Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
Maar gij, mijnheer Aronnax," vroeg Ned Land, die, zoo het scheen altijd bij zijn denkbeeld van overrompeling bleef, "zoudt gij niet kunnen zeggen, hoe sterk ze hier aan boord zijn: tien, twintig, vijftig, honderd?" "Ik kan u daarop geen antwoord geven. Geloof mij, laat voor het oogenblik dat denkbeeld varen om u van de Nautilus meester te maken of te vluchten.
"En wat ontbreekt u nu nog, Ned?" vroeg ik den Amerikaan. "Een viervoetig stuk wild, mijnheer Aronnax," antwoordde Ned Land. "Al die duiven dat is maar bijwerk, en een mondterging; ik zal dan ook niet eer tevreden zijn voor ik een beest heb doodgeschoten, waarvan ik karbonade kan eten." "En ik niet, Ned, alvorens ik een paradijsvogel gevangen heb."
De kapitein eindigde zijn volzin met een driftig gebaar; daarna richtte hij zich rechtstreeks tot mij, als om sombere denkbeelden te verjagen, en vroeg mij: "Mijnheer Aronnax, weet gij hoe diep de Oceaan is?" "Ik weet ten minste," zeide ik, "wat de voornaamste peilingen ons geleerd hebben." "Zoudt gij mij die kunnen opnoemen, opdat ik ze des noods kan nagaan?"
De sloep zwaaide onmiddellijk voor het anker om, door toedoen der ebbe, die haar zeewaarts wilde stuwen. "Wij zijn er, mijnheer Aronnax," zei toen de kapitein. "Gij ziet deze enge baai; hier zullen over een maand de talrijke visschersbooten der pachters bijeenkomen, en de duikers den bodem stoutmoedig onderzoeken.
"Het is verbazend, en ik zie wel, kapitein, dat gij gelijk gehad hebt om deze kracht te gebruiken, welke wind, water en stoom vervangt." "Wij hebben nog niet gedaan, mijnheer Aronnax," zeide kapitein Nemo, terwijl hij opstond; "als gij mij wilt volgen, zullen wij den achtersteven bezoeken."
Een glimlach speelde om de lippen van den kapitein, die op kalmer toon vroeg: "Mijnheer Aronnax, zoudt gij durven verzekeren dat uw fregat niet even goed een onderzeesch vaartuig als een monster zou hebben vervolgd en beschoten?" Deze vraag bracht mij in verlegenheid, want kapitein Farragut zou zeker niet geaarzeld hebben.
Men vroeg mij om raad; voor zoover als ik het wezenlijke van de zaak begrijpen kon, bepaalde ik mij tot eene volstrekte ontkenning; maar weldra dreef men mij zoo in het nauw, dat ik mij bepaald moest uitdrukken; de "hoog geleerde Pierre Aronnax, hoogleeraar aan het museum te Parijs" werd door den "New-York Herald" genoodzaakt zijne meening uit te spreken.
Ik trachtte door te dringen in het geheim van dit leven door middel, van enkele woorden, welke over zijn lippen kwamen! "Gij kunt vertrekken, mijnheer Aronnax," zeide kapitein Nemo. Ik liet den kapitein in de hut van den stervende en ging ontroerd van dit tooneel naar mijne kamer. Ik werd gedurende den ganschen dag door sombere voorgevoelens gekweld.
"Goed gevonden, mijnheer Aronnax," antwoordde de kapitein glimlachende; "doch omdat ik niet wil, dat ge mij van roekeloosheid beschuldigt, moet ik u al mijn zwarigheden tegenwerpen." "Hebt gij die nog?" "Eén enkele; het is mogelijk, dat, als er aan de Zuidpool een zee is, deze geheel bevroren is, en wij derhalve niet aan de oppervlakte kunnen komen!"
"En nu, mijnheer Aronnax, is ons ontbijt ook gereed; ik zal u slechts voorgaan." "Gaarne, kapitein." Ik volgde kapitein Nemo, en zoodra ik over den drempel trad, kwamen wij in een soort van electrisch verlichten gang; na eenige schreden voortgegaan te zijn, opende zich eene tweede deur. Ik kwam toen in eene eetzaal, welke met smaak versierd en gemeubeld was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek