Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Wat dat voor boeken waren, weet ik niet meer: maar romans waren 't niet, en dit alleen weet ik, dat de Marcus Aurelius van den ouden baljuw er bij behoorde; want dien moest ik heen en weêr brengen.
"Frits Sahlmann," vroeg de oude heer, "wat is dat alles?" Frits Sahlmann, die in 't geheel genomen, met eene soort van trots was binnengerukt, liet het hoofd hangen, en keek naar zijn onderdeel. "O, 't is niks, mijnheer de baljuw! Niks als een beetje droge klei." "De hemel beware ons!" riep de vrouw van den baljuw, "wat ziet die jongen er uit. Wie zal hem weêr schoon krijgen?"
Den volgenden dag, een Zaterdag, de geliefkoosde dag van de weerwolven, toog Uilenspiegel henen met eenen brief van den baljuw voor den parochiepaap van Heist, en met de val onder zijnen mantel; overigens was hij gewapend met een goede bus en een scherp, versch aangezet kruismes; in 't heengaan zei hij tot die van Damme: Ik ga op jacht naar de meeuwen en zal met haar dons oorkussens maken voor mevrouw van den baljuw.
Toen werd Katelijne ondervraagd; zij hoorde niet wat men vroeg, doch keek gedurig naar Hans en sprak: Gij zijt mijn groene heer, schoon als de zon zijt ge. Doe het vuur weg, mijn liefste! Nele kwam toen Katelijne voorspreken en zeide: Heer baljuw en heeren rechters, meer dan gij weet, kan zij niet bekennen; zij is geene tooveres, doch enkel uitzinnig.
Op zekeren dag, 't was in den tijd, toen dat gemeene gespuis, die Franschen, uit Rusland terug gekomen waren, en toen er bij ons al wat beweging begon te komen, klopte iemand aan de kamer van mijnheer den Baljuw.
Maar, van vijf en zestig behoef ik mij niets te laten afnemen, daar ben ik wis en zeker van." De oude baljuw heeft ondertusschen op en neêr loopende met een half oor geluisterd en staat nu voor den molenaar stil, kijkt hem scherp in de oogen en zegt barsch: "Molenaar Voss, dan ben je veel te oud voor je plan." "Hoezoo dat?" vraagt de molenaar geheel ontsteld."
En van zoo'n aanblik wil ik hier niets weten, en geen mensch zal zeggen, dat hier in de studeerkamer van Mijnheer den baljuw zoo iets onfatsoenlijks te zien is geweest. Neen, we willen liever overleggen, waar wij met den kerel zullen blijven." Toen dringt de molenaar Voss naar voren en wil zich op de borst slaan, maar hij slaat meer naar beneden op de maag en zegt: "Blijven? Wat blijven?
De auditeur scheen wel te bemerken, dat er met den ouden heer niet veel te beginnen was, hij brak de zaak af en gaf mijnheer den baljuw te kennen, dat hij kon heengaan, doch dat hij zich niet uit het raadhuis zou verwijderen. "Best!" zeide de oude heer, en keerde zich om. "Dus, totdat de zaak beslist is."
Alleen zij konden het brengen tot de waardigheid van Baljuw, tot die van Prior, Grootkruis geheeten, en tot die van Grootmeester. Later werden ook de Ridders der Genade ertoe gerekend, die, van een adellijken vader en niet adellijke moeder afkomstig, dispensatie van den paus noodig hadden, om tot die waardigheden te worden toegelaten.
Er werd buiten aan de deur geklopt en de politiedienaar Luth kwam binnen met: "'t Kompliment van mijnheer den burgemeester, en de zaak stond heel slecht voor den horlogemaker en den molenaar, en of mijnheer de baljuw wel zoo vriendelijk wou zijn, om zoodra mogelijk ginder te komen; maar vooral mamsel Westphalen meê te brengen, want haar getuigenis was hoofdzakelijk van groot gewicht."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek