Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Der Minnen Loep, I, 2047-2060. STOETT, Syntaxis, p. 146; Hildegaersberch's Gedichten, 155, 203 vlgg.; 157, 129-138; 157, 1-15. FRANCK onderstelt in den dichter van het Leven der H. Lutgarde opzet bij het maken zijner lange en ingewikkelde zinnen. Mij schijnt dat zeer twijfelachtig. Doch indien er al opzet geweest zij, dan zal de kunst de natuur hier te hulp zijn gekomen. Alt. Gesch. u.
Maar gekheid apart, wat zeg je van haar? Een dot, hé? Kerel! 't is mijn schat, mijn oogappel, mijn trots. Wat een stem! Ze zingt f kruis, de lage g, kolossaal voor een alt! Wat een taille, 't is een volwassen vrouw, en nog pas achttien..... Keek je niet op, toen je haar terugzaagt? Zeg, Dorus, is 't niet een meisje om op te verlieven?"
"Alles aan boord!" zegt mamsel Westphalen. "Nu, dan maar ju!" zegt Frederik. Doch, nauwelijks is hij een paar schreden voortgereden, of de horlogemaker roept: "Alt! alt, Frederik! Gij hebt vergisteren dat kameraad zijn cheval; dat staan in de logis voor de kleine poules!" "Ja," zegt Frits Sahlmann, "'t staat in 't kippenhok."
4 ditto woey het hart wtten Noorden; lietent leggen dryven om d'ander scheepen in te wachten. 5 ditto wast stille; wij conden alt samen boven de caep Bolinao niet commen. 6 ditto dreven wij boven de caep Bolinao voornompt open gaets vande baij van Pangassivan, een kenningh vant landt.
Zum Studium der Wunder des Neuen Testamentes, in kl. Texte f. Vorl. u. Ueb. hsg. v. H. Lietzmann No. 79 . *#A. de Rochas# L'extériorisation de la motricité, 4'e uitg. . #E. Feilding, W.H. Baggally, H. Carrington#, Report o.a. series o. sittings with Eusapia Palladino, in Proceedings o.t. Society Psychical Research, Vol. #Riess#, Aberglaube, in Pauly, Real.-Enc. cl. Alt. 2'e dr.
Achter de twee violen een grijsaard en een knaap; achter de alt een geneesheer, een man van rijpe, veelzijdige ervaring en ietwat cynische gemoedsstemming; achter de cello een dikke jonge pater, die te lui, en ik geloof ook te onverschillig was, om het in zijne Kerk ooit verder te brengen dan tot kapelaan. »De vier jaargetijden", zoo placht Werner het vierspan te noemen.
Legenden, p. 15. Vgl. Een enkel aardig trekje in de eene bewerking vermeld op p. Uitgeg. door Dr. M. DE VRIES in Versl. en Meded. der Vereen. voor oude Ned. Lett., II, 5-32. Vgl. voorts TE WINKEL a.w., bl. 569-572. Over het Latijnsche origineel PENON'S aanwijzing in Feestbundel aan M. de Vries opgedragen, p. 103. Over "PAEP JAN" vgl. Zeitschr. f.d. Alt., N.F. XXI. Vgl.
Mamsel Westphalen wilde hem volgen en Fieken en Carolien maakten zich ook daartoe gereed, maar "Alt, alt!" schreeuwde de auditeur, en wie de deur niet uitkwamen, waren de drie vrouwen.
Alt en viool te samen wierpen op de melodie eene diepere schakeering bij het derde couplet: »Und manches, was ich erfahren, Verkocht' ich in stiller Wuth; Und kam ich wieder zu singen, War alles auch wieder gut."
Eindelijk preludeerde zij weer, zong het groote alt van Betly, uit de Châlet, en accompagneerde daarbij zich zelve. Zooals ik wel vermoed had, bezat zij een diepe, volle altstem, maar zij deed volstrekt niet haar best, om die te doen uitkomen; zij zong met tergende bravoure het refrein: Liberté chérie, Seul bien de la vie, Règne toujours l
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek