Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Hij was met één sprong van den steenhoop af, en liep hard weg. Hij had een gevoel, alsof hij een mensch had vermoord. Den volgenden morgen was het helder, de mist was opgetrokken, en Akka zei, dat ze nu de reis moesten voortzetten. Allen waren bereid om op weg te gaan, maar de witte ganzerik maakte bezwaren. De jongen begreep, dat hij niet van de grijze gans weg wilde gaan.

En 't allerakeligste was, dat hij juist Akka van Kebnekaise ontmoet had. Want, al was hij maar een tamme gans, hij had toch wel van een leidstergans gehoord, die Akka heette, en die meer dan honderd jaar oud was. Zij was zeer gezien, en de beste wilde ganzen, die er waren, sloten zich gewoonlijk bij haar aan.

Dat deed zóó'n pijn, dat ik mijn houvast verloor, en toen pakte de stroom me." Hij hoefde niet verder te vertellen. Smirre was al lang weg, de ganzen achterna. Opnieuw moesten Akka en haar troep dus uit op een nachtelijken tocht. Gelukkig was de maan nog niet onder, en met behulp van haar licht, gelukte het de leidstergans een van de andere slaapplaatsen te vinden, die zij daar in de buurt kende.

Nu eens lag hij stil op een onmetelijke hoogte in de lucht, en dreef daar zonder de vleugels te bewegen, dan weer wierp hij zich naar beneden met zóó'n vaart, dat het scheen, dat hij hulpeloos als een steen op den grond zou vallen, en dan weer vermaakte hij zich met in groote en kleine kringen als een wervelwind om Akka heen te vliegen.

Maar op eens werden de wilde ganzen wonderlijk stil, en trokken zich van hem terug. 't Was alsof ze wilden zeggen: "Och, hij is een mensch! Hij verstaat ons niet, en wij verstaan hem niet." Toen stond de jongen op, en ging naar Akka. Hij streelde en liefkoosde haar. Dat deed hij ook met Yksi en Kaksi, Kolme en Neljä, Viisi en Kuusi, de ouden, die van 't begin af bij hem waren geweest.

"Ik zou blij geweest zijn, als ik u daarmeê had kunnen helpen," zei de jongen, "maar ik zal wel nooit veel macht onder de menschen krijgen." "Neen maar... we staan hier te praten, alsof we elkaar nooit meer zullen zien," zei Akka, "en we zullen toch morgen weer bij elkaar zijn. Nu moet ik naar de anderen terug."

Hij was, waar hij wezen moest! Hij zou zoo dadelijk Maarten, den ganzerik, en Akka en alle reisgenooten weerzien. De jongen liep langzaam voort, en zocht naar zijn vrienden. 't Was heel stil in het dal. De zon was nog niet boven den rotswand opgekomen, en Niels Holgersson begreep, dat het zoo vroeg in den morgen was, dat de wilde ganzen nog niet wakker waren.

"Wij zullen heengaan, wanneer u dat verlangt," zeide zij. "Maar wilt u ons niet eerst zeggen, wat u kwelt? Wij weten nergens van. Wij weten niet eens, waar wij zijn." "Dit is het kleine Karelseiland," zei de hamel. "Dat ligt voorbij Gothland, en hier wonen alleen schapen en zeevogels." "Hoort u misschien tot de wilde schapen?" vroeg Akka. "Dat scheelt niet veel," antwoordde de hamel.

Nu begreep Akka, dat de ooievaar zich zoo geërgerd had over de handelwijze der grijze ratten, dat hij haar had opgezocht om er zich over te beklagen. Maar op de gewone ooievaarsmanier had hij stellig niets gedaan om het ongeluk te voorkomen. "Hebt u een boodschap naar de zwarte ratten gestuurd, Mijnheer Ermerik," vroeg zij. "Neen," zei de ooievaar. "Dat zou niets geven.

Hij hoorde Akka hoog in de lucht roepen, maar hij begreep niet wat ze zei. "Wat is dat? hebben de wilde ganzen een andere taal gekregen?" vroeg hij zich verbaasd af. Hij wenkte hen met zijn muts, hij liep langs het strand en riep: "Hier ben ik! Waar ben jij?" 't Scheen, dat hij ze alleen maar bang maakte. Ze vlogen hooger op, en verder de zee in. Toen begreep hij het eindelijk!

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek