Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Daar beneden bracht Gorgo den zomer door met de jonge gansjes, en werd een goede kameraad voor hen. Daar hij zich als een jonge gans beschouwde, probeerde hij op dezelfde manier te leven als zij, en als ze in 't meer gingen zwemmen, ging hij mee, totdat hij bijna verdronken was. Hij voelde er zich erg door vernederd, dat hij geen zwemmen kon leeren, en ging er zich bij Akka over beklagen.
Bataki heeft lang genoeg geleefd, om te leeren zijn mond te houden." Met die woorden sloeg hij de vleugels uit, en vloog weg. Akka stond op het veld bij de zwavelstokerij te slapen. Maar het duurde lang, eer de jongen naar haar toeging, om haar te roepen. Hij was mismoedig en bedroefd, omdat hij een grooten schat had verloren, en vond, dat hij niets had om zich op te verheugen.
En als je over Kolmarden vliegt, zoek dan Karr, den hond op, en zeg hem, dat zijn vriend, Grauwvel, een goeden dood gestorven is!"" Toen Akka zoover gekomen was, stond de oude hond op, en ging twee stappen naar haar toe. "Grauwvel heeft een goed leven geleid," zei hij. "Hij kent mij. Hij weet, dat ik een dappere hond ben, en dat ik blij zou zijn, als ik hoorde, dat hij een goeden dood stierf.
"'t Is hier nog niet zoo overvol, dat we hen, die hier komen, niet kunnen ontvangen," antwoordde zijn vrouw. Zij was even zacht en goed van karakter als Donsje. Toen Akka aankwam met haar optocht, gingen Donsje's ouders haar te gemoet, en wilden haar juist welkom heeten op het eiland, toen Donsje opvloog van haar plaats achter in de rij, en midden tusschen haar ouders neerstreek.
"Ik vond het wel vreemd," antwoordde de jongen. "Maar ik wist immers wel, dat u altijd een goede reden hebt voor wat u doet." "Je denkt goed over mij," zei Akka, "maar ik vrees, dat je dat nu wel eens zou kunnen tegenvallen, want 't is best mogelijk, dat we deze reis tevergeefs hebben gemaakt."
Toen vroeg de ooievaar snel, of Akka de grijze ratten had gezien, die op weg waren naar het Glimmingehuis, en toen Akka antwoordde, dat zij dat ongedierte gezien had, begon hij te vertellen van de dappere zwarte ratten, die jarenlang het kasteel verdedigd hadden. "Maar van nacht zal het huis Glimmingen in handen van de grijze ratten vallen," zei de ooievaar zuchtend.
"Men kan wel zien, dat jelui niet aan 't reizen gewend zijn." 't Scheelde niet veel, of de rekels hadden Akka suf gemaakt. Voor zoover de jongen 't begreep, vlogen de wilde ganzen lang in een kring rond. "Pas toch op! Zie jelui niet, dat jelui op en neer vliegt," riep een duikeleend, terwijl hij hen vlug voorbij vloog. De jongen greep onwillekeurig den ganzerik om den hals.
Want Smirre was de ganzen weer nageloopen. Maar toen hij de plaats had gevonden, waar ze nu waren, had hij begrepen, dat het nu onmogelijk was ze ook maar eenigszins nabij te komen, en toen had hij niet kunnen laten te huilen van ergernis. Toen de vos zoo huilde, werd de oude Akka, de leidstergans, wakker, en hoewel ze bijna niets zien kon, meende ze toch die stem te herkennen.
De groote, prachtige boomen waren nog niet in blad, maar 't veld beneden was bont gekleurd door witte en blauwe anemonen. Toen de ganzen 't bloemenveld zagen werden ze bang, dat ze te lang in het Zuiden waren gebleven. Akka zei dadelijk, dat er geen tijd was om een van de rustplaatsen in Smaland op te zoeken. Al den volgenden morgen moesten ze doortrekken naar het Noorden, over Oostgothland.
"Waarom kan ik toch niet zwemmen, als de anderen?" vroeg hij. "Je hebt te kromme klauwen en te groote teenen gekregen, terwijl je daar boven op de rotsen lag," zei Akka. "Maar wees daar maar niet bedroefd om. Je zult nog best een flinke vogel worden."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek