United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


"O, zijn de rijtuigen daar?" zegt mevrouw Armelo tot Hendrik, die even in de gang komt om te berichten dat men vóór was: "Zeer goed, je zult wel wachten;" en dan tot de kleine dienstmeid een weinig zachter: "Nee, zeg aan Herman dat mijnheer vandaag niet kan overdoen. Foei, hoe indiscreet zijn de menschen!"

In het Fransch vervolgt Van Barneveld tot den neef die hem een dankbaren blik had toegeworpen: "Toen Coba mij deed gevoelen dat de familie Armelo mijn weigering aan een dwazen trots zou toeschrijven, toen heb ik fiat gezegd. Als men mij maar vergunnen wil om niets anders dan het zeer gewone te gebruiken, en niet later dan om zes uur naar huis te gaan. Convenieert dat de familie?" "U bedoelt oom?"

"Dan gaan we in 's-hemelsnaam allebei tegelijk! De schoenen" en Armelo laat, doch niet zonder zekere zelfoverwinning zijn linkervoet zien "we dragen ze totdat ze versleten zijn." "Maar dat is 'en schande!" roept mevrouw. En Eva het hoofd met zekeren weerzin afwendend, zegt zacht in zich zelve: "C'est un peu trop fort!"

Armelo maakt een beweging alsof hij iets zeggen wil; immers, hij heeft dien majoor volstrekt niets opgedragen, niets! maar moeder Armelo geeft haar echtgenoot een zoo beheerschenden wenk, dat de majoor ongestoord kan vervolgen: "U weet kapitein, dat uw naam mij van den beginne af aan zeer bekend voorkwam. Ziehier de reden: In mijn jonge jaren logeerde ik veel te Waechtel in Noord-Brabant.

"Welzeker is het ton;" fluistert mevrouw met een melancholiek ernstige gelaatsuitdrukking, meer in harmonie met hetgeen er bij zulk een gelegenheid in een moederhart moet omgaan, dan wel met het antwoord aan haar echtgenoot gegeven. "Hij heeft niet eens zijn decoraties aan; alleen de lintjes, en bijna onzichtbaar;" zegt Armelo.

"Jawel, welzeker!" heeft Armelo gezegd. Och hij zou nu wel alles hebben toegestemd; immers, hij had zulk een zalig oogenblik gehad, o zoo onbeschrijfelijk zalig! En wat Eva's uitval betrof, de majoor zelf zou dien waardeeren niewaar?

In zwartzijden staatsiegewaad, waarover een kanten sjaal hing die, ofschoon wel eenigszins rosachtig geworden, haar indertijd toch als zeer fraai door haar man was geschonken; een hoed met vuurroode linten op het tamelijk breede hoofd, kwam mevrouw Armelo uit het achterhuis naar voren. De kleine dienstmeid heeft juist opengedaan want er was alweder gescheld.

Zeker, als hij nu sprak hij zou zich niet goedhouden, hij zou 't uitbarsten misschien. O God! zulk een verwijt van háár!... Stil stil! Goddank! daar wordt gescheld. Dat geeft afleiding. Goddank! "Nee, niemendal, Helmond;" zegt Armelo nog met het hoofd naar omlaag: "Ik dacht dat ik daar iets op 't tapijt zag liggen.... dáár.... maar 't is niets.... O zoo, is de majoor er. Ei zoo!"

Helmond die den zoen van zijn mama "recht hartelijk" heeft gevonden, begroet intusschen zijn schoonvader met een trouwhartigen handdruk; en dan: "Wat! niet heel fiksch papa; moet ik u in den vijzel hebben?" "O 't heeft niets te beteekenen," zegt Armelo: "van morgen een beetje hoofdpijn." "In den vijzel!" zegt mevrouw: "Helmond-lief, ik dacht dat je den vijzel voorgoed...."

Ja, Eva Armelo was omtrent vijftien jaar oud, toen zij haar ouderlijke woning en Romphuizen ging verlaten om haar intrek bij een tante in den Haag te nemen, teneinde er op de Koninklijke Muziekschool haar heerlijke stem en muzikaal talent verder te oefenen en ontwikkelen.