United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een geheel jaar had hij onder de donkere aarde gezeten en gewacht op den eersten warmen avond. En toen hij zijn kop uit de kluitjes stak, bracht al dat groen en het wuivende gras en de zingende vogels hem geheel in verlegenheid. Hij wist niet, wat hij eigenlijk beginnen moest. Hij betastte de grashalmpjes in de buurt met zijn sprieten en stak die waaiervormig uit.

Hij sprak hierin inderdaad de waarheid, want het paard was niet goed geweest. »En ik kom nu eens kijken, hoe hij 't maakt." Hij betastte den hengst. »Ik zal er hem eens uitnemen, wacht." »Dat mag niet sergeant," zeide de stalwacht, die Frits Jansen thans herkende. »Och kom," zeide de ruiter onverschillig, »wat geeft het?" »Het consigne verbiedt het, sergeant!"

Sylvius Hog stond daar met het loterijbriefje in de hand. Hij bekeek het.... hij betastte het.... hij keerde dat papier om en om, waarop de arme zeeman vol hoop een grootsch gebouw van nog grootscher verwachtingen gegrondvest had. Maar al dat bekijken, betasten, en om en om draaien gaf hem niets. De professor wilde het reepje papier evenwel nog nader onderzoeken. Dat lag in zijn aard.

Met betrekkelijk welgevallen bezigtigde hij zijn zwart fluweelen vest, dat goed kleurde bij zijn blonde haren en zijn blonden knevel en een aangenaam geheel vormde met zijn grijzen pantalon en zijn gekleed jasje van donkerbruin laken. Hij betastte met de eene hand zijn horlogeketting, met de andere de bloedkoralen knoopjes in zijn keurig overhemd.

Zoo dikwijls de Egyptenaar den pols der kranke betastte, haalde hij de schouders op, welke beweging zijne Perzische kunstbroeders oogenblikkelijk eenparig navolgden.

Ik dacht te droomen en betastte hoofd, borst en handen, om mij van mijn wakenden toestand ten volle te overtuigen. Uit alle teekens maakte ik op, dat werkelijk de slaap van mij geweken was, en dat geen droom, geen phantasie, geen drogbeeld van het verhitte bloed mij misleidde.

"Uitgebraakt graniet," zeide hij; "wij zijn nog altijd in het eerste tijdperk; maar wij stijgen! wij stijgen! Wie weet?" Wie weet? Hij hoopte dus nog altijd. Met zijne hand betastte hij den loodrechten wand, en eenige oogenblikken later hernam hij aldus: "Dat is gneiss! dat mica-leisteen! Goed! nu komen weldra de gronden uit het overgangstijdperk en dan...." Wat wilde de professor zeggen?

Ze sloeg de handen aan het voorhoofd, en trachtte zich te bezinnen. Eensklaps stiet ze een snerpenden gil uit. "Jean mijn kind." Ze zonk op haar knieën en betastte den vloer. "Hebben ze jou van me weggenomen?" Haar handen, zoekende, glijdende over den bodem, raakten de vochtige steenen van den wand. Ze richtte zich iets op het was alles steen dat zij vond klamme, zweetende kilheid.

Zij kon het niet meer onderscheiden, want het was donker geworden in heur vertrek en het licht brak reeds in haar oog; alleen de gele glans van een lantaren, vlak voor de huisdeur, viel dof binnen. Maar zij stelde zich de beeltenis voor, zij betastte het ronde stukje karton, en zij kuste het, kuste het herhaaldelijk. O Otto! stamelde zij, reeds zwaar en loom.

In den kelder ging ze, klopte op de vaten liet de hand glijden langs de rekken met wijnflesschen. Zij was in de provisiekamer en in de keuken en betastte alles, onderzocht alles. Zij strekte de handen uit en nam afscheid van alles in het huis. Eindelijk ging zij in de kamers. In de eetzaal streek zij met de hand over de groote uittrektafel.