Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
»Neen, dat behoeft niet; maar ik veroorloof u thans te verhalen, wat er, gedurende mijn afzijn, in mijn huis is voorgevallen." »Eene mooie geschiedenis! Als ik daaraan denk, wordt het mij zoo bitter in den mond, alsof ik een kolokwintappel kauw." »Gij zeidet dezen morgen, dat men mij bestolen had." »Ja, en hoe! Zoo is nog niemand vóor ons bestolen geworden!
»Alvorens wij scheiden zal ik haar vragen, of zij ons naar mijn afgelegen vaderland wil volgen." »O, hoe verheugt mij dit! En wilt gij wel gelooven, dat mij nu de eerste tijd van uw afzijn in het geheel niet vreeselijk schijnt? Thans mag ik u, mijn bruidegom, wel alles zeggen, wat mij verblijdt of bedroeft; voor anderen echter moet ik zwijgen.
Maar daarna niet terug te keeren, het gansche jaar niet! Hoe had hij het op zich zelf kunnen verkrijgen, en waarom toch kwelde hij haar met dit afzijn? Was er eenige ernstige reden voor die onthouding, waarom achtte hij haar niet hoog genoeg of niet sterk genoeg om haar die mede te deelen. »Hij meent mij te sparen, en hij martelt mij slechts met die achterhoudendheid!"
't Viel niet te loochenen dat Soun, die nooit daar was waar hij wezen moest, zich ook thans nergens liet zien. Hij had zich zeker een of ander zwaar vergrijp te verwijten, eenige onhandigheid, in 't afzijn van zijn meester gegaan, en al vreesde hij niet voor zijn rug en schouders, die aan de rotting gewend waren, alles leidde er toe om te doen gelooven dat hij thans bevreesd was voor zijn staart.
Maar gelukkig hield hij het binnen, en zei liever: "Het was dan toch ook verschrikkelijk hard voor die vrouw!" "Ten minste als hij haar gelukkig maakte," merkte zijne gade aan. "Daar zijn anders wel echtgenooten, wier bijzijn, eerder dan hun afzijn, hunne vrouwen in het graf zou helpen." De geleerde glimlachte pijnlijk: "Dat zal wel zoo zijn, vrouwtje!"
Piet zou nu van zijne zijde met het opgeknapte stuk komen, en gezamenlijk wilden wij u excuus vragen, zooals dominé Roestink aan Piet herinnerd heeft dat onze plicht was: ziedaar de geheele zaak." »Gij hebt alle drie volle absolutie, hoewel ik zeggen moet, dat het mij altijd spijt wanneer zulke wanordelijkheden voorvallen in mijn afzijn."
JULIA. Doe hem, hebt gij mij lief, zulk onrecht niet, Van aan zijn trouw te twijf'len; wenscht gij, dat Ik u genegen ben, wees hem genegen; En ga nu mede, daadlijk, naar mijn kamer, Om op te teek'nen, wat ik voor mijn reis, Mijn reize van verlangst, behoeven zal. 'k Vertrouw u in mijn afzijn alles toe, Mijn huis en goed, mijn land, mijn goeden naam; Maar vraag in ruil: bespoedig mijn vertrek.
De heer Steinhausen was reeds aan de afdalende zijde van de trap der jeugd en de zestig al eenige treden over; maar hij was toch nog een fiksche, ferme grijsaard, of eigenlijk geen grijsaard, want hij droeg een blond bruine naturel, hetgeen bij zijne frissche blozende gelaatskleur en zijn breed glad voorhoofd hem nog een schijn van jeugd gaf, dat door zijne corpulentie en het afzijn van eenige tanden krachtig weersproken werd.
Met groot genoegen was door hem de kennis der familie gemaakt, terwijl hij zich ten zeerste aanbeval, en besloot met de woorden: "Een vriendschappelijke omgang met de beschaafde ingezetenen van B.... zal mij, zoo ik hoop, 't afzijn vergoeden van lieve betrekkingen en trouwe vrienden." "Hé, blijf familiaar een boterhammetje eten!" riep de heer des huizes: "Nietwaar Betsy?
Weldon keek aandachtig naar het Paasch-eiland, dat slechts een onmerkbaar punt op de kaart uitmaakte. "En hoe ver is het van de Amerikaansche kust. "Vijf en dertig graden." "En dat is?...." "Ongeveer twee duizend mijlen." "Maar is dan de Pelgrim niet vooruitgegaan, omdat we nog zoo ver van het vasteland afzijn?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek