Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
Ik heb hem vermoord." "Neem me op je rug, Donsje, en breng me bij hem," riep de jongen. Ze vlogen weg, en Akka ging meê met de wilde ganzen. Toen ze bij den ganzerik kwamen, lag hij op het veld. Hij kon niets zeggen, maar snakte naar adem. "Kittel hem onder aan den hals, en klop hem op den rug!" zei Akka.
Dat deed de jongen, en dadelijk hoestte de witte ganzerik een grooten wortel op, die in zijn keel was blijven zitten. "Heb je daarvan gegeten?" vroeg Akka, en wees op een paar wortels, die op den grond lagen. "Ja," zei de ganzerik. "Dan is 't maar goed, dat ze je in de keel zijn blijven steken," zei Akka. "Ze zijn vergiftig. Als je ze had ingeslikt, zou je zeker gestorven zijn."
En op den top van den Taberg stond Akka met IJksi en Kaksi, Kolme en Nelja, Viisi en Kuusi en alle zes de kleine gansjes hen op te wachten. Dat was me een blijdschap, en een gekakel, en een fladderen en roepen, dat niet te beschrijven was, toen zij zagen, dat het den ganzerik en Donsje gelukt was Duimelot te vinden.
Nauwelijks had hij dat gezegd of de grauwe gans gaf zoo'n akeligen, boosaardigen schreeuw, dat allen begrepen, wie ze was. Akka en de anderen keerden zich tegen haar, maar de grauwe gans vluchtte niet dadelijk. Zij stormde op den grooten witten ganzerik aan, pakte Duimelot, en vloog met hem in den bek verder voort. 't Werd een felle jacht over de klippenrijen.
En hij volgde mijn raad, en loopt nu vrij op dat eiland rond. Wat zegt u daarvan, Moeder Akka? Heb ik in uw geest gehandeld?" "Dat was, wat ik zelf zou hebben gedaan," zei de leidstergans. "Dat is prettig, dat u daarmeê tevreden is," zei de jongen. "Nu is er nog iets, wat ik u vragen moet.
De woning was zoo oud, dat allerlei struiken en planten wortel hadden geschoten, en als de ooievaarsmoeder zat te broeden, had zij niet alleen een heerlijk uitzicht op en over een groot gedeelte van Skaane om van te genieten, maar ze had ook wilde rozen en huislook om naar te kijken. De jongen en Akka konden al gauw merken, dat hier iets gaande was, dat alles in de war bracht.
Maar 't was niet Akka, die den jongen ontdekte, terwijl hij met zijn groot gevolg voortliep; 't was niet Akka, die neerdaalde, hem met den snavel pakte, en met hem naar boven zweefde hoog in de lucht. Dat was Mijnheer Ermerik, de ooievaar. Want die was ook naar hem gaan zoeken.
Eindelijk overwon Akka haar tegenzin, en ging op den rand van het nest zitten; maar ze keek onderwijl onrustig naar alle kanten uit, want ze verwachtte ieder oogenblik, dat de oude arenden zouden thuiskomen. "Dat is goed, dat er ten minste eindelijk iemand komt," riep het arendsjong. "Breng me dadelijk eten!" "Nu, nu, maak niet zoo'n haast," zei Akka.
En die op het land woonden, waren zeker bang, want hij zag hoe een groote reus, die op het hoogste punt van het eiland stond, de armen omhoog hief, als in wanhoop over al het ongeluk, dat over hem en zijn eiland zou komen. De jongen was niet weinig verschrikt, toen hij merkte, dat Akka juist boven dat eiland ging neerdalen. "Neen, goeie hemel! Daar moeten we toch niet neerstrijken," zei hij.
Voor ze hier terug zijn, is het kasteel al ingenomen. "Daar moet u niet zoo vast op rekenen, Mijnheer Ermerik," zei Akka. "Ik ken een oude wilde gans, die zoo'n schurkestreek graag zou beletten." Toen Akka dit zei, hief de ooievaar het hoofd op en zag haar met groote oogen aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek