United States or New Caledonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Robrecht van Bethune verschrikte op zijn eigen woorden. Hij werd bleek en beefde in al zijn ledematen; zijn vingeren wrongen zich stuiptrekkend in de palmen zijner handen, en men hoorde de ijzeren schulpen zijner handschoenen krijsend over elkander schuiven. Hij voelde de moed hem ontzinken, en zag de vloek zijns vaders met dodelijke angst tegemoet.

"Mijnheer," vroeg Maria aan de overste, "gelieft het u, mij te zeggen waarom gij aldus des nachts in mijn woning komt?" "Jawel, mijn edele Dame," was het antwoord, "het is een bevel van de Landvoogd. De Jonkvrouw Machteld van Bethune, die hier woont, moet ons op staande voet volgen. Vrees voor haar geen kwade behandelingen: ik geef u mijn trouw dat ik niet lijden zal dat een woord haar hone."

Robrecht van Bethune raasde morrend en vervloekte innerlijk de reis, die hem zo weerloos in de handen der vijanden geleid had. Terwijl zij allen in een somber stilzwijgen de mistroostige Graaf bezagen, kwam een hofknaap bij de deur der zaal en riep: "Mijnheer De Nogaret, gezonden des Konings!"

"Wie is dit toch?" vroeg De Chatillon met inzicht. "Gij vraagt naar een bekende zaak, Mijnheer De Chatillon!" riep Robrecht van Bethune. "Let op mijn woorden, ik ga het u zeggen. Uw nicht Johanna van Navarra is het, die mijn ongelukkige zuster gevangen houdt: uw nicht Johanna is het, die de ondergang van Vlaanderen gezworen heeft!..."

"Het is gedaan," sprak hij, "gij gelijkt aan Mijnheer Van Bethune alsof dezelfde vader u beiden had geteeld, en indien ik zelf u zo niet had veranderd, zou ik u met de doorluchtige naam van de Leeuw begroeten; ja, ik ben met eerbied voor uw nieuw gelaat ingenomen, geloof mij."

"Zij gebenedijd, o edelmoedig Priester," riep Adolf, "u wacht een zalig leven! Maar, ik bid u hoe vaart Mijnheer Van Bethune?" "Laat mij voortgaan, ik zal u wat langer over hem spreken. Hij zit in een duistere toren, te Bourges in het Land van Berry. Ongelukkiger kon zijn lot wel zijn, want hij is van band en keten vrij.

Nu las hij met luider stem: "Wij, Gwyde van Namen, in de naam van onze Graaf en broeder Robrecht van Bethune, Leeuw van Vlaanderen, aan allen die deze lezen of horen lezen zullen, heil en vrede! In aandacht nemende de goede en trouwe diensten die den Lande van Vlaanderen en onszelf door meester Deconinck en door meester Breydel van Brugge zijn bewezen;

Vermoedelijk uit angst voor een tweede, gelukkiger poging tot ontvluchten, laat Jean de Luxembourg haar overbrengen naar het kasteel Beaurevoir, waar zich op dat oogenblik bevinden Jeanne de Béthune, zijn vrouw, met haar dochter uit haar eerste huwelijk, Jeanne de Bar en zijn tante. Deze drie dames spreken vaak en zeer vertrouwelijk met Jeanne.

De Graaf van Vlaanderen aanzag hem droevig en zich naar Robrecht kerende zuchtte hij: "O mijn ongelukkige zoon!" Robrecht van Bethune stond stijf en beweegloos met dwalende ogen bij de Franse ridders, die hem met ondervragende blikken bezagen.

"Ja, mijn broeder, Mijnheer Robrecht van Bethune zit te Bourges in Berry gevangen, en Mijnheer Willem te Rouen. Van al de Edelen die met u bij de Graaf waren, is er slechts één dit droevig lot ontkomen en dit is geen andere dan de listige Diederik." "Nu begrijp ik het afgebroken woord en de tranen der ongelukkige Machteld.