Weg, weg! En weg zijn ze allemaal!»
Op een verre hoeve blafte hol een waakhond en uit den onzichtbaren kerktoren galmden melancholisch-langzaam tien heldere slagen. Onmiddellijk daarop luidde de nachtrust in en de kerktorens der omliggende dorpen antwoordden, van verre en van nabij, elk met hun eigen klank en rythme, die waren als de diepe stemmen van hun innigst zieleleven.
Maar de hond blafte niet meer, liet zich op zijn pooten neervallen en kwam langzaam naar Mevr. Weldon toe, wier hand hij vriendelijk likte. "Hij kwispelstaart niet!" mompelde Tom. "Een slecht teeken! Een slecht teeken!" Maar bijna op hetzelfde oogenblik richtte Dingo zich op en barstte in een woedend gehuil uit. Mevr. Weldon keerde zich om.
Na een drukken dag sliepen de kolonisten gerust, toen zij tegen vier uur in den morgen plotseling door het blaffen van Top gewekt werden. Deze keer blafte de hond niet bij de opening van den put, maar op den drempel van de deur, waartegen hij opsprong als wilde hij haar openstooten. Ook Jup uitte schelle kreten. "Wat is er, Top!" riep Nab, die het eerste wakker werd.
"Allo!" riep hij met zijn min of meer schorre stem Carlo junior toe, "laat eens een paar van de artisten buiten komen." "Wie?" klonk het terug. "Eerst Jack, dan Minca en Tom." In den wagen blafte een hond; 't was Tom, hij had zijn naam gehoord. Een oogenblik later sprongen twee keesapen en een zwarte poedel van het trapje hem te gemoet.
Zijn gelaat had iets woests. Dingo had zich bij Dick Sand gevoegd en blafte als razend tegen die bloedige overblijfselen. Het kostte den leerling moeite den hond weg te jagen. Intusschen was de oude Tom, op het gezicht van die jukken, van dien gebroken ketting onbeweeglijk, als in den bodem vastgeworteld, blijven staan.
Hol en luid klonken hun stemmen in de stilte van den nacht. Als een donkere schaduw trok de boer zich terug, en helderder flonkerden in 't vierkant van het open raampje de levend-tintelende sterren aan het donkerblauw uitspansel. Alfons stak 't hoofd naar buiten. De boer was reeds onzichtbaar. Heel in de verte blafte hol en dof een hond.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek