Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 november 2025


Toen zij zag, dat de bruggen achter haar afgebroken waren, en dat de zaak ernst werd, zette zij hare handen in de zijden, ging naar voren en stelde zich juist op dezelfde plek, waar mijnheer de baljuw gestaan had. "Want," zeide zij later, "ik had gezien, hoe trotsch hij daar gestaan had, en zijn geest kwam over mij." De auditeur vroeg nu; wat zij van den horlogemaker wist?

"Ja, mijnheer," zeide hij: "en hoewel het waar is misschien, wat mijnheer onze baljuw zegt, dat jongens beter, en meisjes te week zijn, want, dat zijn ze, mijnheer, zooals gij aan Fieken zien kunt," en daarbij wischte hij zelf de tranen uit zijne oogen, "zoo weet ik u toch voor uwe goedheid niets beters te wenschen, dan dat onze goede God u eenmaal zoo'n lief deerntje moge schenken, als mijn kleine Fieken is."

In die hoedanigheid vergezelt hij zijne meesters op reis en wordt ook wel met zendingen belast; een tijd lang vervult hij den post van baljuw van den Haag. Voor zijne getrouwe diensten wordt hij door Graaf WILLEM beloond met de hofstede ter Loo in het ambacht van Voorburg, waar een paar eeuwen later een andere secretaris van Hollandsche vorsten zich een buitenverblijf zou stichten.

Bij den Uilenberg werd halt gehouden; zij wachtten op hunnen kommandant, op mijnheer den baljuw. De baljuw was te oud om te loopen, en paardrijden kon hij niet; hij toog dus ten strijde in een wagen. Hij zat daar zeer statig in, en zijn degen lag bij hem op de bank. Toen hij aankwam, werd hij met "Vivat!" door zijne troepen ontvangen; hij hield daarop eene aanspraak en zeide: "Kinderen!

Nu, ik liep dus, wat ik loopen kon, naar het slot; en het duurde ook niet lang, of de vrouw van den baljuw ging naast mij; bedaard en zacht, zoo als 't hare gewoonte was; en ik huppelde, als een kwikstaartje, om haar heen, zoodat zij maar werk had, mij voor de paarden en wagens te hoeden.

Van dat ik uit Oviédo ben gegaan, ondervind ik slechts tegenspoeden: nauwelijks ben ik aan het eene gevaar ontsnapt of ik val in een ander. Toen ik in deze stad kwam, dacht ik niet, dat ik zoo spoedig kennis met den baljuw zou maken."

"Ja," zeide de oude schout, toen hij alleen, in de duisternis naar Gulzow terugging, "jelui hebt goed praten! Zoo'n baljuw en zoo'n burgemeester, en mamsel Westphalen op het slot, dat zijn voorname lui, die hebben niemand boven zich; maar zoo'n schout wordt van iedereen gekommandeerd. Ja, als moeder er niet was!

Mijnheer de baljuw liep de kamer door en wreef zijn hoofd; eindelijk ging hij naar den molenaar toe, legde hem de hand op den schouder en zeide: "Molenaar Voss, 'k heb je altijd voor een eerlijk man gehouden; maar zoo'n eerlijkheid, in zulke omstandigheden!

Wat geschreven is, is geschreven." "Wel, mijnheer de baljuw, ik dacht...." "'t Helpt je niets: wat geschreven is, is geschreven." "Maar, de jood...." "Molenaar, wat geschreven is, is geschreven." "Ja maar, mijnheer de baljuw, wat moet ik dan daaraan doen."

"Nu, haal het dan," antwoordt Frederik, "en bind het van achteren maar aan den wagen." Dit gebeurt dan ook, en terwijl zij nog daarmede bezig zijn, komt de oude baljuw van zijne wandeling in den tuin terug en vraagt, wat hier te doen is. "Niemendal," zegt mamsel Westphalen. "De molenaar Voss heeft den Franschman maar uitgenoodigd, om meê te rijden en van nacht op den molen te Gielow te blijven."

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek