Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 oktober 2025
Intusschen was Don Quichot de koets genaderd, om de daarin zittende dame aan te spreken. "Hooge en edele prinses," begon hij, "gij moogt nu weder naar welgevallen over uw persoon beschikken, want daareven heb ik uw belager door de kracht van mijn sterken arm ter aarde geworpen.
Deze wenkte een ricksja, welks bestuurder in zijn zenuwachtigheid heelemaal den gewonde niet hielp, doch ouder gewoonte eerst 'n voertuig afstofte en, nadat de wonde over alles heen met een zakdoek verbonden was, den snooden belager der onschuld langzaam wegvoerde, terwijl het meisje met haren bevrijder verdween. Verscheidene blikken wendden zich naar boven om te zien, hoe wij die scène opnamen.
En binnen komende, tusschen de wachten, poorten door, bruggen over en eindelijk weêr in zijn kemenade terug, meende hij, het zoete Geluk lachte hem toe, het naderde hem: Koning Assentijn was hem nu wèl te moede, wrokte niet langer den bevrijder, die hij geworden was na eenmaal de belager en schaker te zijn geweest en dit maal zoû Ysabele hem wel met grootvaders wille vergezellen en zoo zij koninginne wilde wezen, voor zij nog heerschte over Endi, welnu, bij Sint Michiel, een koninkrijk zoû hij veroveren haar, al zoude het zijn bij Paris of zelfs bij Rome!
Iemand is verdraagzaam als hij zijn medemenschen hun zonden vergeeft, overwegend dat in een speciaal geval de verleiding overmatig sterk is geweest, of wijl hij in het algemeen overweegt hoe zwak de mensch staat tegenover verleiding; maar niet als hij, gelijk Söller, een belager diens schuld kwijt scheldt, vreezend dat anders van hem een boekje zal worden opengedaan; en vervolgens zijn onmacht tot wraak met opgeblazen profeten-zwier bemantelt.
Want Huet vindt, precies, geloof ik, om dezelfde reden, waarom jelui mij nu uitlacht, de beelding van deze figuur niet veel zaaks! Hij zegt: "De hooggeboren ligtmis R., die het op Saartje's bederf toelegt, is niet minder zwak van teekening dan van compositie en heeft al de allures van een tooneelsnoodaard en professioneel belager der vrouwelijke onschuld."
Bij helder weer is zij tamelijk schuw en wantrouwig; bij stormweer echter als de honger haar plaagt, schijnt zij zich om geen gevaar te bekommeren en laat zich zeer licht vangen. Aan boord getrokken, verdedigt zij zich dapper met den snavel en weet zeer goed te mikken met de vettige, op olie gelijkende vloeistof, die zij haar belager in 't gelaat spuwt.
Toen tante echter bemerkte, dat onze belager verzuimde hare beleefdheid te beantwoorden, door zich aan haar en mij voor te stellen, werd zij toornig. »Melis«, zeide zij, »laat ons voortgaan. Ik houd er niet van, op straat lastig gevallen te worden door... mannen«. »Ik ook niet, tante«, deed ik deemoedig. Inmiddels had zich een dichte haag van nieuwsgierigen, den regen ten spijt, om ons verzameld.
In het bovenstaande geval is wat de verklaring betreft, de mogelijkheid niet van de hand te wijzen, dat iemand, door het vaste geloof aan de macht der sterren, eene telepathische werking zou vermogen uit te oefenen en evenmin, dat degene, tegen wie ze is gericht, door een sterkeren aanleg voor supranormale krachtsuitingen, de booze bedoelingen op den belager zelf zou kunnen doen neerkomen.
"Wat ik zeggen wil! als men oprukt voor het gemeenebest, dan dient men niet alleen te beschikken over den Weertschen moed, maar ook over Weertsche trouw en Weertsch beleid. Zoo de vijand binnen onze poorten is, kunnen wij hem niet tegemoet trekken in wanordelijkheid, zooals ik daareven uit mijn hinderlaag heb ontdekt, neen! burgers of leeuwen, wij moeten ons in vaste rijen scharen, en, zonder te wijken, ineens op den belager, die wreedheid aan lafheid paart, afstormen. Zeker kunt gij hierbij uw leven verliezen, maar weet! dat er voor een burger niets schooner is dan voor het vaderland te sterven. Daarginder ligt het vaalzwarte monster, zijn oogen loeren naar ons, en hij heeft den bek open, om ons allen tegelijk te verslinden. Op voor Weert! Uw wapenen vooruit, zooals zij in uw handen zijn, spiesen en lansen en messen en mestvorken en schoppen, en dan allen tegelijk voorwaarts.
Dan stond George Cadoudal, Napoleons belager, te Londen in hoog aanzien, leefde er op staatskosten als een grand seigneur; eindelijk ging er geen dag voorbij, waarin de Engelsche pers en die der émigrés geen variatie leverden op het grondthema, dat tirannenmoord geen misdaad was en regende het pamfletten, waarin Bonaparte en zijn familieleden op de gemeenste manier in woord en beeld werden gehoond en belasterd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek