Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
Evenwel 't bevalligh wesen 't Rijck, het ruym-gelettert wesen, 't Spelen dat by geen en lijckt, 't Singen dat maer 't uwe wijckt, 't Rijmen dat hy self kan achten Houdt hij all' van uwe krachten, Kont ghy 't schepsel van uw' sin Min vereeren als uw Min?
Zij joelden wat onder elkaar en bootsten de commando's, den marcheerpas, en ook de somber-droevige gezangen na. Er waren er die deden of ze zingend schreiden en anderen imiteerden de razende, snauwende stem der officieren. Singen! Singen!
Wij zagen niet op; maar terwijl wij voortspeelden, zwol ons duo aan met de smeltende tonen van Hugo's alt: »Und manches, was ich erfahren, Verkocht' ich in stiller Wuth; Und kam ich wieder zu singen, War alles auch wieder gut." Men sprak geen woord en wisselde geenen blik; men speelde slechts. Alleen bespeurde ik in den spiegel, dat nogmaals de deur zich opende.
De Bataviasche Regeering was er geenszins over gesticht dat men "voor de hoogheden allerhande grimassen heeft moeten bedryven en voor de Juffers helder op singen", hetgeen "gansch niet met het respect van de nederlantse natie compatibel zij, immers in genen dele ten regarde van het Opperhooft". Werden "soodanige sotte en narre potsen weder afgevergt" zoo moest men trachten zich te excuseeren, "immers ten opsigte van het Opperhooft, soo het in 't generaal niet te vermijden" was.
Hy voelt syn ingewant, hy voelt syn herte springen, 865 Al sy maer uyt de borst een deuntjen plagh te singen, Het bitter even-selfs dat is hem suycker soet. Ey siet eens wat de jeught, en wat de liefde doet!
Wat soude ic ane minne dan? Ik kan niet beslissen of het eerste vers gebruikelijk Middelhoogduitsch is. Vgl. M.F., p. 61, 25; 56, 18; 57, 30-32; 60, 32; 61, 10; 58, 17-19. Het sijn goede nieuwe maren dat die vogel openbare singen daer men bloemen siet. tot dien tiden in den jare stonde wel dat men vro ware: lacen, des en ben ic niet.
Ik dit siende, was soo benauwt dat mij het hart in mijn lyf trilde en beefde van vreese, keerden my derhalven tot God: bad hem om genade en dat hy my verstand wilde geven, wat my best in die gelegenheid stond te doen: en het scheen of mij inwendig geseid wierd, dat ik singen soude, hetwelk ik dede: hoewel ik in sulke benauwheid was, en song dat het door de boomen en Bosschagie klonk, want de Revier was aan beide syden met hooge boomen bewassen.
Huwelijken, klaagde reeds de groote hervormer Anastasius Veluanus »beginnen met gasterijen, onkuys dantssen und singen...« De gasten droegen de liederenboekjes bij zich, duodecimo-bundeltjes, vaak prachtig gebonden, met allersierlijkste slootjes en bevattende minne-, bruilofts- en drinkliederen op aangegeven wijs.
Een jonkman die gaarne met goede gezellen uitgaat, gaarne een rooden mond ziet en lachende vrouwenoogen, vertelt ons hoe hij "te wine" of "te biere" zit: Ende hoor daer singen ende boerden spreken.
En van wie leerde sij de konste van speelen op diverse Instrumenten en daarbij te singen als sij 't verstaat? Maijo 12 1702.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek