Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


De oude man kwam haastig en vroeg angstig naar den staat van zijne gezondheid. "Ze is beter," antwoordde Ivanhoe, "dan mijne vurigste hoop verwachten kon; mijn wond is of geringer geweest, dan mijn bloedverlies mij deed vermoeden, of deze balsem heeft eene wonderdadige genezing bewerkt.

De straf zal als verzachtende balsem op de wond der zonden dalen. Uw hart smacht naar lijden. Zeg hun dit alles, terwijl ge daar op uw knieën ligt op den vloer, de handen wringt in uw vreeselijke smart, spreekt op den woesten toon der vertwijfeling en met een wilden lach de gedachte begroet aan straf en schande, tot uw man u aangrijpt en u opheft van den vloer.

"Och ja, vrouw, maar.... wacht, ga zitten, dan zal ik je eens alles van a tot z vertellen," hernam Balsem en begon zijn vrouw nu mede te deelen wat er met den armen Willem stond te gebeuren. Toen hij geëindigd had, besloot hij met te vragen: "Nu, wat zeg je ervan?" "Laat den jongen komen, Gerard! Ik wil hem ook helpen," was het antwoord.

Toch moet ik erkennen dat m'n bydrage tot karakterizeering der schryvery van gewezen dominees juist op het werk van den heer HUET-zelf het minst van toepassing is. Wat hy uit den preekstoel meenam, draagt voorzeker 'n geheel anderen naam dan zalf of balsem, en verspreidt 'n byzonder-persoonlyken geur.

Fulla was ook bekend als Abundia of Abundantia, in sommige deelen van Duitschland, waar zij beschouwd werd als het symbool van de vruchtbaarheid der aarde. Hlin, Frigga's tweede dienstbode, was de godin der vertroosting, uitgezonden om de tranen van weenenden weg te kussen en balsem te gieten in harten die door smart waren verscheurd.

't Was als een balsem op mijn wonde, als een zacht-lavende weelde van troost, die verkwikkend door mijn gansche lichaam stroomde. Ik zei niets, maar glimlachte en stil schoof ik mij door 't gedrang in 't open plekje en begon daar ook te werken. Nog nooit had ik mij sterker, lichter, veerkrachtiger gevoeld.

Na jaar en dag en nogmaals na jaar en dag was een voorjaar voor Duitschland aangebroken. Veldslagen hadden plaats gehad, bloed had gestroomd op de bergen en in de dalen, maar de regen had het weggespoeld en de zon had het opgedroogd, en de aarde liet gras daarover groeien en de wonden van 't menschenhart waren door de hoop verbonden met een' balsem, dien zij vrijheid heeten.

Ze voelde de tranen, als warme druppels, van haar wimpers glippen; zij voelde een dringend verlangen naar Henk, wien zij haar verdriet wilde klagen; hij ook had haar zoo lief, en kon haar zoo vriendelijk in zijn onhandigheid troosten; zijn stem alleen reeds, zoo goedig en zwaar, was als een balsem. En zij snikte langzaam voort en bedacht, hoe onaangenaam toch die bouderie met Betsy was.

"Mijn ongelukkige vriend," sprak Deconinck hem toe, "bedaar om Gods wil." "Bedaar! Bedaar!" herhaalde Breydel. "Ben ik niet bedaard? Hebt gij mij ooit zo rustig gezien?" "O mijn vriend," hernam de Deken der wevers, "hoe bitter is het lijden uwer ziel! Ik zie de dood op uw gelaat. Troosten kan ik u niet, uw ongeluk is te groot; ik weet niet welke balsem zulke wonden helen mag."

Toen Balsem zoo een en ander verteld had, ging hij met Willem wat in den tuin wandelen en leerde hem nog heel wat van sommige bloemen, waarvan de knaap nog nooit gehoord had, en toen hij naar huis ging, gaf hij hem een boek mee om er wat in te lezen.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek